Wat doe je als je in Nederland aankomt, de taal niet spreekt, niemand kent en je tot op het bot gemotiveerd bent om je nuttig te maken? Dan meld je je aan als vrijwilliger bij het Rode Kruis. In ieder geval, als je Noura Al-Moghrabi heet!
Wie Noura is? Maak kennis met een jonge vrouw van 23 uit Syrië, die nu ruim twee jaar in Nederland woont, waarvan een jaar in Raalte. Stilzitten past niet echt bij haar. De verplichte taalcursus deed ze met plezier, maar was niet uitdagend genoeg voor haar. “Taal leer je pas als je het gebruikt”, vindt ze. En waar gebruik je taal meer dan in een werksituatie?
Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk dus. Eerst bij een kledingwinkel voor vluchtelingen. Maar daar was ze al snel op uitgekeken. Een alternatief was gelukkig al vlot gevonden: “In Syrië heb ik EHBO geleerd. Er is daar niet veel kennis over EHBO, terwijl het oorlog is. Dan is het toch juist belangrijk om het te leren? Dus ben ik daar op zoek gegaan naar een cursus die ik kon doen en heb die behaald. Daarna hebt ik ook gewerkt als eerstehulpverlener.” En eerste hulp verlenen kan vast ook in Nederland, dacht ze. Dat klopt, bij het Rode Kruis!
Dierbaar
En zo kon het gebeuren dat ze op een goede dag een intakegesprek had bij Jan Gerrits en Fiona de Valk, coördinatoren bij locatie Salland-Midden. “Het was een heel fijn gesprek. Als ik terugkijk, vind ik het heel bijzonder hoe zoiets gaat. Ik kende ze niet en nu zijn het heel dierbare personen voor mij.”
Spannend
Dat het in het begin niet makkelijk was, is natuurlijk niet vreemd. “De eerste tijd vond ik het heel spannend. Ik was de eerste buitenlander in het team en ik sprak de taal nog niet zo goed. En iedereen kende elkaar al. Dus in het begin als ik op de fiets naar een bijeenkomst ging, dan zei ik tegen mezelf: ‘Ik kan dit doen. Ik ga dit doen.’ Het deed misschien zelfs een beetje pijn, want ik voelde me echt alleen. Ik miste de mensen in Syrië, waar ik met iedereen makkelijk kon praten. En ik hou zo van praten!“
Shock
Het Rode Kruis is een geweldige leerschool voor Noura. Niet alleen om bekwaam te worden in het hulpverlenen, maar ook in het leren van de taal. “Toen ik begon bij het Rode Kruis sprak ik Nederlands op A2-niveau, dus nog lang niet goed genoeg. Ik was echt in shock toen ik voor het eerst bij het Rode Kruis kwam. Nederlanders praten echt snel! En hier in Salland-Midden ook nog dialect.”
Ze vertelt over haar eerste keer bij een trainingsavond. De instructeur stak een heel verhaal af. En toen mocht zij zich voorstellen: “Ik zei: ‘Ik ben Noura en ik heb er niks van verstaan.’”
Uitdaging
De EHBO-opleiding was een behoorlijke uitdaging voor haar. “De theorie kon ik in het Engels doen. Maar bij de praktijkdag werd het lastig. Ik wist niet hoe ik medische dingen in het Nederlands moest zeggen. AED, reanimeren…ik kende de woorden niet. Ik had geleerd hoe ik ‘hoe gaat het’ zegt en wat ik moest zeggen in een winkel, maar dit niet. Toen wist ik: het is goed dat ik vrijwilligerswerk doe. Want hier kan ik de taal echt leren.”
Carnaval
Het eerste evenement waar ze als stagiair meedraaide, was carnaval. Haar ogen beginnen te stralen: “Ik had nog nooit zoiets meegemaakt! De gezelligheid, de mooie wagens, … En ik had voor het eerst m’n Rode Kruis-kleren aan.” Weer een nieuwe mijlpaal. En ze kon daar ook al een behandeling doen. “Nou ja, een pleister plakken, dus dat was makkelijk, haha.”
Kaartje
Inmiddels is ze helemaal ingeburgerd in het team van Salland-Midden. Ze vertelt over hoe ze werd opgenomen in het team. “Ik zal nooit de tweede les vergeten. Iedereen had kaartjes voor elkaar geschreven en ik dacht: nu ben ik de enige die geen kaartje krijgt. Maar er was wél een kaartje met mijn naam! En daar stond op: ‘Wat ben jij een prachtige aanvulling van ons team. Welkom!” Dat was heel belangrijk voor mij, want toen voelde ik dat ik erbij hoorde.”

Ontwikkelen
Noura werkt graag op de grotere evenementen, zoals carnaval, waar ze ook dit jaar weer is ingepland. En bij de Military in Boekelo wil ze ook graag weer worden ingezet. Ze draait het liefst diensten ’s avonds en ’s nachts, ‘want dan gebeurt er meer.’ Leren zit in haar bloed, want ook bij het Rode Kruis wil ze zich graag verder ontwikkelen: “Ik doe nu de verdiepende cursus voor evenementen eerstehulpverlener. En ik heb me aangemeld als biker.”
Familie
“Ik ben nu zo blij dat ik dapper was. Ja, ik vond het eng, het was best moeilijk. Toch deed ik het gewoon, omdat ik echt eerstehulpverlener wilde zijn bij het Rode Kruis. En nu sta ik hier. Ik heb niet alleen de taal beter geleerd en mijn kennis over EHBO vergroot, maar heb er ook een familie bij gekregen. Ik ben heel dankbaar.”