Van de Nijmeegse Vierdaagse tot de lokale braderie en van een stille tocht tot de Zwarte Cross; jaarlijks staat het Rode Kruis bij meer dan 10.000 evenementen, groot en klein, paraat met duizenden vrijwilligers. Nederland is een evenementenland geworden: afgelopen jaren groeiden evenementen in aantal, omvang en bezoekersaantallen.
Om de veiligheid van de deelnemers te kunnen blijven garanderen, lanceert het Rode Kruis het actieplan ‘veilig sporten, veilig deelnemen, veilig feesten’. Hulpverlening moet mee blijven groeien met de snelle ontwikkelingen in evenementenland.
Vijf vragen aan Marieke van Schaik, de nieuwe algemeen directeur van het Rode Kruis, over het actieplan evenementenhulp.
Waarom is er een actieplan evenementenhulp nodig?
“Massale hardloopwedstrijden, veranderend alcohol- en drugsgebruik, extreem weer: eerste hulpverlening bij evenementen wordt ingewikkelder. Neem bijvoorbeeld de populaire obstacle runs die al een tijdje in opkomst zijn. Leuke evenementen waar we graag bij helpen, maar ze brengen wel andere risico’s en veiligheidseisen met zich mee dan een paar jaar geleden.
EHBO’ers moeten ook voor nieuwe uitdagingen goed zijn opgeleid en weten hoe ze eerste hulp moeten verlenen. En ook in welke situaties ze snel moeten opschalen naar de professionele, medische hulpverleners. Meestal gaat dat heel erg goed. Maar de valkuil is dan dat je onvoldoende aandacht hebt voor die situaties waarin het niet goed gaat. En wat je daarvan moet leren.”
Gaat het wel eens mis?
“Ja, hulpverlening is mensenwerk. Bij mijn aantreden was er één onderwerp waar ik direct mee te maken kreeg: de hulpverlening aan een deelneemster van de Dam tot Damloop in 2016. Zij werd die dag vlak voor de finish onwel. Evenementenhulpverleners van het Rode Kruis maakten een verkeerde inschatting en gaven niet de juiste hulp. Een aantal dagen later is zij in het ziekenhuis overleden aan de gevolgen van een hitteberoerte.
Deze afschuwelijke gebeurtenis heeft een hoop dingen verder blootgelegd die scherper en beter moeten. In de hulpverlening zelf, maar ook in de manier waarop we leren van hulpverlening die niet goed gaat. Daar zijn we hier echt in te kort geschoten. Ook was de nazorg voor en de communicatie met de familie ronduit onvoldoende. Ons bestuur heeft voor alles wat er is gebeurd haar diepe excuses aangeboden aan de familie. Het zal de pijn bij de naasten natuurlijk niet verzachten, dat begrijp ik heel goed.”
Hoe ziet het actieplan eruit?
“We hebben ons plan opgebouwd rondom 5 verbetermaatregelen. De eerste is dat we als Rode Kruis veel meer een lerende organisatie moeten worden. Dan gaat het niet alleen om het doorvoeren van nieuwe kennis en inzichten in onze opleidingen en protocollen, maar ook om wat we van ons eigen handelen kunnen leren.
Een tweede lijn is dat we meer aandacht moeten hebben voor bekwaamheid. Van een Rode Kruis-hulpverlener langs de route mogen we verwachten dat hij of zij de juiste papieren heeft om daar te staan. Maar het gaat er ook om of mensen voldoende ‘vlieguren’ hebben gemaakt, of ze ook de ervaring hebben om op die specifieke plek hun werk te doen. Het finishgebied van een hardloopevenement is daarvan een goed voorbeeld, daar kan zich een scala aan calamiteiten voordoen, waarbij het belangrijk is dat je snel een goede inschatting van de situatie kunt maken. En dat hangt toch ook echt af van ervaring.
Punt 3 zou ik willen samenvatten onder het woord verantwoordelijkheidsbesef. Dat gaat in de eerste plaats om je eigen verantwoordelijkheid als hulpverlener. Sta ik met vertrouwen op deze plek en volg ik de protocollen die zijn afgesproken?
Een vierde punt zou ik willen bundelen onder het kopje eigen autoriteit. Het Rode Kruis heeft een eigen verantwoordelijkheid in de afweging of we een evenement met onze evenementenhulp ondersteunen. We werken veilig of we werken niet, zowel in het belang van onze vrijwilligers, als in dat van bezoekers en deelnemers.
En last but not least: ons verwachtingsmanagement moet duidelijk zijn. Wat kunnen deelnemers en toeschouwers van ons verwachten? Over welke risico’s informeren wij hen, hoe maken we alle betrokkenen duidelijk wat we wel en niet kunnen doen?”
Wanneer beginnen we met dit plan?
“We zijn hier al zo’n twee jaar mee bezig maar komen nu in een stroomversnelling. Het actieplan omvat dingen die makkelijk zijn aan te pakken en dingen die meer tijd kosten. Bijvoorbeeld, een beter lerende organisatie worden, dat is niet morgen af.
Andere dingen zijn makkelijker aan te pakken, zoals ervoor zorgen dat hulpverleners een oorthermometer in hun uitrusting hebben, noodzakelijk bij het vaststellen van oververhitting. Dat is al geregeld. Wat dat betreft is dit plan een structureel proces dat nooit helemaal af zal zijn.”
Kan ik nog wel op de Rode Kruis EHBO’er vertrouwen?
“Ik ben kort na mijn start als directeur bij de Dam tot Damloop gaan kijken, samen met onze voorzitter. En ik was onder de indruk van de professionaliteit van ons team daar. Het is een enorme logistieke operatie om te zorgen dat die bijna 90.000 deelnemers en evenzovele toeschouwers op onze hulp kunnen vertrouwen. Ook bij andere evenementen die ik heb bezocht, zag ik de kwaliteit van onze operatie.
Maar, zoals ik al zei, dat mag ons nooit blind maken voor die momenten waarop het niet goed gaat. Het is onze verantwoordelijkheid als Rode Kruis dat fouten zo veel mogelijk worden uitgesloten. Dat hulpverleners veilig en goed hun werk kunnen doen en dat toeschouwers, bezoekers en deelnemers op ons kunnen rekenen. Dat we het op ieder evenement weer nét iets beter doen dan op het evenement daarvoor, hoe groot of klein ook.”