Rotterdam-Rijnmond
Word vrijwilliger Doneer

“Als je de mensen weer een beetje blij hebt gemaakt”

Geplaatst op 21 mei 2020

Iris (23): “Als je de mensen weer een beetje blij hebt gemaakt met wat je hebt gedaan, dan denk ik meteen: ik wil morgen weer.”

De gedreven Iris (23) uit Hoek van Holland is een aantal weken geleden begonnen als Ready2Helper bij het Rode Kruis. Haar zorgachtergrond en proactieve houding zorgden ervoor dat haar collega’s al gauw inzagen dat Iris meer in haar mars had. “Ik dacht vanuit mezelf gewoon, ik kan veel meer dan dit. Ze hebben hier hulp nodig, waarom zou ik het niet aanbieden?”

Met haar afgeronde zorgstudie Persoonlijk Begeleiden Gehandicaptenzorg op zak was de 23-jarige Iris van Vlijmen ervan verzekerd dat zij haar kennis en kunde in kon zetten op de cohortafdeling van het Laurens verpleeghuis in Overschie. “Ik had bij mijn eerste dienst direct aangeven dat ik mensen kon wassen, aankleden, metingen kon doen, enzovoort. Nu ben ik aangenomen als flexkracht bij Laurens en ben ik vorige week begonnen.”

Zorgen voor ouderen, dat wil ik ook
Doordat ze nu weer met ouderen is gaan werken, komt een lang gekoesterde wens voor haar weer naar boven. Iris heeft voorheen vooral gewerkt met jongeren met een beperking en verslavingsproblemen. De oorspronkelijkelijke reden voor Iris om de zorg in te gaan, was het ziektetraject van haar opa die zeven jaar geleden overleed, wat zij van dichtbij heeft meegemaakt. “Toen hij overleed, dacht ik: zorgen voor ouderen, dat kan ik en dat wil ik ook”, legt Iris uit. Dit is voor Iris een mooie kans om haar ambitie, het zorgen voor ouderen in de palliatieve sfeer, op deze manier verder kan ontwikkelen.

Een mooi laatste stukje
Iris vertelt ons dat dat sommige patiënten op de cohortafdeling herstellen, maar er ook veel komen te overlijden. “Ik vind het heel lastig, maar aan de andere kant hoort het er wel bij. Daarom wil ik juist ook op deze afdeling werken, omdat je dan nog extra het laatste stukje mee wil geven.”

Sommige mensen hebben hele specifieke verzoeken, zoals de Kerk horen op de tablet. “En dan doen we dat gewoon”, zegt Iris vastberaden. Ook zorgt zij ervoor dat patiënten met familieleden kunnen facetimen. “Dan zie je de patiënt echt ineens opbloeien, je ziet ze heel anders terugkomen. Dan leven ze ineens een beetje op.”

Tweestrijd
De betrokken houding van Iris zit haar werk op de palliatieve afdeling soms in de weg. “Daarom ben ik eerder ook uit de ouderenzorg weggegaan, omdat ik vaak te snel met de mensen bindt. En hoe graag je het ook wil, dat moet je op een palliatieve afdeling absoluut niet doen. Het is leuk voor even, maar als ze komen te overlijden kan je er echt nog lang mee zitten en daar had ik wel moeite mee.”

Dit kan voor Iris wel een lastige tweestrijd zijn. Aan de ene kant wil ze graag met de ouderen een band opbouwen, verhalen vertellen aan elkaar en luisteren naar elkaar. Aan de andere kant moet ze voor zichzelf ook een beetje afstand proberen te bewaren. “Dat lukt mij bij opa en oma ook niet, dus dat lukt mij hier ook niet. Ik heb er hier tien opa’s en oma’s bij, bij wijze van!”

Eenzaamheid als grootste zorg
De negatieve gevolgen van deze isolatie ligt volgens Iris vooral in de eenzaamheid onder de ouderen. “Bezorgdheid hebben ze niet echt meer, omdat ze wel weten op wat voor afdeling ze liggen en waarom ze daar komen. Eenzaamheid is denk ik het ergste wat ik hier heb gehoord. Als iemand zegt: “ik voel me zo eenzaam vandaag”, dat vind ik moeilijk. En dan denk ik, kom. Dan gaan we lekker puzzelen.”

Steun bieden
De grootste drive voor Iris om hier te werken is om bij te dragen aan het verminderen van die eenzaamheid. “Het doet me zo goed om te voelen dat je de mensen weer een beetje blij hebt gemaakt met wat je hebt gedaan. Soms is het alleen al als je naast ze staat, naast het bed zit, of even hun hand vasthoudt. En soms is het wel iets meer dan dat. Dan denk ik meteen, ik wil morgen weer.”

Waardering voor de vrijwilliger
Iris spreekt haar waardering nadrukkelijk uit voor vrijwilligers zonder zorgachtergrond die toch meehelpen. Dit is iets wat ze moeilijk weet te begrijpen, maar wat ze toejuicht met haar hele hart. “Daar heb ik heel veel respect voor. En dat zeg ik ze ook altijd als ik ze zie; dat ik dat niet kan begrijpen. Je kiest voor de zorg, of je kiest er niet voor. Je moet er toch echt wel een persoon voor zijn. Dat er hier dan vrijwilligers staan die dat tóch maar even gaan doen; dat vind ik écht mooi.”

Toekomst
Iris is heel erg blij met haar werkplek en waar ze nu terecht is gekomen. “Ik hoop dat ik hier nog even mag blijven, een vervolgopleiding mag doen als verpleegkundige en dat ik dan nog meer mensen kan helpen.” Haar ambitie is om verder te studeren naast haar werk en uiteindelijk op de palliatieve afdeling te kunnen werken als verpleging. Haar grootste wens voor de nabije toekomst is dat de coronacrisis zo snel mogelijk voorbij is: “Ik zou zo graag willen dat al deze mensen gewoon herstellende zouden zijn. Dat is een hele mooie droom.”

Tekstschrijver: Renée de Leau | Fotograaf: Vera Bos

Meest recente berichten

Rode Kruis wil voedselhulp in Rotterdam opschalen

3 april 2023

Het Rode Kruis ziet de vraag om voedselhulp in Nederland al maanden toenemen. Sinds begin dit jaar helpen de hulporganisatie en zijn lokale partners landelijk gemiddeld 6000 huishoudens per maand met een wekelijkse boodschappenkaart ter waarde van 17,50 euro. In totaal staan er minimaal 2300 mensen op de wachtlijst voor zo’n kaart die besteed kan worden in de supermarkt. Daarom wil het Rode Kruis deze voedselhulp verdubbelen: van 20.000 duizend bereikte mensen in 2022, naar minimaal 40.000 mensen in 2023. Om dit te bereiken, opent het Rode Kruis Gironummer 5125.

Lees meer