Grand Fond, het dorp in Haïti waar Marieta Jean Baptiste woont, werd regelmatig opgeschud door zware stormen. “Ieder jaar was het raak,” vertelt Marieta. Maar sinds een paar jaar richt het natuurgeweld plotseling een stuk minder schade aan…
“De grootste schade werd voorkomen”
“Tijdens het orkaanseizoen houden we ons altijd schuil en vrezen we het ergste,” vertelt Marieta. Zo ook in 2016, toen storm Matthew naderde. Met windsnelheden tot 240 kilometer per uur was het de sterkste storm die Haïti in een halve eeuw had getroffen. Marieta weet nog hoe het hele dorp zich schrap zette.
Maar dit keer liep het anders: “De storm deed bijna niks met ons. De grootste schade werd voorkomen.” Hoewel er wel wat schade was, stonden alle huizen nog overeind, had het landschap het natuurgeweld goed doorstaan en waren er geen overstromingen.
Dat was geen toeval: het jaar voor de storm had de bevolking samen met het Rode Kruis gewerkt om schade van natuurgeweld voortaan te voorkomen. Samen werd bijvoorbeeld bekeken hoe het landschap kon worden aangepast. Zo werden bijvoorbeeld dammen gebouwd om de waterstroom te vertragen. Ook werd een lokale school rampbestendig gemaakt, zodat deze tijdens stormen als schuilplaats kon dienen.
Steeds vaker schade voorkomen
Extreem weer zal ook in de toekomst vaak terugkomen. Daarom richt het Rode Kruis zich steeds vaker op het voorkomen van schade bij rampen. Zo herstellen we bossen op Haïti en zorgen we voor stevige mangrovebossen langs de kusten van Vietnam, de Filipijnen en Indonesië. Onze nationale verenigingen en hun vrijwilligers spelen hierbij een sleutelrol: zij zorgen voor passende oplossingen voor lokale problemen. Door samen maatregelen te nemen vóórdat de ramp plaatsvindt, kunnen we levens redden en schade voorkomen.
