Al anderhalf jaar lijden miljoenen mensen in Soedan onder verschrikkelijk geweld. Straten zijn verwoest, ziekenhuizen overvol, en veel mensen hebben extreme honger. Aida Elsayed, de secretaris-generaal van de Soedanese Rode Halve Maan, maakt zich grote zorgen: “We zijn een vergeten crisis geworden”.
Aida Elsayed is in Nederland voor een tour door West-Europa om aandacht te vragen voor het geweld dat Soedan al meer dan een jaar teistert. Dringend is er meer hulp nodig: er is slechts 21% van het benodigde bedrag binnen. Als secretaris-generaal van de Soedanese Rode Halve Maan, zoals het Rode Kruis in Soedan heet, leidt ze een van de weinige hulporganisaties die nog actief is in het land.
Hoe zou je de situatie op dit moment beschrijven?
“Het is heel ernstig. De oorlog woedt al anderhalf jaar, en de omstandigheden worden steeds slechter. We hebben te maken met extreem geweld, overstromingen en ziektes die zich snel verspreiden. Zo’n 10 miljoen mensen zijn intern ontheemd geraakt, en 2,5 miljoen zijn naar buurlanden gevlucht.”
Hoe verlopen de hulpoperaties op dit moment?
“We kunnen nog steeds hulp bieden, maar het is duur en onveilig. Zelfs als hulpgoederen het land binnenkomen, is het moeilijk om ze te verspreiden. De vervoerskosten zijn enorm gestegen. Een vrachtwagenrit van Port Soedan naar Khartoem kostte voorheen minder dan $ 500, nu is dat $ 4000. Er is in het hele land nood, en dus is er veel meer hulp nodig.”
Wat doet de Rode Halve Maan in Soedan?
“Ondanks de obstakels, blijven we hulp bieden. We zijn de enige organisatie met toegang in heel Soedan, mede doordat we er al waren voordat het conflict begon. Zo’n 9.000 vrijwilligers werken hard in verschillende delen van het land. We bieden vooral financiële hulp, wat heel effectief is. Daarnaast delen we voedsel, water en medicijnen uit, en bieden we medische zorg en psychosociale hulp. Ook zorgen we voor onderdak voor de miljoenen mensen die op de vlucht zijn.”
Hoe bepaal je waar de hulp het meest nodig is?
“Dat is ontzettend moeilijk. Elke regio heeft zijn eigen problemen: in gebieden zonder gevechten zijn er overstromingen, in andere gebieden zijn er mensen die hun huis kwijt zijn en opvang nodig hebben.”
In het nieuws hoor je over afschuwelijk geweld tegen vrouwen in Soedan. Horen jullie deze verhalen ook?
“Ja, helaas wel. Vrouwen zijn de grootste slachtoffers in dit conflict. Honderden vrouwen zijn verkracht. Het is moeilijk uit te leggen waarom dit gebeurt. Dit geweld is onacceptabel en laat diepe wonden achter.
Twee dagen geleden ontvingen we nog een telefoontje van iemand die zei: ‘Alsjeblieft, help me! Ze nemen mijn meisjes mee!’ Het was een vader die samen met zijn twee zonen erbij was toen zijn vrouw werd verkracht en zijn dochters werden meegenomen. We voelen ons machteloos, omdat we in zulke situaties weinig kunnen doen. De Soedanese Rode Halve Maan heeft speciale centra opgezet voor de behandeling en psychosociale ondersteuning aan slachtoffers. Daarnaast zorgen we voor veilige ruimtes voor hen.”
Wat geeft hoop in deze moeilijke tijden?
“Hoe de Soedanese bevolking weerbaar blijft en elkaar helpt. In de Soedanese cultuur help je mensen in nood. Veel gezinnen vangen vluchtelingen op, ook al hebben ze zelf moeite om rond te komen.”
Hoe zorgen jullie voor de veiligheid van jullie mensen?
“We nemen alle mogelijke maatregelen om de veiligheid van onze vrijwilligers te waarborgen. Helaas wordt het humanitair oorlogsrecht op dit moment niet gerespecteerd. In het conflict zijn zestien van onze vrijwilligers omgekomen, waarvan acht zijn gedood tijdens het leveren van hulp. Dit is verschrikkelijk.”
Hoe worden jullie als hulpverleners zelf geraakt?
“Iedere medewerker heeft zijn eigen verhaal. We verliezen huizen, bezittingen en familieleden. Onze mensen worden gedood of zijn gedwongen te vluchten. Ook ik heb mijn huis moeten achterlaten. Van de ene op de andere dag moest ik met mijn familie vertrekken en hebben we alles moeten achterlaten. Ook het hoofdkantoor van de Soedanese Rode Halve Maan in Khartoem is ingenomen. We hebben dertig mensen moeten ontslaan en zijn nu verhuisd naar het Rode Zee-gebied, waar niemand van ons bekend is. We slapen met de hele organisatie in één huis, soms zelfs op dezelfde kamer. We zijn als een familie geworden en slepen elkaar erdoorheen.”
Heel bewonderingswaardig. Wat drijft jullie om door te gaan?
“Het is niet gemakkelijk. Soms zie ik medewerkers als zombies naar hun computerscherm staren. Ze zijn mentaal gebroken. Ze wonen al een jaar ver weg van hun familie, die veelal gevlucht is naar het buitenland.
Maar we kunnen niet stoppen met hopen. Het is onze missie om hoop te bieden aan de mensen. Ik doe dit werk voor Soedan, mijn land en mijn mensen verdienen het. Ik doe dit werk voor mijn land en mijn mensen, het Soedanese volk. Ze verdienen het echt.”
Wat is je boodschap aan de mensen in Nederland?
“Het voelt soms alsof niemand in het buitenland weet wat er speelt in Soedan en dat het ook niemand interesseert. Dat doet pijn. Het is een vergeten crisis, terwijl miljoenen Soedanezen al anderhalf jaar lijden. Daarom vraag ik Nederlanders: verdiep je in de situatie in Soedan. Deel berichten, verspreid bewustzijn, doneer, en roep overheden op om Soedanezen te helpen en dit afschuwelijke geweld te stoppen.”
Help de slachtoffers in Soedan
Ziekten, honger en veel geweld: er is een enorme humanitaire ramp gaande in Soedan, maar je hoort er maar weinig over. Ruim 12 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Het Rode Kruis helpt onder andere met onderdak, voedsel, medische hulp en mentale ondersteuning. Steun jij onze hulp met een gift?