Inge Brakman: “Het is goed dat we ons nu concrete doelen stellen”
In 2016 kwam het bestuur van het Nederlandse Rode Kruis zesmaal bijeen. Voorzitter Inge Brakman blikt terug op de grote thema’s die in het verslagjaar ook het bestuur bezighielden.
Van de nieuwe rol van het Rode Kruis als noodhulporganisatie in een verwarrende wereld, tot de toegenomen zakelijkheid in de afgelopen jaren en natuurlijk de verkoop van het vakantieschip de J. Henry Dunant.
En ook: het bezoek aan Auschwitz dat het bestuur bracht als opmaat naar de publicatie, najaar 2017, van het onderzoek over de rol van het Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog.
Veranderende noden
“Onze uitdaging is om met onze hulp en diensten aan te blijven sluiten bij wat er in de wereld en in ons eigen land, met alle grote politieke tegenstellingen, gebeurt. Internationaal blijft de enorme hoeveelheid vluchtelingen en ontheemden een grote opgave. Opvang voor 60 miljoen mensen zal een issue blijven.
In ons eigen land is het zaak te blijven zien wat de noden zijn. Armoede, verborgen gebreken, eenzaamheid. Met welk aanbod speel je daarop in? De noden veranderen. Maar het Rode Kruis zal nog lang niet overbodig zijn.”
Afscheid boegbeeld
“Het afscheid nemen van ons vakantieschip, de J. Henry Dunant: daarin is ook voor ons als bestuur veel tijd gaan zitten. We hebben elke stap in dit proces gevolgd en meegewogen. Rationeel is het goed dat we dit doen, emotioneel ligt het toch anders.
De J. Henry Dunant is gedurende meer dan 40 jaar toch een belangrijk symbool geweest. We zijn destijds als een van de eersten begonnen om op deze manier vakanties aan te kunnen bieden aan chronisch zieke en gehandicapte mensen.
Net als met de Mappa Mondo-huizen zijn we ingesprongen op de behoefte die we zagen. Maar inmiddels is dit werk voor specialisten geworden. AWBZ-gerelateerde zorg is zo complex, dat kunnen we beter aan professionals overlaten. Daarnaast: dit type vakanties is niet meer een taak voor ons als noodhulporganisatie.
Gelukkig zijn er nu andere aanbieders. Dus door deze constructie kunnen de vakanties toch door blijven gaan.”
In gebreke tijdens WOII
“Het Rode Kruis krijgt nog steeds het verwijt dat het gedurende de oorlogsjaren ernstig in gebreke is gebleven voor de Joodse gemeenschap. Het is daarom goed dat we onze rol in de oorlog laten uitzoeken.
Onze oktobervergadering, waar we hier ook over spraken, hebben we laten plaatsvinden in de Hollandse Schouwburg, een symbolische plek. En om onze kennis te vergroten zijn we als bestuur naar Auschwitz geweest.
Eerlijk gezegd was het nog erger dan waarop ik me ingesteld had. Als organisatie moet je je afvragen welke keuzes je hebt als je door omstandigheden onder druk staat: Voor wie ben je er? Wat zijn de consequenties van je keuzes? Wat betekent het als je je taak echt goed doorgrondt? Wat betekent neutraliteit; zijn we er werkelijk voor degenen die de hulp het hardste nodig hebben. Het is goed dat we als Rode Kruis ons deze grote vragen stellen.”
Vrijblijvendheid eraf
“In de afgelopen jaren is het Rode Kruis ambitieuzer geworden. Zakelijker ook, de vrijblijvendheid is eraf. Dat mocht ook wel een beetje.
Het is goed dat we ons nu concrete doelen stellen, en die ook nakomen en ons erover verantwoorden. Er wordt meer bereikt.
De touwtjes zijn aangetrokken, maar ik zie ook veel creativiteit, enthousiasme en energie bij vrijwilligers en medewerkers. En ik zie een grote hulpbereidheid, kijk naar het succes van Ready2Help. Daar ben ik enorm trots op.”