Hij stond net op het punt om zijn dagelijkse wandeling langs de haven te gaan maken, toen de gigantische explosie hem plotseling tegen de muur van zijn appartement blies. Muhammad Atta Durrani, kortweg Atta, werkt voor het Nederlandse Rode Kruis in Beiroet. Zelfs voor een doorgewinterde hulpverlener als hij was de explosie van deze week een beangstigende ervaring. “Ik heb gewerkt in Afghanistan, Pakistan, Somalië en Zuid-Soedan. Maar zo’n klap heb ik nog nooit meegemaakt.”
Ze willen er even gezellig op uitgaan, die middag. Wat beweging, een beetje frisse lucht: net zoals elke dag maken Atta en zijn vrouw zich op dinsdag 4 augustus klaar voor hun vaste wandeling in het havengebied van Beiroet.
Maar in hun appartement op de elfde verdieping, anderhalve kilometer van de haven, hoort Atta helikopters boven de wijk cirkelen. Er is iets aan de hand, voelen ze. Atta en zijn vrouw hebben niet de tijd om erachter te komen dat die helikopters rondvliegen boven een grote brand. Want plotseling worden ze met een allesverwoestende knal tegen de muur van hun appartement geblazen.
“Het was de klap van mijn leven. Ik heb gewerkt in Afghanistan, Pakistan, Somalië en Zuid-Soedan. Maar zo’n klap heb ik nog nooit meegemaakt.” Er is de enorme gewelddadige knal, en dan een vreemde stilte. “Ik hoorde helemaal niets meer, alleen suizen in mijn oor. Maar toen mijn gehoor eenmaal terugkwam, hoorde ik mijn kinderen schreeuwen.”
Voordat hij ook maar iets kan doen, raast een tweede knal door een complex. Dit keer lijkt het wel een aardbeving: het enorme gebouw schudt op zijn grondvesten. Atta raapt zichzelf op en kijkt om zich heen. Zijn appartement is veranderd in een complete ravage. Door de stofwolken heen ziet hij dat de vloer en meubels bezaaid zijn met glas. “Toen werd alles zwart. Ik wil er niet eens meer aan terugdenken, ik kon alleen maar het geschreeuw van mijn kinderen horen.”
Atta haast zich naar de aangrenzende kamer, waar hij zijn zoon (13) en zijn dochter (12) aantreft. “Toen ik naar ze toeging, zag ik dat Amayad Atta bloedde aan beide benen. Mijn dochter stond erbij te huilen.” Zijn zoon Amayad is getroffen door de scherven van de gesprongen ruiten. Ook heeft hij zijn handen gekneusd doordat hij tegen de muur is geworpen. Het jongetje trilt en jammert dat hij niet op zijn benen kan staan.
Atta onderzoekt zijn zoon vlug en merkt dat hij geen verwondingen aan zijn hoofd heeft: een kleine opluchting. Wel ziet hij dat ze een dokter nodig hebben en dat ze niet in het gebouw kunnen blijven. “Ik was bang dat het gebouw zou instorten. Ik heb mijn zoon onder mijn arm genomen en ben met mijn vrouw en dochter zo snel mogelijk naar buiten gegaan.”
Atta en zijn gezin moeten de trappen af zien te komen vanaf de elfde verdieping. Op het trappenhuis komen ze de andere bewoners van het complex tegen, die compleet in paniek zijn. Atta en zijn gezin zien hun buren rondrennen: gewond, huilend en compleet in shock.
Ze bereiken de binnenplaats van het gebouw, waar de bewoners zich verzamelen. De eerste hulp van het Rode Kruis is snel ter plaatse. Ze verzorgen de verwondingen aan de benen van Amayad en die van de andere bewoners.
In actie
Als zijn gezin in veiligheid is gebracht, begint de telefoon van Atta non-stop te rinkelen. Onmiddellijk pakt hij zijn werk op als gedelegeerde van het Nederlandse Rode Kruis. Hij verzorgt het contact tussen de verschillende afdelingen van het Rode Kruis, de VN en overheidsorganisaties. Hij ziet hoe de Libanese Rode Kruis-hulpverleners razendsnel in actie komen om gewonden te helpen.
“In de eerste nacht hebben ze direct van 453 mensen bloed verzameld om de gewonden te behandelen. Ze hebben twee grote EHBO-posten opgezet, en 75 ambulances en 375 vrijwilligers hebben de hele nacht doorgewerkt om de gewonden te evacueren. Daarnaast hebben ze de patiënten vervoerd van twee grote ziekenhuizen.”
De noodhulp is dus snel op gang gekomen, maar Atta ziet dat het Libanese Rode Kruis dringend ondersteuning nodig heeft om de operatie draaiende te houden. Voedsel, water en onderdak zijn het hardst nodig. Ook is er behoefte aan psychosociale hulp.
Atta vertelt dat veel mensen in het land het al moeilijk hadden vanwege een zware economische crisis. De explosie treft een land met een gekelderde economie, enorme inflatie en de coronapandemie. “Van elke vijf Libanezen hebben er drie hun baan verloren”, vertelt hij. “En ze hebben hier een hogere inflatie dan in Venezuela.”
De impact van de explosie is dan ook extra vernietigend. Er zijn meer dan honderd doden gevallen, ruim drieduizend mensen zijn gewond en honderdduizenden mensen zijn van de ene op de andere dag dakloos geworden.
Atta en zijn gezin zijn veilig, en het gaat goed met Amayad. Toch heeft de klap ook op Atta, ondanks zijn jarenlange ervaring in oorlogsgebieden, diepe indruk gemaakt. “Ik ben heel dankbaar dat mijn familie veilig is. We zijn wel erg geschrokken. Mijn kinderen slapen en eten niet en ze zijn bang om alleen te zijn of bij het raam te staan. Dit trauma houdt ook mij nog wel even vast. Zoveel mensen zijn gewond geraakt of hebben hun leven verloren, dit gaat nog lang impact hebben op heel veel levens. Sommige fysieke wonden helen wel, maar dit heeft ook een grote mentale impact.”
Steun onze hulp via Giro 555
Beiroet is getroffen door een verwoestende explosie bovenop de coronapandemie en een economische crisis. Het Rode Kruis helpt de slachtoffers, bijvoorbeeld met opvang, voedsel, water en medische zorg.