Door de snelle verspreiding van het coronavirus hebben zorginstellingen grote behoefte aan extra handen. Vrijwilligers van het Rode Kruis springen daarom bij waar hulp het hardst nodig is. Eén van hen is Daniël Klaassen (31). Hij ondersteunde recent het zorgpersoneel op een afdeling met dementerende ouderen.
Door: Helbien Abdel Jabar
Dit artikel is geschreven tijdens de inzet van het Rode Kruis Amsterdam-Amstelland bij zorginstelling Amsta De Poort. De inzet is inmiddels afgerond.
Daniël trekt zijn Rode Kruis-jas aan voordat hij de deur van zijn administratiekantoor in Amsterdam achter zich dichtgooit. Hij moet vandaag gelijk door naar zijn dienst bij zorginstelling Amsta. Onderweg stopt hij nog even bij de supermarkt voor een snelle hap.
Eenmaal aangekomen bij de zorginstelling hijst hij zich in volledig beschermende kleding. Een schort, daaroverheen nog een schort, mondmasker en spatbril. En ten slotte nog handschoenen. “Het is heel warm in zo’n pak. En je moet steeds goed opletten dat alles nog goed zit,” vertelt Daniël.
Op de afdeling met zwaar dementerende ouderen scheiden Daniël en zijn twee collega’s hun wegen. Ieder van hen loopt bij een andere groep. “Te veel besmettingsrisico,” legt hij kort uit.
Foto: Magdalena Laas
Extra aandacht
Het personeel van Amsta heeft extra ondersteuning nodig, omdat bijna alle bewoners op de afdeling corona hebben. “We zijn voornamelijk bezig met de mensen. We maken een praatje, helpen af en toe, lopen met de bewoners over de gangen en geven koffie en thee. Het is leuk om met de mensen er een gezellige dag van te maken,” zegt Daniël, die zich al dertien jaar inzet voor Evenementenhulp en Noodhulp van het Rode Kruis.
De bewoners op de groep vinden de aandacht die hij aan hen besteedt heel fijn, vooral nu ze zo lang er zo veel besmetttingen zijn tijdelijk geen bezoek krijgen en de activiteiten stil liggen. “Ze waarderen dat we de tijd voor hen nemen.”
Communiceren is een uitdaging
Het valt niet mee om de beperkingen rondom de lockdown uit te leggen aan dementerende ouderen. “Aan sommige mensen kunnen we nog uitleggen waarom ze geen bezoek meer krijgen. Maar sommige dementerende bewoners snappen het helemaal niet meer,” zegt Daniël.
De dikke laag beschermende kleding maakt de communicatie nog moeizamer. “Je stelt jezelf natuurlijk wel voor aan de bewoners. Maar zo’n pak is best anoniem en ze zien niet veel van je. Je mist een stuk non-verbale communicatie. Juist met deze doelgroep is dat belangrijk om erbij te hebben. Maar dat is nu eigenlijk zo goed als weggevallen.”
Tekst gaat door onder de afbeelding
Foto: Magdalena Laas
Zorg goed voor jezelf
Momenteel doet Daniël alleen nog avond- en weekenddiensten. Dat is voorheen wel anders geweest: “Inmiddels heb ik wel geleerd hoe ver ik kan gaan. Tijdens de eerste coronagolf was ik iets te ver gegaan. In de ochtend had ik een dienst bij de daklozenopvang en daarna moest ik nog de hele dag werken. Maar dat werd iets te zwaar. Daar heb ik inmiddels wel van geleerd.”
Tekst gaat door onder de afbeelding
Foto: Magdalena Laas
Zorgzaam voor anderen
Of iedereen dit werk kan doen? “Je moet het gewoon leuk vinden om voor mensen te zorgen,” zegt Daniël stellig. “Je moet ook wel goed initiatief kunnen nemen en je moet geduld hebben, want je komt veel onverwachte situaties tegen en daar moet je goed mee om kunnen gaan.”
“Geen dag is hetzelfde en je komt steeds nieuwe dingen tegen. Dat maakt het werk ook interessant,” voegt hij nog eraan toe. Voor Daniël is dat reden genoeg om volgende week te starten met een opleiding in de zorg.Word ook vrijwilliger