Psychische hulp na Dorian: ‘Sinds Irma weten we hoe belangrijk dit is’
Sint Maartenaar Iris Hakkens is projectmanager bij de K1 Britannia Foundation, een rampenbestrijdings- en crisisteam dat na de verwoestende orkaan Dorian psychosociale hulp verleende op de Bahama’s.
Eerst hielden Iris Hakkens en het vijf jaar terug opgerichte K1 Britannia zich vooral bezig met de begeleiding van kwetsbare jongeren op Sint-Maarten. Na orkaan Irma vormde K1 een crisisteam (30 leden) dat door trainers van het Rode Kruis en Inspired werd klaargestoomd voor een gloednieuwe taak: psychosociale hulpverlening op de zwaar getroffen Bahama’s. Ze doen het naast vaste taken als data verzamelen, onderdak regelen en distributiebeheer.
“Op de Bahama’s splitste onze groep zich op in twee teams”, vertelt Hakkens. “Het team in Freeport managede en trainde Bahamaanse vrijwilligers die de distributie van voedsel en drinkwater in de meest getroffen gebieden moesten verzorgen. De ploeg in Nassau hielp bij het registreren van geëvacueerden en bood psychosociale hulp aan bij sociale diensten, opvangcentra en medische professionals.”
Hoe zag die hulp eruit?
“Aandacht schenken aan het emotionele welzijn van de getroffen bevolking, maar ook dat van teamleiders en vrijwilligers. Dat is héél belangrijk, daarvan zijn wij ons sinds Irma zeer bewust.”
Is het bestaan van jullie team een direct gevolg van Irma?
“Absoluut. Zonder Irma hadden wij onze internationale connecties nooit ontmoet. En als we niet hadden geweten hoe het voelt om een ramp mee te maken die zo vernietigend is dat je helemaal opnieuw moet beginnen, waren we niet het team geweest dat we nu zijn.”
Hoe ging je te werk op de Bahama’s?
“Ken je het psychologische principe ‘look-listen-link’? Dat is erg nuttig bij het verlenen van eerste psychologische hulp. Door te kijken en te luisteren, schat je de geestelijke schade in. Je vraagt wat er precies gebeurd is, en wat de behoeften en zorgen zijn. Daarnaast probeerden we te kalmeren, praktische problemen te tackelen en mensen te helpen bij het vergaren van informatie en het krijgen van sociale ondersteuning. Maar denk ook aan ‘kleine’ dingen: een hand op de schouder, eens een keer goed huilen, glimlachen en knuffelen. Wij probeerden de slachtoffers van Dorian ook hoop te geven, door te praten over onze eigen ervaringen met Irma bijvoorbeeld. Dan vertelden we dat ze erdoorheen komen omdat ze veerkrachtig zijn, nét als de bewoners van Sint Maarten.”

Hebben jullie de vrijwilligers van het Bahamaanse Rode Kruis ook psychische steun geboden?
“Niet direct. Maar ik had contact met vertegenwoordigers van het Amerikaanse Rode Kruis die nauw met hun Bahamaanse collega’s samenwerken. Zij hebben zicht op de behoeftes van lokale hulpverleners en de bevolking. Samenwerking tussen de hulpverleners is essentieel voor effectieve hulpverlening. Een ramp is een gebeurtenis zo catastrofaal dat die invloed heeft op het dagelijks leven. De lokale instanties kunnen de problemen niet oplossen. Dat betekent simpelweg dat de internationale organisaties, donoren en gemeenschap moeten doorgaan met steun geven aan de Bahama’s. En dat de Bahama’s open moet blijven staan voor buitenlandse hulp totdat ze sterk en veerkrachtig genoeg zijn om het over te nemen.”
Welk verhaal blijft je bij?
“Het verhaal van een vriend die op de Bahama’s in de verzekeringen werkt en die vertelde over een van zijn cliënten die met zijn twee zoons in hun ondergelopen huis zat. Opties: naar buiten gaan en door het stijgende water waden op zoek naar een veilige plek óf zijn zoons op het dak zetten. Bij optie één bestond de kans dat ze allemaal zouden verdrinken en bij optie twee zou de orkaan hen waarschijnlijk van het dak afblazen. Dat verhaal maakte mij duidelijk dat er in zo’n crisissituatie soms geen oplossingen zijn. Wat moet hij hebben gevoeld als vader; pijn, angst, verwarring – ik kan mij er nauwelijks iets bij voorstellen. Wat wij kunnen doen is naar dat soort traumatische verhalen luisteren. Want praten helpt.”

Iris Hakkens.