In 2012 besloot het Rode Kruis opdracht te geven voor een wetenschappelijk onderzoek naar het oorlogsverleden. Deze opdracht is gegeven aan het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD). Vandaag heeft het NIOD het boek Kwesties van Leven en Dood – de rol van het Nederlandse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog officieel gepresenteerd tijdens een openbare bijeenkomst in de Balie in Amsterdam. Hieruit blijkt dat het hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis (NRK) zich tijdens de Tweede Wereldoorlog zonder veel weerstand neerlegde bij anti-Joodse maatregelen en ernstig tekortschoot bij hulp aan de vervolgde Joden in Nederland. Ook Nederlandse politieke gevangenen in kampen buiten Nederland moesten het over het algemeen zonder hulp van het Rode Kruis stellen. Het bestuur is te verwijten dat het, hoe complex ook onder het juk van de Duitse bezetter, meer lef en creativiteit had kunnen en moeten tonen voor de mensen in nood. Tegelijkertijd zijn in het boek ook veel verhalen te lezen van individuele vrijwilligers en lokale afdelingen die wel met gevaar voor eigen leven hulp verleenden.
Inge Brakman, voorzitter van het Rode Kruis, reageerde vandaag in De Balie in Amsterdam op het onderzoek van het NIOD: “Wij willen ons niet verschuilen achter de positieve verhalen uit de oorlog, maar onszelf hard confronteren met het feit dat we kwetsbare groepen in de samenleving genegeerd hebben. Onze excuses aan de Joodse gemeenschap, aan slachtoffers en nabestaanden, horen bij het erkennen van de fouten tijdens en na de oorlog. Juist een humanitaire organisatie als het Rode Kruis mag nooit wegkijken en we zullen er alles aan moeten doen om dat te voorkomen.” Gijs de Vries, directeur van het Rode Kruis, lichtte toe hoe de hulporganisatie lessen trekt uit het verleden: “Het is nooit te laat om bewust te zijn wat het verleden ons leert. Naast een symbolische fysieke herinnering aan het verleden in het verenigingskantoor van het Rode Kruis in Den Haag, zodat we elke dag even stilstaan bij de geschiedenis, stellen we een moreel beraad of ethische commissie in. Dit ‘interne geweten’ zal continu toetsen of we als Rode Kruis wel handelen naar onze grondbeginselen en of we de meest kwetsbaren helpen.”
Het Rode Kruis heeft ook workshops ontwikkeld voor medewerkers en vrijwilligers van het Rode Kruis, waarin ze leren om te gaan met dilemma’s in hulpverlening.