Aanhoudende conflicten, extreme droogte, economische malaise en een ingestort gezondheidssysteem. Afghanistan gaat al jaren gebukt onder rampen. En daar komt nu een dodelijke aardbeving bovenop. Meer dan 1.000 mensen zijn naar schatting omgekomen, ruim 1.400 mensen gewond. Het Rode Kruis helpt de bevolking waar mogelijk.
De aardbeving op 22 juni in het zuidoosten van Afghanistan was zwaar, met een kracht van 6,1 op de schaal van Richter. De Rode Halve Maan in Afghanistan is meteen in actie gekomen om de slachtoffers te helpen. Ambulances en vrachtauto’s met voedsel, water, medische benodigdheden en andere hulpgoederen rijden naar de getroffen gebieden. Ook vangen hulpverleners weeskinderen op en vrouwen die hun man zijn verloren.
De zwaarst getroffen dorpen zijn moeilijk toegankelijk voor de auto’s van het Rode Kruis. Waarschijnlijk liggen daar nog altijd mensen onder het puin. Het is onduidelijk hoeveel slachtoffers er nog zijn, omdat telefonisch contact niet mogelijk is. We verwachten daarom dat het officiële aantal doden en gewonden nog verder zal oplopen.
Ramp op ramp
Deze aardbeving is lokaal, maar ook de situatie van de rest van de Afghanen is niet makkelijk. Door de aanhoudende extreme droogte heeft meer dan de helft van de bevolking niet genoeg te eten. En voor de mensen die ondervoed zijn, is er nauwelijks medische hulp. Wij geven al jaren hulp in Afghanistan: eerste levensbehoeften, medische zorg en psychosociale ondersteuning. Maar veel meer internationale hulp is dringend nodig.
Help de slachtoffers aardbevingen
Ieder jaar worden miljoenen mensen slachtoffer van een natuurramp, net als de Afghaanse bevolking. Dan zijn wij er om hen te helpen.
