“Toen vlak voor onze neus soldaten werden beschoten, voelden we ons ontzettend bang”, vertelt de Oekraïense Svitlana Sirenko. Eind maart 2022 moet ze, samen met haar man en vier kinderen, noodgedwongen haar huis in Oekraïne verlaten en vlucht ze naar Nederland. Hier werkt ze inmiddels als tolk bij verschillende opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen. Een jaar na de escalatie van het conflict, blikt ze terug op wat ze heeft meegemaakt.
“De eerste twee dagen geloofde niemand dat dit de nieuwe realiteit was”, begint Svitlana. “Niemand had dit zien aankomen.” Ze vertelt dat veel mensen direct hun koffers pakten, maar dat er ook mensen waren die bleven, omdat ze dachten dat het conflict na een week wel zou stoppen. Svitlana en haar familie bleven in eerste instantie ook. “Wij woonden op een plek niet ver weg van waar de gevechten plaatsvonden. Maar het was wel ver genoeg om niet in de vuurlinie terecht te komen. Althans, dat dachten we.”
Op de vlucht
Het geweld bleek toch dichterbij dan Svitlana en haar familie dachten. Regelmatig gingen er waarschuwingsalarmen af rondom hun huis. Svitlana en haar man wilden aanvankelijk naar familie vluchten, in het westen van het land. Maar toen braken ook daar gevechten uit. “We begonnen ons zorgen te maken om onze kinderen. Eén heeft diabetes en een ander een lactose-intolerantie. We dachten: wat als er straks geen insuline of speciaal voedsel meer te krijgen is?” Dus besloot het gezin hun geliefde huis te verlaten. Onderweg kregen ze de schrik van hun leven. “We reden al een tijdje en namen een plaspauze. Vlak voor onze neus, op zo’n 200 meter afstand, werden soldaten beschoten. Toen voelden we ons ontzettend bang. Je ziet op televisie allemaal beelden voorbijkomen. Dat lijkt ver weg, totdat je het zelf meemaakt.”
Sprankje hoop
Uiteindelijk komen Svitlana en haar gezin in Nederland terecht. “Ik wilde hier iets voor andere mensen betekenen. Via de Ready2Help-app van het Rode Kruis heb ik mij geregistreerd als Ready2Helper en kwam ik terecht bij de opvanglocatie in Westervoort. Na een paar dagen vrijwilligerswerk te hebben gedaan daar, werd ik gevraagd om als tolk te komen werken. In opdracht van de gemeente ondersteun ik het Rode Kruis nu met tolken bij verschillende Oekraïense opvanglocaties.”
De Oekraïense heeft nu het gevoel dat ze iets kan betekenen voor haar landgenoten. De tolk krijgt iedere dag veel verhalen te horen. “Het ene verhaal is nog erger dan het andere. Het is lastig om de verhalen naast je neer te leggen en verder te gaan met je leven”, vertelt ze zichtbaar ontroerd. “Veel mensen geloven niet dat ik in maart ben gekomen en nu al mijn leven zo goed op orde heb. Ze denken dat ik hier al jaren woon. Maar als ik vertel dat ik, net zoals zij, ook een vluchteling ben geweest en nog geen jaar in Nederland woon, zie je bij hen een sprankje hoop.”