Word vrijwilliger Doneer

Alleen Ediths lievelingspop was er nog

Geplaatst op 31 januari 2018

Van sommige boeken zou je willen dat ze nooit geschreven hoefden te worden. De deportaties uit Nederland 1940-1945; portretten uit de archieven is er zo een. In dit boek staan verhalen uit het Oorlogsarchief van het Rode Kruis over vermiste oorlogs slachtoffers en hun nabestaanden. Verhalen zoals die van Edith Beek.

Zes jaar is Edith als de oorlog naar Nederland komt. Haar ouders zijn Joods, en zij dus ook. Omdat haar vader een huisartsenpraktijk heeft en medisch adviseur is voor de Joodse Raad, wordt haar gezin in eerste instantie niet gedeporteerd.

Edith Rosey Beek_
Foto van Edith uit haar dossier in het Oorlogsarchief Nederlandse Rode Kruis

Als steeds meer Joden worden opgepakt, besluiten de ouders van Edith toch onder te duiken. De gezinsleden kunnen niet op dezelfde plek terecht. Edith belandt in haar eentje in Zwammerdam, vlakbij Gouda.

Maar ze wordt verraden. Een dag na Ediths negende verjaardag staan de Duitsers voor de deur. Na een aantal maanden in een kindertehuis in Den Haag wordt ze geregistreerd in Westerbork en later gedeporteerd naar Auschwitz.

Zoektocht

Haar ouders en broer overleven de oorlog en keren terug naar huis. Zonder Edith. Het enige wat aan haar herinnert, is haar lievelingspop. Die had ze op haar onderduikadres achtergelaten.

Een wanhopige zoektocht begint. Ediths ouders hopen dat ze de oorlog heeft overleefd en zetten alles op alles om haar te vinden. Ze schrijven naar het Militair Gezag en pluizen eindeloos kranten en weekbladen na. Ediths vader meldt zich ook bij het Informatiebureau van het Rode Kruis.

Informatiebureau

Het Rode Kruis had al sinds 1909 de taak om in oorlogstijd een Informatiebureau op te richten. Dat verstrekte, ook tijdens de bezetting, informatie aan verwanten over het lot van militairen, krijgsgevangenen en burgers.

Direct na de Tweede Wereldoorlog was de humanitaire hulpverlening door het bureau op zijn hoogtepunt. Maar liefst 400 medewerkers hielden zich bezig met het opsporen van vermiste mensen, aan de hand van kamp- en gevangenisadministraties, deportatielijsten en getuigenverklaringen van overlevenden.

Na een lange zoektocht komt het Informatiebureau tot een verschrikkelijke conclusie: Edith is op 19 november 1943 in Auschwitz vermoord. Als kind maakte ze geen schijn van kans en moest ze waarschijnlijk direct na aankomst naar de gaskamers.

De deportatielijst van 16 november 1943 met de naam van Edith Roseij Beek (Oorlogsarchief Nederlandse Rode Kruis)

Het verhaal van Edith laat zien hoe belangrijk het Oorlogsarchief vlak na de oorlog was om mensen uitsluitsel te geven over het lot van hun geliefden. Maar ook vandaag de dag houdt het archief de herinnering aan de oorlog en de slachtoffers levend. Het is bovendien een belangrijk bewijs van de Holocaust als historisch fenomeen.

Edith zal nooit worden vergeten, en niet alleen doordat haar verhaal nu is opgetekend in De deportaties. Voor de voormalige huisartsenpraktijk van haar vader in Gouda ligt een Stolperstein die aan haar herinnert. Ook staat er een uitgebreid portret van haar op het Joods Digitaal Monument.

Stolperstein
De Stolperstein van Edith Roseij Beek aan de Lange Tiendeweg in Gouda

Het verhaal van Edith Beek is slechts één van de verhalen die aan bod komen in De deportaties. Het boek is geschreven door Guus Luijters, Raymund Schütz en Marten Jongman, wordt uitgegeven door uitgeverij Nieuw Amsterdam en is te koop bij de boekwinkel.

Meest recente berichten