Mustafa Khafaja, Ezz El-Din Shaat, Saleh Muammar, Refaat Radwan, Muhammad Bahloul, Ashraf Abu Libda, Muhammad Al-Hila en Raed Al-Sharif. Zij werkten dag en nacht om levens te redden in Gaza. Hun families leefden in constante angst: zouden ze weer veilig thuiskomen? Zondag bleef het stil.
Met veel verdriet ontvingen we het nieuws dat acht van onze hulpverleners in Gaza zijn gedood. Onderweg in ambulances om gewonden te helpen, werden ze het doelwit van geweld. Ze waren dagen vermist, en nu weten we met zekerheid: ze komen niet meer thuis. Hulpverleners mogen nooit, maar dan ook nooit, worden aangevallen.
Zij waren onderweg naar het Hashashin-gebied om EHBO te verlenen toen zij werden aangevallen. Een negende hulpverlener, Asaad Al-Nasasra, wordt nog vermist. Wij vrezen voor zijn leven en willen weten wat er met hem is gebeurd. Daarnaast heeft de Palestijnse Rode Halve Maan de lichamen geborgen van zeven hulpverleners van andere humanitaire organisaties uit hetzelfde gebied.

Rode Kruis-embleem
De aanval op onze hulpverleners is niet alleen een tragedie voor de Palestijnse Rode Halve Maan, maar voor de gehele humanitaire gemeenschap. Hulpverleners zijn beschermd onder het oorlogsrecht en mogen nooit aangevallen worden. Ons embleem betekent ‘niet schieten.’
Laatste beelden
Een van de hulpverleners heeft de laatste minuten kunnen vastleggen. Het was belangrijk dat “deze momenten werden vastgelegd”.
Het geweld moet stoppen
Inmiddels zijn sinds de escalatie van het conflict in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever 30 hulpverleners van het Rode Kruis gedood. Wij willen dat het geweld stopt. Wij willen dat hulpverleners zonder gevaar hun levensreddende werk kunnen doen, dat er hulpgoederen Gaza in mogen en dat de Israëlische gijzelaars worden vrijgelaten.