Na bijna zestig jaar trouwe dienst, is Flory Daniel-Ronnenbergh (90 jaar) een van de meest ervaren vrijwilligers binnen het Rode Kruis. Van hulpverlening tijdens grote evenementen tot spoedeisende situaties op snelwegen. Flory’s passie voor het helpen van anderen is door de jaren heen nooit vervaagd. Haar verhaal begint al in 1966 toen ze zich samen met een vriendin aanmeldde bij het Rode Kruis als vrijwillige hulpverlener.
Door: Tijanni van Groeningen, vrijwillig reporter Gooi & Utrecht
Koninklijke onderscheiding
In die eerste drie decennia van haar vrijwillige loopbaan maakte ze deel uit van ambulance snelwegprojecten, hielp ze mee met de evacuatie van verpleegtehuizen tijdens de watersnoodramp van 1995 en startte ze een samenwerkingsverband voor wederzijdse oefeningen met het Amerikaanse Rode Kruis op de vliegbasis Soesterberg.
Vandaar dat ze in 1996, na 30 jaar trouwe dienst, in de watten werd gelegd. Ze mocht een koninklijke onderscheiding in ontvangst nemen voor haar ‘meer dan gemiddelde inzet’ voor de colonne Amersfoort. “Die waardering was erg mooi”, zegt ze bescheiden.
De oproep naar Prinses Margriet
Tot halverwege de jaren 70, had de Amersfoortse afdeling van het Rode Kruis geen eigen verenigingsgebouw. Nadat de lokale vrijwilligers het lange tijd zonder vaste stek moesten doen, had Flory een groot aandeel in de inzamelingsactie waar in 1976 uiteindelijk het pand aan de Weverssingel in Amersfoort mee aangeschaft kon worden. Toen die locatie eenmaal ook niet meer aan de eisen voldeed, ging Flory opnieuw langs bij bedrijven en particulieren. Dit keer om de locatie aan de Columbusweg te bekostigen. De plek waar het Amersfoortse Rode Kruis nog steeds te vinden is.
De aankoop van dit gebouw was voor Flory reden genoeg om aan te dringen op een grootse opening. Prinses Margriet, die immers ook een opleiding had afgerond bij de afdeling Amersfoort, was daar de aangewezen persoon voor. “Normaal gesproken hoort het bestuur zoiets te vragen, dus die waren er in de eerste instantie niet zo blij mee dat ik gewoon een brief gestuurd had. Die waren bang dat ze bij het Koninklijk Huis boos zouden worden omdat het protocol niet gevolg werd. Maar Prinses Margriet reageerde meteen dat ze het leuk vond om te doen, dus achteraf was het bestuur er hartstikke blij mee”, aldus Flory.
Het snelwegproject Hoevelaken
Naast de reguliere hulpverlening die Flory uitvoerde tijdens evenementen maakte ze ook deel uit van het ambulance-snelwegproject op het kruispunt Hoevelaken, waar ze vanaf het begin tot het einde van het project actief is geweest. Gedurende die periode heeft ze ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waaronder een incident waarbij er een auto op zijn kop in een sloot belandde, met tragische gevolgen voor de inzittenden.
“Het ging om een echtpaar met een kind. De vrouw die in de auto zat is later in het ziekenhuis overleden aan een tweede verdrinkingsdood,” vertelt Flory. “Ik heb toen nog wel het ziekenhuis gebeld in Ermelo, waar ze naartoe gebracht waren om te horen hoe het met die mevrouw afgelopen was. Want ik wilde weten of onze hulpverlening adequaat was geweest. En dat was gelukkig het geval, wij hadden dat niet kunnen voorkomen.”
De SIGMA-dienst
Naast het ambulancesnelwegproject heeft Flory ook de gehele duur van de SIGMA-dienst meegemaakt, oftewel de ‘snel inzetbare groep ter medische assistentie’. “Wij kregen daarvoor een opleiding die gelijk staat aan de chauffeur van de huidige ambulancedienst. Dat houdt in het klaarmaken van infusen en het beoordelen van vitale functies. Vervolgens moesten we kijken waar adequatere hulpverlening nodig was. ”Dat waren niet de makkelijkste leerroutes,” legt ze uit. “Het was heel zwaar, want het was de ene cursus na de ander. En om de twee jaar moesten we ons opnieuw certificeren en opnieuw een examen doen. Dus ja, dat was best wel pittig.”
Flory prijst zich echter gelukkig dat ze in haar tijd bij de SIGMA weinig ernstige incidenten heeft meegemaakt. “Ik hoorde altijd van andere collega’s van het SIGMA, dat ze onderweg naar hun werk weer een ongeval zus, of een ongeval zo hadden meegemaakt. Dat is mij, gelukkig voor de betrokkenen, grotendeels bespaard gebleven.” Dat had ook zo zijn negatieve kanten, want hoewel ze altijd paraat stond, erkent ze dat het gebrek aan ervaring tijdens echte noodsituaties het soms lastig maakte om snel te handelen. “We deden het gewoon niet vaak genoeg om heel soepel een infuus klaar te maken of een injectiespuit te vullen.”
EHBO blijft ontwikkelen
Desondanks volgt ze met haar 90 jaar nog steeds de EHBO-bijscholingen. “Je moet wel bij blijven”, zegt ze. “Er zijn ook nieuwe ontwikkelingen, en er is bepaalde kennis die wegzakt op een gegeven moment. Dan is het goed dat ik bepaalde dingen weer een keer gehoord heb.” Ook in haar privéleven heeft ze nog steeds profijt van de kennis die ze uit die cursussen heeft opgedaan. “Wat er vroeger niet was, was kinderreanimatie. Dat zit nu wel in de lesavonden die je volgt. Ik heb nu zelf twee achterkleinkinderen. Dus als er iets met die twee gebeurt, dan weet ik in ieder geval hoe ik handelen moet”, zegt ze.
Opladen en scherp blijven
De grootste uitdaging in bijna zes decennia bij het Rode Kruis is voor Flory nog steeds het ‘aanstaan’. “Je moet jezelf telkens opladen en scherp blijven,” zegt ze. “Dat als er ergens iets zich zou voordoen, dat je jezelf behulpzaam kan maken.”
Dat heeft door de jaren heen ook wel eens tot moeilijkheden geleid bij het thuisfront. “Ik heb ook een periode gehad dat mijn man in de tijd dacht van: ‘Met wie ben ik eigenlijk getrouwd? Want je hebt dan hulpverlening, dan een cursus en dan weer zus en zo.’ Dus dan ging ik maar een tijdje niet. Je moet toch je huwelijk onderhouden hè”, voegt ze glimlachend toe.
‘Doen wat je hart je ingeeft’
Flory is tot de dag van vandaag actief als vrijwilliger en is ontzettend blij dat ze door de jaren heen zo veel mensen heeft kunnen helpen. “Ik ken niemand die het zo lang heeft volgehouden als ik,” zegt ze trots. Haar advies aan de nieuwe generatie vrijwilligers is kort maar krachtig: “Doe wat je hart je ingeeft.”