Rotterdam-Rijnmond
Word vrijwilliger Doneer

Sander: “Hen soms even iets meer een thuisgevoel geven: dat vind ik heel mooi.”

Geplaatst op 01 juli 2020

Omdat Sander in Hoorn woont, overnachtte hij deze week in een hotel in Vlaardingen. Op deze manier, kon hij dag na dag klaarstaan op de cohortafdeling van het Laurens verpleeghuis. Op deze afdeling verblijven ouderen met een bewezen infectie van het coronavirus (COVID-19). Tijdens de lunchpauze op zijn laatste werkdag bij het verpleeghuis had Sander even de tijd om ons wat te vertellen over zijn ervaringen.

Videobellen met familie
Sander vertelt dat hij in deze week het verzorgend personeel bijstaat door de ouderen maaltijden te brengen, kopjes koffie en thee uit te delen en met hen te praten. “We zorgen dat hen verteld wordt waarom ze hier zijn, dat ze verwend worden en dat ze zich gehoord voelen. Omdat de verzorging het heel druk heeft, hebben ze daar niet veel tijd voor”, legt Sander uit. “Dus dat doen wij.”

Omdat de ouderen in isolatie zitten op de afdeling waar Sander werkt, is het niet mogelijk voor hen om bezoek te ontvangen. Om toch contact te kunnen hebben, helpen vrijwilligers zoals Sander de ouderen met videobellen. “Het kost even tijd voordat ze klaar kunnen zitten met die tablet en echt contact kunnen hebben. Dus daar zijn wij dan weer heel goed voor, omdat wij daar echt tijd voor kunnen maken.”

Ver van huis
Hoewel zijn ouders het wel gewend zijn dat Sander af en toe uitvliegt om dit soort werk te doen, gaven ze hem mee om voorzichtig te zijn. “Ik dacht wel: ga ik dat echt doen? De hele week in Rotterdam? Dus ik denk er wel goed over na, maar ik zag het niet als een drempel.”
Sanders nuchtere houding en kijk op de situatie maakt indruk op ons. “Ik vind het wel bijzonder dat ik zo kan helpen. Het is voor mensen die hier wonen natuurlijk best beangstigend dat ze uit hun vertrouwde omgeving gehaald worden en in een isolatie worden gezet. Er mag niemand langskomen. Dus dat is voor hun best een lastige tijd.”

Desoriëntatie en verwarring
Sander vertelt ons dat omgaan met de verwarring die er bij de ouderen heerst in deze tijd soms moeilijk kan zijn. “Er was bijvoorbeeld een meneer die zijn middagdutje had gedaan en opeens op zijn blote voeten de gang op liep, terwijl hij “waar ben ik?” en “wat doe ik hier?” riep. Dat is wel heel triest”, vertelt hij. Sander merkt dat hij het lastig vindt om meerdere keren per dag de huidige crisissituatie te moeten verwoorden. “Want hoe leg je dat eigenlijk uit? Het is voor jezelf al lastig om te bevatten.”

Gekke pakken
Naast het gevoel van desoriëntatie, merkt Sander dat de speciale beschermingskleding voor zorgmedewerkers ook voor een vervreemdende ervaring kan zorgen bij de patiënten. “Iedereen loopt hier in van die gekke pakken, dus het is een hele rare situatie. Ik kan me echt wel voorstellen dat je wakker wordt en je weet al niet meer waar je bent, vervolgens komen er allemaal van die marsmannetjes op je af gelopen- dat is natuurlijk heel raar.”

Blijdschap als drive
Voor Sander is de grootste motivatie om de ouderen een vertrouwd gevoel te geven tijdens hun opname. “De blijdschap is enorm als de mensen weer even met hun familie kunnen praten of als je merkt dat ze het eten lekker vinden. Hen soms even iets meer een thuisgevoel geven: dat vind ik heel mooi.”

Heel mooi, maar heel anders
Sanders nuchterheid en loyaliteit siert hem enorm en zijn besef van wat het betekent om vrijwilliger te zijn voor het Rode Kruis is groot. “Dat weet je als je bij een noodhulporganisatie bent. Dan kan je zomaar opeens hier zitten”, merkt hij op.
Zijn vastberaden instelling om zich op jonge leeftijd in te zetten als hulpverlener in crisisomgevingen is mooi om te zien. Natuurlijk is het jaar heel anders gelopen dan hij had verwacht: als enthousiaste vrijwilliger voor verschillende evenementen keek hij uit naar gezellige sfeer met collega’s op de Zwarte Cross. “Maar je krijgt er veel voor terug. En dat is ook heel mooi, maar gewoon heel anders.”

Tekst: Renée de Leau, Beeld: Vera Bos

Meest recente berichten

Rode Kruis wil voedselhulp in Rotterdam opschalen

3 april 2023

Het Rode Kruis ziet de vraag om voedselhulp in Nederland al maanden toenemen. Sinds begin dit jaar helpen de hulporganisatie en zijn lokale partners landelijk gemiddeld 6000 huishoudens per maand met een wekelijkse boodschappenkaart ter waarde van 17,50 euro. In totaal staan er minimaal 2300 mensen op de wachtlijst voor zo’n kaart die besteed kan worden in de supermarkt. Daarom wil het Rode Kruis deze voedselhulp verdubbelen: van 20.000 duizend bereikte mensen in 2022, naar minimaal 40.000 mensen in 2023. Om dit te bereiken, opent het Rode Kruis Gironummer 5125.

Lees meer