“Er kwamen mannen waar ik seks mee moest hebben”
Halfnaakt en met gescheurde kleren komt Angela* thuis. Ze is zestien als ze wordt aangerand in haar dorp in Latijns-Amerika. Haar ouders zijn boos, maar niet op de dader. Volgens hen is het Angela’s eigen schuld en moet ze trouwen met de man die haar aanrandde.
“Ik smeekte of ik mocht blijven, maar mijn ouders wilden er niets van weten,” vertelt Angela. “Ik hoefde niet meer thuis te komen.”
Radeloos gaat ze naar een vriendin van school. Via haar komt ze in contact met een aardige man, Carlo. “Als een vader was hij voor me. Carlo stelde me gerust en zei dat hij me een betere toekomst kon geven.”
Angela vertrouwt Carlo. Als hij voorstelt om naar Nederland te gaan, gaat ze dan ook met hem mee. Hij regelt papieren voor haar en verzorgt de reis. “Ik had helemaal niks meer, het leek de enige optie,” herinnert Angela zich.
Gedwongen seks
Maar eenmaal in Nederland wordt Carlo een totaal ander persoon. “Ik moest lingerie aan en er kwamen mannen waar ik seks mee moest hebben. Het was afschuwelijk. Ik kon niks meer, was gevangen. Deed ik niet wat de mannen wilden, dan werd ik gestraft en kreeg ik de hele dag geen eten.”
Na een verschrikkelijke tijd ontsnapt Angela. “Op een dag was Carlo bij me, maar hij werd afgeleid. Hij liep de kamer uit en liet de deur openstaan. Toen pakte ik snel wat kleding en rende ik weg.”
Mensenhandel
Angela doet aangifte bij de politie. Die vermoedt al snel dat er sprake is van mensenhandel en zorgt voor onderdak en medische hulp.
Maar Angela’s ellende is nog niet voorbij. Omdat ze nooit buiten is geweest en geen Nederlands spreekt, kan ze de politie weinig informatie geven. Ze heeft bijvoorbeeld nooit straatnaambordjes kunnen lezen en kan daardoor de politie niet vertellen waar ze opgesloten zat.
Daarom stopt de politie het onderzoek naar Carlo en vervalt Angela’s verblijfsrecht: ze moet terug naar haar geboorteland. Om langer te mogen blijven, heeft ze een paspoort nodig. Bovendien moet ze aantonen dat het niet veilig voor haar is in haar geboorteland en dat ze daadwerkelijk slachtoffer van mensenhandel is.
Vreemd land
Voor de gemiddelde Nederlander is het al een opgave om dit soort regels te begrijpen. Angela zat vanaf dag 1 opgesloten in een vreemd land waar ze de taal en haar rechten niet kent. Daarom krijgt Angela hulp van een juridisch vrijwilliger bij het project Ondersteuning Slachtoffers Mensenhandel (OSM) van het Rode Kruis. Die gaat met haar mee naar de advocaat, werkt samen met haar aan haar dossier en helpt met het aanvragen van een paspoort.
Trauma
Dat is niet eenvoudig. Angela is getraumatiseerd en wil niet terugdenken aan de vreselijke tijd waar ze doorheen is gegaan. Haar eerste aanvraag voor een nieuwe verblijfsvergunning is afgewezen.
Niet de enige
Helaas is Angela niet de enige met zo’n heftig verhaal. Mondiaal vallen jaarlijks 25 miljoen mensen ten prooi aan mensenhandelaren. Volgens de laatste cijfers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel zijn jaarlijks zo’n 6.250 mensen in Nederland slachtoffer.
* Angela en Carlo heten in werkelijkheid anders. Om privacy- en veiligheidsredenen worden verzonnen namen gebruikt. Ook de bijgevoegde foto is fictief.