Jozé van der Kolk verbaasd door koninklijke onderscheiding
u003cemu003eTekst: Mark Stolku003c/emu003ernrn‘Ik was verrast’ zegt Jozé.rn‘Wesley zou me namelijk in zijn auto meenemen naar het archief in Alkmaar. Op 26 april. Zijn plannen wijzigden; hij vroeg me om die dag ook mee te gaan naar de opening van een expositie in een museum in Heerhugowaard. De burgemeester zou daar ook zijn. Ik trok daarom een mooi jurkje aan.rnVoordat we bij Alkmaar waren moesten we plotseling terug, want er was iets vreemds aan de hand met zijn hondjes, zijn moeder belde hem daarover.rnWesley is trouwens mijn stamboom-vriendje, we pluizen samen – als hobby – het verleden af op zoek naar onze roots. Vandaar het bezoek aan het archief.rnToen we bij hem thuis aankwamen was het plotseling niet meer nodig en reden we door. Naar het stadhuis in Purmerend. Ik vond dat wel raar, maar goed.rnOp het stadhuis viel het kwartje toen ik mijn familie en mijn man Nico zag staan.rnNatuurlijk heb ik wel eens gezegd, als gekkigheid: wéér geen lintje dit jaar.rnDit jaar dus wel…rnDat verraste me’rnrn‘Ik zit meer dan 25 jaar bij het Rode Kruis, begonnen als hulp van de voorzitter van Zeevang, die ook in het bestuur van Zaanstreek Waterland zat.rnHij was dyslectisch en ik keek wat hij schreef altijd na. Dat heb ik een aantal jaren gedaan, toen nog niet officieel als vrijwilliger.rnOfficieel Rode Kruis vrijwilliger werd ik toen ik secretaris voor Zeevang werd. Zo maakte ik onder andere ook de Sociale Kaart voor heel Zaanstreek-Waterland. Omdat ik zoveel wist over het sociale gebeuren werd ik gevraagd als bestuurslid voor de Sociale Hulp.rnrnToen Zaanstreek Waterland zonder bestuur zat ben ik ook een jaar lang zelf het bestuur geweest.rnHet idee voor betaalde krachten voor het werven van vrijwilligers komt bij mij vandaan, de regionale organisatie heb ik in kaart gebracht – wie doet wat, en ik werd coördinator netwerken en vervoer.rnrnIn een coördinatorenoverleg vroeg de toenmalige coördinator communicatie om een notulist. De bedoeling was dat ik de notulen deed en de administratie. Het was niet de bedoeling dat ik iets zei, althans me bemoeide met de inhoudelijke aspecten. Maar ik en niets zeggen, dat is wel een lastige. Ik vind het juist leuk om me ergens mee te bemoeien, om iets voor elkaar te krijgen. Toen zij stopte als vrijwilliger, nam ik het stokje over en nu begeleid ik het communicatieteam.rnrnAls je zo lang bij het Rode Kruis zit dan ken je iedereen binnen de organisatie. En als ik iemand niet ken stap ik op hem of haar af en maak kennis.rnDan wordt er vaak een beroep op je gedaan, iedereen kent me: Jozé ken jij, Jozé weet jij wie, Jozé..? Ik vind dat niet erg, ik vind het leuk, ik vind het prettig om mensen te helpen.’rnrn‘Wie mij heeft voorgedragen? Wesley heeft mij voorgedragen voor een Koninklijke onderscheiding. En de burgemeester las voor uit zijn aanbevelingsbrief.’rnrnIdealen nastreven staat erin. Doen, helpen, tomeloze inzet. Vanaf 1990 bij het Rode Kruis.rnEn ze leeft volgens de principes van Rode Kruis: voorkomen en verzachten van menselijk lijden, beschermen van kwetsbaren en waarborgen van respect voor het individu.rnrn‘De koninklijke onderscheiding was voor mijn werk voor het Rode Kruis, zei de burgemeester.rnHet is trouwens eigenlijk een strik, de damesuitvoering van het lintje.’rnrn‘Maar ik was verrast.rnEn verbaasd. Dat ik alleen al voor mijn werk voor het Rode Kruis die Koninklijke onderscheiding heb gekregen. Dat dat dus genoeg was voor een lintje.rnDat heb ik hem nog gevraagd of het alleen daarvoor was. Ik heb namelijk ook jaren voor het KWF de collecte georganiseerd in de Purmer Noord. Dat stond niet in de aanbeveling, zei de burgemeester.’rnrn‘Of ik trots ben op de onderscheiding? Jazeker, hij krijgt een mooi plekje in de kast. Als er weer plaats voor is, mijn huis staat nu tijdelijk wat vol met spullen van mijn dochter, die aan het verhuizen is.’