De slechtste leefomstandigheden die hij ooit heeft gezien. Zo omschrijft Rode Kruis-fysiotherapeut Guido Versloot de situatie in het vluchtelingenkamp Al Hol in Syrië. In het kamp wonen vooral vrouwen en kinderen. Zij kunnen momenteel geen kant op. “Zelfs bij mensen die getroffen zijn door een oorlog of natuurramp zie je vaak nog een beetje hoop. Hier is geen enkele hoop.”
Het was niet bepaald de eerste keer dat Guido Versloot mensen zag in zware omstandigheden. Hij werkt inmiddels tien jaar als fysiotherapeut bij het Internationale Rode Kruis en heeft heel wat gezien. Toch was hij de eerste weken in het vluchtelingenkamp Al Hol in Syrië ‘in shock’. “Wat ik hier zag, had ik nog niet eerder meegemaakt. De omstandigheden zijn erbarmelijk en veel mensen lijken emotieloos en apathisch. En soms barsten de emoties juist uit, dan zijn ze opeens heel boos of heel blij. Ze leven wel, maar ze leven eigenlijk ook niet.”
Guido werkt in een van de weinige ziekenhuizen bij het vluchtelingenkamp. Het kamp werd ooit opgezet voor 10.000 bewoners, maar inmiddels wonen op diezelfde oppervlakte 60.000 mensen. Zo’n 90% van de inwoners is vrouw of kind, en 60 tot 70% van de kinderen is jonger dan 16 jaar. “De meeste kinderen wonen alleen met hun moeder,” legt Guido uit. “Zij hebben niet zelf gekozen voor deze situatie.”
Gevangen
Om het kamp staan hoge hekken en mensen kunnen niet zomaar naar buiten. Zo’n tienduizend mensen in het kamp hebben een buitenlandse nationaliteit. Officieel zijn ze niet gevangen, maar ze worden wel extra bewaakt. Het gaat vaak om gestrande vrouwen en kinderen van IS. Zij hebben ook geen telefoons. De andere mensen in het kamp zijn vaak vluchtelingen uit de regio, die daar worden opgevangen.
Zware omstandigheden
De omstandigheden in het kamp zijn zwaar. “Het is een grote kale vlakte, met vrijwel geen enkele boom. Op dit moment is het bijna vijftig graden en mensen kunnen alleen in hun tent zitten om de zon te vermijden”, vertelt Guido. Ondanks alle inspanningen van een kleine groep hulporganisaties, is er een gebrek aan alles. “Een deel van de tenten is slecht en wordt met van alles en nog wat omhoog gehouden. Het Internationale Rode Kruis is samen met de Syrische Rode Halve maan de ergste tenten aan het vervangen. ‘s Winters is het erg koud en bevriezen mensen.”
Voor de kinderen is er niet veel te beleven. “Er zijn een paar voetbalveldjes, maar verder is er niets. Er waren wel scholen, maar die zijn dicht vanwege corona.”
Ondervoeding
Guido helpt veel kinderen tijdens zijn werk. “Ik ben fysiotherapeut, maar behandel op de eerste hulp veel kinderen met botbreuken. Ik maak röntgenfoto’s en zet gips. Veel van de kinderen zijn ondervoed. Daardoor zijn ze minder sterk.”
Guido kan niet altijd direct helpen. Het ziekenhuis staat aan de rand van het kamp en mensen hebben soms een paar dagen nodig voor ze naar de kliniek kunnen. Ook zijn hij en zijn collega’s pas na het weekend weer aanwezig. “Dan zie je weer de bittere ellende. Ik krijg soms botbreuken van drie weken oud. Dan moet je maar zien wat je nog kunt.”
Uitzichtloosheid het ergste
Een keer in de week gaat hij samen met collega’s met een auto vol medische hulpmiddelen het kamp in om daar hulp te verlenen. Hij is altijd weer onder de indruk van wat hij daar ziet.
De uitzichtloosheid is het ergste, zegt hij. “Er zijn mensen die hier al jaren zitten, zonder dat ze de hoop hebben eruit te komen. Elke dag is hetzelfde en vaak weten ze niet eens welke dag het is. Ze vragen vaak of ze naar huis kunnen. Ze hebben het gevoel dat de hele wereld hen negeert. Hun situatie is uitzichtloos en dat merk je aan ze.”
Rode Kruis roept overheid op Nederlanders terug te halen
Het Rode Kruis vindt de omstandigheden in het kamp onacceptabel. We roepen daarom de overheid op om Nederlandse vrouwen, kinderen en mannen terug te halen. De vrouwen en mannen kunnen dan in Nederland berecht worden.