Jan Matthijs Smorenburg (55) is hulpverlener in hart en nieren. Als vrijwilliger bij het Rode Kruis haalt hij veel voldoening uit het helpen van mensen die dat nodig hebben. Ondanks zijn drukke baan in de luchtvaart, doet hij er alles aan om zoveel mogelijk diensten te draaien: “Iets betekenen voor een ander, dat is toch het mooiste wat er is”, vertelt hij enthousiast.
Drie jaar geleden ontdekte Jan Matthijs het bijzondere werk van hulpverlener, toen hij tijdens de coronapandemie in de vaccinatiestraten werkte. “Dat was een heftige tijd”, herinnert hij zich. “Je hoorde zoveel verhalen van mensen die erg eenzaam waren en het moeilijk hadden. Ik wilde mijn steentje bijdragen om met elkaar uit die ellendige periode te komen.” Deze ervaring motiveerde Jan Matthijs zo sterk, dat hij ook na corona met evenveel passie zich bleef inzetten als vrijwilliger.
Mensen er weer bovenop helpen
Een van de vele keren dat Jan Matthijs in actie kwam, was tijdens de Leiden Marathon. Het was zo warm dat veel renners met hitteberoertes uitvielen. “Je kunt deze mensen wel aanspreken, maar ze praten wartaal. Zelf hebben ze niet in de gaten hoe slecht het met hen gaat”, vertelt hij hierover. Als Rode Kruis-hulpverlener zorgde hij ervoor dat de renners afkoelden en herstelden. “Het is ontzettend bijzonder als mensen uiteindelijk weer de oude zijn en ze je naderhand bedanken. Dan besef je: wij hebben ervoor gezorgd dat deze mensen er weer bovenop zijn gekomen”, vertelt Jan Matthijs trots.
Een grote variatie
Het werk van een vrijwilliger vindt Jan Matthijs enorm afwisselend. Van pleisters plakken tot het koelen van enkels, en van het verzorgen van wonden tot het helpen bij een epileptische aanval. “Wat ik er zo mooi aan vind is dat je samen met andere hulpverleners op pad gaat, soms met mensen die je helemaal niet kent, en dat je samen de klus klaart. Dan zie je dat het Rode Kruis voor iedereen toegankelijk is en er dus een ontzettende diversiteit in vrijwilligers zit met wie je aan de slag gaat”, zegt hij met een glimlach. “Dat vind ik prachtig, daar houd ik enorm van.”
Extra kennis en meer zelfvertrouwen
Naast het zijn van vrijwilliger werkt Jan Matthijs als purser in de luchtvaart, en ziet hij veel overeenkomsten tussen beide functies. “Het sociale aspect is bijna identiek. Je moet goed met mensen om kunnen gaan en toegankelijk zijn. Dat geldt voor mijn werk in de luchtvaart, maar zeker ook voor de hulpverlening”, legt hij uit.
Zijn ervaring als vrijwilliger komt ook van pas tijdens het vliegen: “Als er in de lucht iets aan de hand is, kan je niet zomaar 112 bellen. Dankzij mijn extra kennis schiet ik niet snel in paniek en heb ik meer zelfvertrouwen om de situatie te beoordelen.”
Vrijwilliger zijn is het mooiste wat er is
De voldoening die Jan Matthijs ervaart wanneer hij iets heeft kunnen betekenen voor een ander is voor hem de grootste beloning. “Mensen kennen het Rode Kruis en zijn altijd blij als je er bent. Het geeft ze een betrouwbaar en veilig gevoel, wetende dat wij er zijn om te helpen.” Op de vraag of hij langer blijft vliegen of hulpverlener bij het Rode Kruis zal zijn, antwoordt Jan Matthijs volmondig: “Vrijwilliger zijn. Dat is het mooiste wat er is, en dat hoop ik nog heel lang te blijven.”