Word vrijwilliger Doneer

Mitchell deed tijdens de coronacrisis meer dan duizend uur vrijwilligerswerk “Het werd een way of life”

Geplaatst op 10 juni 2022

In coronatijd renden duizenden Rode Kruis-vrijwilligers de benen uit het lijf om Nederland door de crisis te helpen. Hoe zag de hulpverlening eruit vanuit hun ogen? Mitchell Molenaar vertelt zijn verhaal.  

Mitchell herinnert het zich nog als de dag van gisteren: zijn oefening in het buitenland in dienst van Defensie werd op een stille zondag in maart per direct afgebroken. Plotseling zat Mitchell (1994) weer thuis, in Dordrecht, met zeeën van tijd over. “Aan online vanuit huis werken deden we nog niet, dat kwam pas later.”

Toen Mitchell een signaal kreeg dat het HagaZiekenhuis in Den Haag extra ondersteuning kon gebruiken, twijfelde hij geen moment. Hij meldde zich direct aan als coronahulpverlener bij het Rode Kruis. “Ik was blij dat ik daar mijn steentje kon bijdragen.”

Poten in de modder
Naast vele anderen dacht Mitchell aan het begin van de pandemie: even de schouders eronder en dan gaan we weer normaal doen. Al snel merkte hij dat de werkelijkheid helaas anders was. “Toen de ziekenhuizen volstroomden, dacht ik: waar gaat dit naartoe?

Door zijn werk als militair en door allerlei functies binnen het Rode Kruis wist Mitchell al van aanpakken. “Ik heb vanuit mijn werk bij Defensie al veel met mijn poten in de modder gestaan, letterlijk en figuurlijk.” Het wekte dus geen verbazing dat Mitchell er snel bij was toen de eerste grootschalige teststraat in zijn woonplaats Dordrecht werd ingericht. In een oude brandweerkazerne draaide hij diensten van gemiddeld dertig uur per week.

Snottebellenbeleid
Mitchell werkte later op verschillende locaties in regio Haaglanden. Daar moest hij in de tijd van het zogenoemde snottebellenbeleid – één kind besmet, de hele klas getest – veel basisschoolleerlingen testen. Dat ging hem goed af. Hij vertelde verhalen over ‘groene monsters’ en maakte de kinderen wijs dat hij in zijn ‘glazen bol’ kon zien in welke klas ze zaten en van welke school ze afkomstig waren. “Zo hield ik het leuk voor de kinderen én voor mezelf” aldus Molenaar.

Met verhalen over ‘groene monsters’ stelde Mitchell Molenaar kinderen die getest moesten worden op hun gemak.

Alles bij elkaar opgeteld was Mitchell Molenaar tijdens de coronacrisis meer dan duizend uur actief voor het Rode Kruis. “Het werd vanzelf een way of life.” Pas later drong het hem door dat hij in een bepaalde periode negen maanden lang geen weekend vrij was geweest. “Maar ach, die schade hebben we daarna wel ingehaald” vertelt Molenaar.

Een reeks van verhalen
Het verhaal van Mitchell is onderdeel van het boek ‘Buitengewoon Betrokken’ over de coronahulpverlening  van het Nederlandse Rode Kruis. Het boek geeft de grootste hulpoperatie sinds de Watersnoodramp in 1953 een gezicht. Of eigenlijk: heel veel verschillende gezichten. In coronatijd zetten duizenden vrijwilligers zich in om Nederland door de crisis te helpen. Mitchell is een van de 82 vrijwilligers die in het boek zijn geportretteerd.

Meest recente berichten