Tekst: Onno Elema
Zaandam 4 december. Het was een doodnormale decembernacht, die van woensdag op donderdag, toen ik rond 02:10 uur bruusk werd gewekt door mijn telefoon. In het halfdonker turend naar het scherm drong het tot me door: een oproep voor Bevolkingszorg. Tja, dat betekent maar één ding: opstaan!
Wat bleek? Rond 00:15 uur was er brand uitgebroken bij het Sociaal Pension Zaanerf van het Leger des Heils in Zaandam. Brandweerwagens, ambulances en politie waren al ter plaatse, en de vraag vanuit de piketdienst van het Rode Kruis was duidelijk: “Kunnen jullie helpen met de opvang van de evacuees?”
En natuurlijk konden wij dat. Kort daarna volgde een sms met de opvanglocatie: de brandweerkazerne aan het Prins Bernhardplein. Zonder gedoe — en vooral zonder mijn vrouw Marianne wakker te maken — kleedde ik me in stilte aan en sloop muisstil de deur uit. De auto in, de straat op, en hop, op weg naar de kazerne.
Bij aankomst trof ik mijn collega Gerda en Sandra, onze teamleider. Eenmaal binnen in de kantine zagen we zo’n vijfentwintig evacuees die inmiddels voorzien waren van een warme kop koffie of thee, dankzij onze brandweerhelden. De sfeer was, verrassend genoeg, gemoedelijk. Het leek erop dat iedereen elkaar kende en elkaar geruststelde.
Tijdens de gesprekken kwam het verhaal langzaam naar voren: de brand was vermoedelijk in een van de slaapkamers ontstaan en had een flinke rookontwikkeling veroorzaakt. Één bewoner was per ambulance naar het ziekenhuis gebracht, maar gelukkig leek het voor de anderen mee te vallen. Toch was het duidelijk dat de schrik erin zat. Iedereen ging daar zo op zijn eigen manier mee om: sommigen rookten buiten een sigaret, de ander een extra kop koffie en weer een ander wilde graag praten over het gebeurde.
Rond 03:15 uur kwam de Officier van Dienst-Brandweer (OvD-B) met minder goed nieuws: terugkeren naar hun kamers zat er voorlopig niet in. Acht kamers waren voorlopig onbewoonbaar. Gelukkig had de Officier van Dienst-Bevolkingszorg (OvD-BZ) inmiddels twee hostels geregeld voor tijdelijke opvang. Met busjes van de brandweer werden de bewoners in groepjes van vier naar hun tijdelijke slaapplek gebracht.
Toen iedereen veilig was ondergebracht, was onze taak volbracht. We sloten af met een korte evaluatie en keerden huiswaarts, om nog van een korte nachtrust te genieten.
Maar rust? Dat zat er niet echt in. Vijf december betekent maar één ding: Sinterklaas! En als opa kun je natuurlijk je kleinkind niet teleurstellen. Dus, met een paar uur slaap en een hoop voldoening, was het tijd om Sinterklaasliedjes te zingen met ons kleinkind op schoot. ‘s Nachts een redder in nood, ‘s morgens zwaaien naar de stoomboot; zo gaat dat soms!