Het Rode Kruis heeft vele toegewijde vrijwilligers die zich soms wel tientallen jaren inzetten. Toch is het jubileum dat Marijke Sturing-Struik dit jaar viert zeldzaam. Al vijftig jaar, sinds 1974, is zij actief. En Marijke is helemaal nog niet van plan om te stoppen met haar werk voor het Rode Kruis. Op de foto’s hierboven krijgt zij een onderscheiding uitgereikt van Districtsvoorzitter Joost Heins tijdens het Feest van Rkenning dat plaatsvond op 28 juni. Lees hieronder haar persoonlijke verhaal.
‘In juni 1969 kwam ik op 22-jarige leeftijd in Rijsenhout wonen met twee kinderen van twee en drie jaar. Toen de kinderen naar school gingen ben ik al snel gaan helpen met vrijwilligerswerk bij het lezen in groepjes. Later ben ik samen met een onderwijzer vier jaar met een klas mee gaan helpen met handarbeid op de donderdag. Ook werd ik vrijwilliger bij de knutselclub in dorpshuis de Reede.
Ik werd in die tijd ook gevraagd om vrijwilliger te worden bij de Welfare van het Rode Kruis. Per 1 januari 1974 ben ik de cursus gaan doen, 12 ochtenden in de gereformeerde kerk in Hoofddorp samen met Corrie de Wagt (zij is helaas overleden), die mijn beste vriendin is geworden. Met haar besprak ik alles. Welfare betekende de mensen thuis bezoeken en ze te leren handwerken, breien, haken en borduren. We leerden op de cursus wat voor handwerken we konden doen met de mensen. We hadden les van de freule, die altijd werd begeleid door juffrouw Vaders. De koffie moesten we zelf betalen en het handwerkmateriaal ook, dat was toen 12 gulden en 50 cent. Ik ben tijdens de cursus meteen aan het werk gegaan bij een mevrouw en een heer. Daar ging ik iedere week naar toe. Bij de een op dinsdagmiddag en de ander op donderdagmiddag.
Mevrouw Schuurman was de coördinator en ik heb het langzaam van haar over genomen. Ik weet niet hoelang ik coördinator ben geweest, maar toch zeker 25-30 jaar. Ik was daar drie dagen per week mee bezig. Ik kreeg van de huisartsen mensen door die eenzaam waren om te bezoeken en te begeleiden en in te schrijven voor vakantieprojecten. De Welfare bestond uit ongeveer 15-18 dames die bij de mensen op bezoek gingen. Elke maand kwamen we bij elkaar voor een vergadering. Ook deden we 4x per jaar een uitje met onze cliënten. Bijvoorbeeld een Snertdag in het Rode Kruisgebouw, winkelen of een boottocht. Het was altijd weer een heel werk om alle mensen met auto’s naar het Rode Kruisgebouw te krijgen in Hoofddorp. Ik deed de intake-gesprekken met de mensen en vroeg dan aan een welfare dame of zij het daarna van mij over kon nemen.
De mensen werden 1x per week of per twee weken bezocht. Niet alleen voor een praatje maar ook om te helpen met handarbeid, een boodschap of een wandelingetje. Met elkaar bezochten we ongeveer 45-50 mensen in Rijsenhout, Burgerveen, Rozenburg en Aalsmeerderbrug. Daarnaast werden we ook gevraagd om te helpen als een soort burgerzorg. Toentertijd was dat hoofdzakelijk om als mensen opgevangen werden te helpen met praktische zaken zoals eten en drinken. Maar bijvoorbeeld ook al om naar de apotheek te gaan voor medicijnen of om kinderen van school te halen.
Later kregen we een cursus en een test of je het wel aan kon. De cursus kregen we van Karin Hermeler en dat was veel uitgebreider. Via die cursus kwamen we ook elke maand bij elkaar voor oefeningen. Ondertussen heet dit Bevolkingszorg en komen we nog steeds 1 keer per maand bij elkaar. Ik ben regelmatig ingezet bij b.v. de Tsunami in 2004. We vingen de mensen op die daar vandaan kwamen, haalden ze op van het vliegtuig en herenigden ze met de familie die naar Schiphol kwam om ze op te halen. Ik denk dat ik wel een nacht of zes à zeven op Schiphol ben geweest rond Kerst en Oud en Nieuw. Nooit zal ik dat echtpaar vergeten met twee dochtertjes en een babyzoon van negen maanden. Zij was in het ene vliegtuig met de dochters, hij in het andere vliegtuig met hun zoontje die verdronken was. De Schiphol pastor haalde hem op uit het vliegtuig en wij stonden als in een haag hem op te wachten, allemaal in uniform zoals KLM, Rode Kruis en anderen. Het was doodstil…. heel indrukwekkend.
Ook zijn we regelmatig ingezet op Schiphol in verband met sneeuwstormen, een vliegtuigbom, een treinramp, maar ook in verzorgingshuizen als er bijvoorbeeld norovirus was uitgebroken en er te weinig personeel was om hen tijdelijk te vervangen.
Ik ben nu 77 jaar en heb net weer een jaarlijkse cursus om verder te kunnen weer gehaald. Ik hoop dat ik nog jaren mee kan.’