“Geen idee hoelang we in de schuilkelder moeten blijven”
Opeens schrik ik wakker. Met een harde knal ketst een kogel af tegen de muur. Snel daarna volgt een doffe knal. De gevechten worden steeds heviger. Het lawaai is vergelijkbaar met het vuurwerk bij Oud en Nieuw. De oorlog is ineens heel dichtbij. Ik twijfel of ik naar de schuilkelder zal gaan of niet.
Door Merlijn Stoffels

Floortje Dessing en woordvoerder Merlijn Stoffels in de schuilkelder van het Rode Kruis in Jemen (foto: Merlijn Stoffels)
Mijn lokale telefoon gaat. Het is Floortje. Ze is mee op reis naar Jemen om een aflevering van haar televisieprogramma ‘Floortje naar het einde van de wereld’ op te nemen. ‘Je moet nu naar beneden komen’ zegt ze tegen me. Ik raap snel wat spullen bij elkaar, zoals een laken en een telefoon.
Floortje is zichtbaar geschrokken
Mijn hart gaat tekeer en mijn handen trillen. Ook Floortje is zichtbaar geschrokken. Alles is donker, want in de nacht worden de generatoren uitgezet om te voorkomen dat ze oververhit raken. Als we in de schuilkelder zijn maken we ons bed op. We bellen de radioroom om te vertellen dat we allemaal veilig in de kelder zijn.
Het geeft me een naar gevoel de gevechten te horen. Je weet dat er mensen in doodsangst verkeren en dat er op dit moment vlakbij doden en gewonden vallen.
Onderduiken in schuilkelder
Wij zitten in een beveiligde ommuurde compound die is afgesloten door een dikke deur die eruit ziet als een kluisdeur. De raampjes in de kelder zijn afgesloten met zandzakken waardoor er geen daglicht is.
Van het hoofd van de Rode Kruis-delegatie krijgen we te horen dat we de nacht in de kelder door moeten brengen. Al zit slapen er nu niet echt in, want ik zit vol adrenaline. Na wat pogingen geef ik het op en besluit om deze blog te gaan schrijven.
Ondanks de situatie waar we ons in bevinden gaat het goed met mij, en met het team van het rode kruis waarmee ik hier ben. Ik vind het best heftig om midden in de gevechten te zitten, maar dat is niets vergeleken bij het leed van de inwoners van Jemen..
— floortje dessing (@floortjedessing) December 3, 2017
Moeilijk om Jemen binnen te komen
Maandenlang hebben we deze trip voorbereid. In augustus werd ons visum ineens niet afgegeven. De tweede poging mislukte ook – we waren toen inmiddels al in het buurland Djibouti – want de luchthaven in Sana’a werd afgesloten.
Dat wij het land niet inkwamen was ongemakkelijk voor ons, maar voor de bevolking in Jemen is de grensblokkade levensgevaarlijk. 90 procent van alle producten wordt geïmporteerd, dus veel Jemenieten zijn door de blokkade verstoken van voedsel, medicijnen en andere levensbehoeften.
Welke hulp is nodig?
Onze derde poging lukt wel. Als we landen op de luchthaven in Sana’a zien we kapotgeschoten en uitgebrande vliegtuigen. Op de luchthaven staan behalve ons toestel nog twee andere vliegtuigen, maar die kunnen niet meer vliegen.
Juriaan Lahr, hoofd Internationale Hulp bij het Nederlandse Rode Kruis, reist ook met ons mee. Hij inventariseert de noden en onderzoekt hoe we vanuit Nederland kunnen bijdragen.
Onderweg naar #Jemen met een team van het Rode Kruis en @floortjedessing. In het door oorlog verscheurde land verslechtert de humanitaire situatie snel, maar de slachtoffers van het geweld zijn van het netvlies van de wereldgemeenschap verdwenen. @RodeKruis pic.twitter.com/Bpownvj6QY
— Merlijn Stoffels (@merlijnstoffels) November 29, 2017
In de aankomsthal is de schade van een bomexplosie, die hier een paar weken geleden plaats vond, nog niet gerepareerd. Ramen en de muren zijn gedeeltelijk verwoest. De kofferdragers proberen zo snel mogelijk onze spullen te bemachtigen, want waarschijnlijk zijn we de enige klanten van vandaag.
Hoe veilig is het op straat?
Onderweg naar het kantoor van het Internationale Rode Kruis zien we huizen die zijn verwoest, maar tegelijkertijd gaat het leven op straat gewoon door alsof er niets aan de hand is. Er zijn zelfs winkeltjes open.
Op de dag dat wij aankomen is er een markt op de binnenplaats van het hoofdkantoor van het Rode Kruis in Sana’a. Er worden taarten, traditionele kleding, schilderijen en noten verkocht.
De verkopers komen naar het Rode Kruis toe omdat de hulpverleners niet op straat mogen komen om te winkelen. Ze mogen zich alleen verplaatsen met auto’s. Dat is een hele uitdaging, want de routes moeten in verband met de veiligheid steeds worden aangepast. Niet voor niets want er zijn al diverse hulpverleners gegijzeld.
Strijdende partijen in huis van hulpverleners
Het lukt me niet om de slaap te vatten. De hele nacht hoor ik de gevechten. ’s Ochtends krijgen we het bericht dat de hulpverleners in een naburige compound naar de onze worden geëvacueerd. In de nacht zijn strijdende partijen hun huis binnengekomen en hebben op het dak stelling genomen. Daardoor lopen deze hulpverleners het risico om een target te worden.
Met een auto worden ze opgehaald en hiernaartoe gebracht. Gelukkig leggen de strijders ze geen strobreed in de weg en kunnen ze gewoon doorrijden. Het Rode Kruis wordt hier gelukkig gewaardeerd.
De hulpverleners komen vol adrenaline binnenlopen. Het zijn doorgewinterde collega’s, maar ook voor hen is dit geen dagelijkse kost. Het was juist de afgelopen tijd relatief rustig in Sana’a.
Tekst gaat verder onder de foto.

Het hoofdkantoor van het Rode Kruis in Sana’a, de hoofdstad van Jemen (foto: Merlijn Stoffels)
Hoe lang gaan de gevechten duren?
Net nu wij hier zijn laaien de gevechten op straat voor het eerst sinds 2016 weer op. Hoelang de gevechten gaan duren weet niemand. Er wordt druk overleg gevoerd om de partijen weer tot elkaar te brengen.
Gistermiddag kregen we nog wel de kans om naar het historische centrum van Sana’a te gaan om opnames te maken voor ‘Floortje naar het einde van de wereld’. In eerste instantie lijkt er niets aan de hand.
De gebouwen zijn prachtig beschilderd en hebben aan de binnenzijde gebrandschilderde ramen. De inwoners zijn extra mooi gekleed omdat het weekend is. Veel mannen dragen traditionele kledij, met een oude Arabische dolk op hun middel.
De mensen op straat zijn ook heel vriendelijk. Ze heten ons welkom in Jemen en proberen in gebrekkig Engels een praatje aan te knopen. Maar ze vertellen ook dat de oorlog een grote impact heeft. Ze hebben een gebrek aan alles zoals voedsel, schoon drinkwater en medicijnen.
Sanaa. Een bizar mooie stad in een door oorlog verscheurd land. Groter kan het contrast niet zijn. Met @floortjedessing maken we hier in #Jemen een aflevering voor haar programma ‘het einde van de wereld’ met een @RodeKruis hulpverlener. Wat een helden zijn dat! pic.twitter.com/GhOD8z187m
— Merlijn Stoffels (@merlijnstoffels) December 2, 2017
‘Stuk voor stuk helden’
In de schuilkelder, waar ik deze blog schrijf, zitten Rode Kruis-hulpverleners uit de hele wereld: Kenia, Mexico, Canada, Somalië. In totaal werken er zo’n 100 internationale collega’s in Jemen en zijn zo’n 550 lokale hulpverleners actief.
Voor mij zijn dit stuk voor stuk helden, die zich niet laten afschrikken door bommen, kogels en gijzelingen. Ze willen de mensen helpen en zijn bereid om daar risico’s voor te nemen.
In het hele land, zowel in oppositie- als regeringsgebied zijn meer van deze helden nodig, maar vooral meer hulpgoederen.
Crisis Jemen onder de aandacht brengen
In totaal heeft het Rode Kruis zo’n 110 miljoen euro nodig om de mensen die het zwaarst zijn getroffen door deze afschuwelijke oorlog heen te slepen. Dat is veel geld, maar alle kleine beetjes helpen.
In Nederland lijkt het lijden van de bevolking hier na een paar jaar oorlog van het netvlies te zijn verdwenen. Met deze missie hopen we hier een klein beetje verandering in te brengen.
Ondertussen hebben we geen idee hoe lang we in deze kelder zullen moeten verblijven. Terwijl ik weet dat er buiten onze poort mensen zijn die keihard hulp nodig hebben. Dat geeft me een machteloos gevoel.