Brabant-Zuidoost
Word vrijwilliger Doneer

Blogger Jelle over zijn ervaring als Rode Kruis vrijwilliger

Geplaatst op 12 oktober 2023

Vandaag sta ik ingepland bij een grootschalig evenement; met meerdere podia, een groot feestterrein en samen met tientallen collega-vrijwilligers van het Rode Kruis. Na de briefing, zoek ik mijn maatje op. Hij heeft onlangs zijn diploma Eerste Hulp behaald, en dit is één van zijn eerste inzetten. We bespreken samen onze verwachtingen van het evenement en van elkaar, zodat we op elkaar ingespeeld zijn. Daarna pakken we onze tassen en vertrekken richting het feestterrein. We staan ingepland op een vaste eerstehulppost, vlak naast één van de podia. De eerste artiest begint en het terrein stroomt vol met bezoekers. Al vrij snel volgen de eerste, wat kleinere, meldingen. Een wond, een gekneusde enkel en iemand die vraagt om paracetamol. Het blijft tot nu toe rustig op de post.

Dan worden we via de portofoon opgeroepen om naar een melding te gaan, net buiten het feestterrein. De politie vraagt om hulp bij iemand die onwel geworden is. Een melding die van alles kan betekenen; een onwelwording kan iemand zijn die zich niet lekker voelt, maar kan ook een bewusteloos slachtoffer met een verminderde ademhaling zijn. We spoeden ons daarom naar de locatie toe, waar de politie al begonnen is met het verlenen van eerste hulp. Onderweg spreken we kort door wie welke taken op zich neemt. Ik ondersteun en overleg met de partijen om het slachtoffer heen, terwijl mijn collega zich richt op het verlenen van de eerste hulp aan het slachtoffer.

Bij aankomst op de locatie, draagt de politie het slachtoffer aan ons over, terwijl zij druk zijn met het op afstand houden van omstanders. Het slachtoffer is een jonge meid, ik schat haar rond de 18 jaar, die voorovergebogen op een bankje zit. Haar vriendinnen vertellen dat ze veel te veel gedronken heeft. Terwijl ik de politie vraag om de gegevens van het slachtoffer en onze meldkamer op de hoogte stel van wat er aan de hand is, spreekt mijn collega het slachtoffer aan. Ze blijkt minderjarig te zijn. Samen met mijn collega doorlopen we de ABCDE-methodiek, om systematisch te beoordelen hoe het met het slachtoffer gaat.

Het slachtoffer blijkt verminderd aanspreekbaar te zijn en heeft een te lage lichaamstemperatuur. We besluiten het slachtoffer mee te nemen naar onze post, om haar daar in alle rust verder te kunnen helpen. Via de meldkamer vraag ik of collega’s een rolstoel kunnen komen brengen. Terwijl de collega’s onderweg zijn, roept mijn maatje dat het slachtoffer niet meer aanspreekbaar is. Zoals mijn collega en ik eerder hebben afgesproken, is dit het moment dat we de rollen omdraaien. Ik neem de leiding op me en hij ondersteund mij waar mogelijk. Na het toepassen van een van de methodes om iemands aanspreekbaarheid te testen, reageert het slachtoffer door me weg te duwen. Mooi, ze reageert nog. We monitoren haar vitale functies, tot de collega’s met de rolstoel aan komen rijden. We helpen het slachtoffer in de rolstoel en rijden naar de post.

Bij de post is de opgeroepen ambulance inmiddels aangekomen, zodat het slachtoffer direct door de ambulanceverpleegkundige kan worden nagekeken. Samen met mijn collega draag ik het slachtoffer over en bepreken we wat we hebben gedaan. De politie heeft de ouders van het slachtoffer inmiddels ingelicht en ook zij komen aan op de post. Mijn collega licht hen in over wat er is gebeurd, terwijl ik de ambulanceverpleegkundige ondersteun. Al snel is duidelijk dat het slachtoffer mee moet naar het ziekenhuis; ze reageert steeds minder goed en het is onduidelijk of ze misschien, naast alcohol, ook drugs gebruikt heeft.

Na een kleine twintig minuten is de ambulance, met daarin het slachtoffer en de ouders, vertrokken. Mijn collega en ik blijven achter op de post. We spreken kort door hoe we het allebei ervaren hebben en of er nog ruimte was voor verbetering. Maar, veel tijd voor overleg hebben we niet: via de portofoon ontvangen we de volgende melding alweer.

Tekst: Jelle Reijngoudt

Foto’s: Diana Kors

Meest recente berichten