Rajuma vluchtte naar Bangladesh: “Ik weet niet hoe we hier kunnen blijven”
Rajuma Khatun is kapot. Sinds ze in Bangladesh aankwam heeft ze nauwelijks gegeten en geslapen. Met haar acht kinderen vluchtte ze voor het geweld in Myanmar. Ze woont er in een vluchtelingenkamp. Maar ook daar is ze niet veilig.
Met de hele familie onder een zeil
In een tijdelijk hutje dat bestaat uit enkele palen en een paar stukken plastic, zit ze met 17 leden van haar familie om zich heen, waaronder haar blinde schoonvader en haar acht kinderen.
“De reis duurde zeven dagen. We kwamen te voet en per boot en moesten veel geld betalen. Het was moeilijk de rivier over te steken. Er was zo veel modder.”
Sprankje hoop
Haar schoonvader heeft buikpijn, haar baby koorts. Gelukkig vestigt zich al snel een mobiel medisch team van de Bangladese Rode Halve Maan dichtbij het hutje van de familie. Rajuma kan met haar zieke familieleden langs voor gratis advies en medicatie.
“Mijn schoonvader heeft medicijnen gekregen van de Rode Halve Maan en hij voelt zich beter. Mijn baby had koorts en huiduitslag, maar ook hij voelt zich beter nadat ik hem medicijnen gaf.”

In een modderig tentenkamp als deze woont Rajuma met haar 17 familieleden in een hutje
Op zoek naar een ander onderkomen
Het onderkomen van Rajuma biedt weinig beschutting. Ook heeft ze geen eten, water of geld om iets te kopen. “Dit is geen goede schuilplaats”, zegt ze terwijl ze om zich heen kijkt. “Ik weet niet hoe we hier kunnen blijven. Er is hier niets. We zullen weer moeten vertrekken om ergens een veiliger plek te vinden. Met minder modder.”
Help Rajuma en haar familie
Sinds 25 augustus zijn 422.000 mensen uit de Rakhine-staat, Myanmar, over de grens naar Bangladesh gevlucht. Deze mensen hebben dringend hulp nodig. Voor 13 euro heeft Rajuma een matras, voor 25 euro heeft haar gezin een keukenset zodat ze kan koken. Help jij mee?