Word vrijwilliger Doneer

“Met delen van explosieven in hun lichaam komen ze het ziekenhuis binnen”

Geplaatst op 23 juni 2017

Mosul gaat gebukt onder een hevig conflict. Gevechten en bombardementen zijn er aan de orde van de dag. De Nederlandse Guido Versloot (40) werkt namens het Rode Kruis als fysiotherapeut aan de frontlinie van de Iraakse stad. “Soms moet je onmiddellijk je behandeling stoppen omdat het buiten te onveilig is.”

20170623_
Foto: Erik de Castro | Reuters

“Met delen van explosieven en stukken steen in hun lichaam komen ze het ziekenhuis binnen”, begint Guido.  “Het gevolg van een explosie of bombardement. Soms  zijn de wonden redelijk makkelijk te behandelen, maar – helaas – vaak ook niet. Dan zitten de brokken diep in de ingewanden of in het hoofd. Na de operatie is er dan echt intensieve verpleging en fysiotherapie nodig om iemand te kunnen helpen.”

Het went (niet)

Guido is al sinds januari van dit jaar in Irak. Het is zijn vijfde missie voor het Rode Kruis. “Gek genoeg went het”, vertelt hij, “werken in een conflictgebied. Tijdens je eerste werkdag hoor je knallen en schoten en denk je ‘wow’ . Nu mompel je soms alleen nog ‘zo, dat was een harde’, maar het leidt je verder niet af – je werkt gewoon door.”

“Maar”, vervolgt hij, “hetgeen niet went voor mij, is het aantal kinderen dat zwaargewond binnenkomt. Dat je ziet dat er op hem of haar is geschoten. Ze begrijpen het niet. Schreeuwen om hun vader of om hun moeder, van wie jij weet dat die overleden is. Meestal kan ik daar professioneel mee omgaan hoor, maar soms ook niet. Dan komt het gewoon keihard binnen.”

Beperkte capaciteit

Guido is werkzaam in één van de slechts twee ziekenhuizen die nog overeind staat in West-Mosul. Of nou ja, ‘overeind’: “Een deel is zwaar beschadigd door beschietingen en bombardementen”, legt hij uit. “Wij werken alleen op de onderste twee verdiepingen. Je kunt je voorstellen: capaciteit is daardoor wel een probleem.”

“Buiten Mosul is er gelukkig nog wel een aantal ziekenhuizen waar wij mensen naar kunnen doorverwijzen. Maar hoe lang nog? Dat is de vraag. Hoe lang duurt het voor die óók vol zitten? We kunnen alleen maar hopen dat dit conflict zo snel mogelijk voorbij is, zodat het aantal slachtoffers afneemt.”

Burgerslachtoffers

De afgelopen weken berichtten verschillende media er al over: het zijn met name de Iraakse burgers die slachtoffer worden van het aanhoudende conflict. “Je ziet ze in grote getalen bij ons binnenkomen”, beaamt Guido. “Dat komt door de hevige gevechten, maar ook doordat delen van de stad nu worden bevrijd. Slachtoffers die eerder opgesloten zaten tussen de muren van hun wijk, kunnen er eindelijk weer uit en zich bij het ziekenhuis melden.”

Met delen van explosieven in hun lichaam komen ze het ziekenhuis
Foto: Erik de Castro | Reuters

Alles kwijtgeraakt

Guido woont – samen met zijn collega’s – net buiten Mosul. Het ziekenhuis is ongeveer een half uur rijden. “Iedere ochtend, wanneer we de stad binnenrijden, zien we een hele stoet mensen juist de andere kant op trekken.  Vluchtelingen.  Ze dragen een sporttas bij zich – het maximale wat ze kunnen tillen. Zo verzwakt zijn ze, van de honger en van de dorst. Want vergis je niet: de stad is natuurlijk belegerd. Er is daardoor amper eten en drinken. Om maar even aan te geven hoe ingewikkeld de situatie is.”

“Veel mensen zijn alles, maar dan ook álles kwijtgeraakt”, vervolgt Guido, die hoorbaar gegrepen is door de humanitaire crisis in de stad. “Ze verlaten hun huis uit bittere wanhoop. En wat kunnen ze ook anders? Blijven? Er is niets meer van de stad, en van hun leven, over. De straten zijn letterlijk met de grond gelijk gemaakt.”

Bijna weer huiswaarts

Rond augustus dit jaar keert Guido weer huiswaarts. “Gek”, vindt hij, “Maar er zijn veel mooie momenten om aan terug te denken. Afgelopen week nog was er een vrouw die zwaargewond bij ons binnenkwam, maar die een dag later een baby in haar armen droeg omdat ze die nacht was bevallen. Prachtig toch? Dat het leven doorgaat, ondanks alles.”

Dieptepunten waren er natuurlijk ook. “Laatst was er bijvoorbeeld een meisje door haar hoofd geschoten. En toen moest ik tegen haar vader zeggen: ‘Sorry, we hebben alles gedaan wat we konden’. Die man was recentelijk al zijn vrouw en andere kinderen verloren, en dan kun jij niks doen, behalve proberen hem te ondersteunen.” Een korte stilte. “Dat zijn dingen die je liever niet had meegemaakt.”

Steun het Rode Kruis

Miljoenen mensen ter wereld leven in een conflictgebied.  Met jouw steun kan het Rode Kruis zoveel mogelijk slachtoffers helpen. Geef een gift of maak een bedr ag over naar IBAN NL33INGB0000000881 (7 nullen) ten name van het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag.

Meest recente berichten