Ze zijn al lang van de voorpagina’s van onze kranten verdwenen, maar de inwoners van Syrië lijden op dit moment meer dan ooit tevoren. Het is deze maand tien jaar geleden dat het conflict in het land uitbrak en de inwoners gaan momenteel niet alleen gebukt onder geweld, maar ook onder armoede, honger en de pandemie. “Het lijden van de bevolking wordt steeds erger,” zegt Juriaan Lahr, hoofd Internationale Hulp van het Nederlandse Rode Kruis.
Na tien jaar conflict hebben veel mensen in Syrië nauwelijks genoeg geld om eten te kopen. Ongeveer 90% van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Bovendien zijn de voedselprijzen in het afgelopen jaar verdubbeld. Zo’n 12,4 miljoen mensen in het land hebben niet genoeg geld om voedzaam eten te kopen.
Door de extreme armoede kunnen mensen zichzelf ook minder goed beschermen tegen het coronavirus. “Het is in Syrië geen keuze of je een mondkapje draagt of niet. Mensen hebben simpelweg geen geld om beschermingsmiddelen of zeep te kopen. En voor mensen die in tenten in kampen leven, is het nauwelijks mogelijk om op veilige afstand te leven van elkaar,” vertelt Lahr.
Je leven weer opbouwen
Het Rode Kruis vindt dat er een politieke oplossing moet komen voor het conflict. Zo krijgen mensen die alles zijn verloren weer zicht op een betere toekomst. “Mensen zouden niet maandenlang in tenten moeten slapen en afhankelijk moeten zijn van voedselpakketten, laat staan jaren afhankelijk van deze hulp. We moeten mensen helpen om hun leven weer op te bouwen,” stelt Peter Maurer, hoofd van het Internationale Rode Kruis (ICRC).
Het Rode Kruis helpt
Totdat er een oplossing is, helpt het Rode Kruis de inwoners van Syrië. Zo’n 60% van de humanitaire hulp in het land wordt gedaan door vrijwilligers van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan. Die hulpverlening is complex: regelmatig worden gezondheidscentra aangevallen en al 73 hulpverleners van onze organisatie kwamen tijdens hun werk om het leven. Toch blijft het Rode Kruis zich inzetten om het leven in Syrië zo leefbaar mogelijk te maken.
