Voor de coronacrisis vulde Arifin Quispel zijn dagen als bedrijfsleider van een pannenkoekenrestaurant. Door de horecasluiting zat hij noodgedwongen thuis. Al snel kriebelde het om iets goeds te doen voor de medemens.
Tijdens zijn zoektocht stuitte Arifin op een oproep voor Rode Kruis-vrijwilligers. Hij was meteen geïnteresseerd. “Ik keek goed dat het werk niet de gezondheid van mijn partner in gevaar brengt, hij is namelijk chronisch ziek”, legt Arifin uit. Het vrijwilligerswerk als chauffeur van coronapatiënten voldeed voor hem aan deze eis. Sinds november rijdt Arifin coronaritten in district Utrecht. Hier kwamen in januari ook vaccinatieritten bij.
Hart voor de zaak
Arifin stelt zich beschikbaar voor zo’n vijftien tot twintig diensten per week (red. een dienst duurt zes à zeven uur). “Ik krijg ze niet allemaal toegewezen hoor”, zegt hij lachend. “De ene week draai ik vijf diensten, de andere week twee.” De vrijwilliger plant zijn andere activiteiten, zoals een huisartsenbezoek, rondom zijn werk bij het Rode Kruis. Zijn toewijding en passie voor het werk, maar ook dat van de andere vrijwilligers, is onmiskenbaar. Volgens Arifin denken patiënten soms dat het vervoer hun vaste baan is. “We krijgen vaak de vraag of wij dit werk fulltime doen, waarop we antwoorden dat wij vrijwilligers zijn. Patiënten zijn dan heel verbaasd, omdat ze het niet hadden verwacht. Dit zegt veel over de intensiteit waar we mee werken.” Toch doet hij dit met hart voor de zaak. “Anderen helpen zit in mijn aard. We doen het uit liefde.”
Arifin stapt de bus in. Foto: Jason Rafaël
Een helpende hand
De vrijwilliger beseft dat de nood hoog is. “We zitten vast in een lockdown. Als ik hier iets goeds in kan betekenen, is dat het minste wat ik kan doen”, geeft hij aan. Arifin en zijn collega’s vervoeren vooral patiënten die ontslagen zijn uit het ziekenhuis, omdat ze coronavrij zijn. “Je ziet wel dat ze het nodig hebben om vervoerd te worden. Ze zijn vaak ernstig verzwakt.” De vrijwilliger vindt het fijn dat hij deze patiënten helpt een perspectief te geven. Samen met zijn bijrijder brengt hij ze naar huis of naar een tussenlocatie om aan te sterken. “Wij zijn onderdeel van hun nieuwe toekomst, dat vind ik een mooi gegeven. We dragen echt iets bij”, benadrukt hij.
Twee kanten van de medaille
Volgens Arifin zitten er ruwe en mooie kanten aan het werk. “Soms haal je een patiënt op uit zijn eigen woning en breng je hem naar een vooralsnog onbekende plek, terwijl er niemand bij is. Geen partner, geen kind en geen kennis. Dat is bijna ondoenlijk”, vertelt hij. “Maar het is heel mooi om een patiënt vanuit het ziekenhuis terug te brengen naar de vertrouwde omgeving, waar een liefdevolle partner zit te wachten met een kopje thee.” Verder vindt Arifin het confronterend om de verschillen in de gezondheid van de patiënten te zien. “De ene patiënt is zeer verzwakt, terwijl de andere patiënt heel kwiek en opgewekt is. Dat raakt je en drukt je met je neus op de feiten”, zegt hij. Toch is Arifin altijd vrolijk. “Wij vervoeren onze patiënten met een vriendelijk woord en een glimlach. Verscholen achter ons mondkapje natuurlijk.”
Arifin achter het stuur van de Rode Kruis-bus. Foto: Jason Rafaël
Samen tegen corona
Arifin vindt het fijn om deel uit te maken van het Rode Kruis. Zo is het leuk om in contact te komen met andere vrijwilligers. “Ons team is heel divers. Het maakt niet uit wie je bent of waar je vandaan komt. Er heerst een groot saamhorigheidsgevoel onder alle vrijwilligers. Dat vind ik mooi”, zegt Arifin enthousiast. Hij sluit af met: “Iedere vrijwilliger heeft zijn of haar eigen beweegredenen om vrijwilliger te zijn bij het Rode Kruis, maar we hebben nu allemaal hetzelfde doel. We zijn op een goede manier tegen corona en willen iets betekenen in de huidige coronatijd.”
Tekst: Sabien Gijsberts