Aan de grens met Turkije proberen duizenden mensen tevergeefs de Europese Unie binnen te komen. Vaak slapen ze buiten en zijn ze ziek. Het Rode Kruis spreekt EU-lidstaten aan op hun verantwoordelijkheden.
‘Dit is onacceptabel!’, twittert hoofd van het Internationale Rode Kruis Francesco Rocca maandag na de dood van een vierjarig Syrisch jongetje bij Lesbos. Het kind overlijdt als een boot met 48 migranten bij het Griekse eiland kapseist.
Gesloten grens
Migranten proberen al dagen in groten getale vanuit Turkije in Griekenland en Bulgarije te komen. Volgens VN-migratieorganisatie IOM verzamelden zich de afgelopen dagen zeker 13.000 mensen bij de gesloten Turks-Griekse en Turks-Bulgaarse grenzen. Onder hen veel Syriërs, Afghanen, Iraniërs en Soedanezen.
Beschermen en levens redden
Zij slapen vaak buiten en hebben geen eten. Veel van hen zijn kwetsbaar of ziek, onder wie ook ouderen en kinderen. “Iedereen heeft recht op humanitaire hulp en basisvoorzieningen, zoals gezondheidszorg. Dit is vooral belangrijk voor kinderen en andere kwetsbare groepen”, reageert het Internationale Rode Kruis, bij monde van Rocca.
“Het is ontoelaatbaar dat gezinnen met kinderen hun leven moeten riskeren op zee en vervolgens te maken krijgen met traangas en geweld. Wanhopige mensen mogen niet gebruikt worden als middel om druk uit te oefenen op overheden. EU-lidstaten moeten hun verantwoordelijkheid nemen om mensen te beschermen en levens te redden. Zuid-Europese staten kunnen niet aan hun lot worden overgelaten.”
Hulp Rode Kruis
Hulpverleners van de Turkse Rode Halve Maan zijn sinds afgelopen weekend actief in het grensgebied om hulp te verlenen. Er zijn twee mobiele keukens ingezet. Vrijwilligers van de hulporganisatie verstrekken onder andere warm eten en water. Ook delen ze winterkleding en dekens uit. Verder zorgen de noodhulpteams voor telefoonopladers en mobiel internet, zodat mensen in contact kunnen komen met familieleden.
Rocca: “We roepen overheden op menselijke waardigheid te respecteren, levens te redden en internationale wetgeving te respecteren.”