De plek waar je opgroeit, het huis waarin je woont, de winkel waar je je boodschappen doet: stel je voor dat alles in je leven plotseling compleet verwoest is. Je verliest geliefden, leeft elke dag in angst en hebt geen idee hoelang het nog zal duren, en of je ooit weer een normaal leven op kan bouwen. Voor honderdduizenden mensen in Gaza is dit al een jaar lang de realiteit. Ook in Israël leven mensen al een jaar in angst. Er zijn nog steeds 97 gegijzelden die niet zijn vrijgelaten, en het is onduidelijk of zij nog in leven zijn.
De verschrikkelijke gebeurtenissen op 7 oktober waren het begin van een nieuw, verwoestend hoofdstuk in het conflict tussen Israël en Gaza. In één jaar tijd vielen meer dan 40.000 doden en 94.000 gewonden. Duizenden mensen liggen naar schatting nog onder het puin. Op de moeilijkste momenten stonden hulpverleners van het Rode Kruis klaar om hulp te verlenen in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever, in Israël en Libanon. Miljoenen mensen zijn nog dagelijks van hulp afhankelijk voor medische zorg, voedsel en schoon drinkwater.
Dagelijks afscheid nemen
De pijn en uitzichtloosheid van dit conflict zijn overal voelbaar, iets wat ook Harm Goossens, directeur van het Nederlandse Rode Kruis, ervaarde tijdens zijn bezoek aan Israël en de Westelijke Jordaanoever.
“Ik denk nog vaak aan mijn ontmoeting met hulpverlener Rana in Ramallah, een stad op de Westelijke Jordaanoever”, vertelt Harm. “Rana neemt als centralist telefoontjes aan van mensen in nood. Begin dit jaar kreeg ze Hind aan de lijn, een meisje uit Gaza. Hind zat vast in een auto, tussen haar gedode familie, en vroeg wanhopig om hulp. Toen werd het stil. Hind overleefde het niet. Rana heeft nog steeds nachtmerries van dat hartverscheurende gesprek.”
Harm vervolgt: “Dan springen de tranen in je ogen. En als ik het er al moeilijk mee heb, kun je je voorstellen hoe het is voor mensen zoals Rana? Of voor Mohammed, een hulpverlener in Gaza, die elke dag afscheid neemt van zijn gezin omdat hij niet weet of hij ‘s avonds wel terugkeert. Ik heb diep ontzag voor mensen zoals hen.”
Oproep: onmiddellijke vrijlating van gegijzelden
In Israël bracht het Rode Kruis 109 gegijzelden terug naar hun families, maar nog steeds wachten honderden mensen op de terugkeer van hun geliefden. Elke dag vragen zij zich af of ze hun familielid ooit terugzien. Het Rode Kruis dringt aan op de onmiddellijke vrijlating van de gegijzelden. Het gijzelen van mensen is verboden onder het humanitair oorlogsrecht.
Gedood tijdens hulpverlening
Ook bracht Harm een bezoek aan de Be’eri Kibboets in Israël. Voor die beruchte zaterdagochtend 7 oktober, was het een mooie plek, met veel groen. Nu is het er verlaten en zijn huizen verbrand en geplunderd.
Harm sprak daar met Ofir, een hulpverlener van Magen David Adom, zoals het Rode Kruis in Israël heet. Ofir ging ‘s ochtends zijn huis uit en gaf zijn vriendin Amit een kus voordat hij wegging. Ook zij was hulpverlener voor het Rode Kruis.
“Ofir wist niet dat hij haar nooit meer levend zou zien”, vertelt Harm. “Ze werd gedood in die kibboets, terwijl ze de gewonden van de aanval op 7 oktober wilde helpen. Samen met Ofir stond ik in de kamer waar zij om het leven kwam. Dan lopen de rillingen over je rug. En terwijl we daar stonden, hoorden we op de achtergrond de bombardementen in Gaza. Het is zo onwerkelijk.”
Aanhoudend geweld
Ondertussen is het leed in Gaza ongekend groot. Veel kinderen zijn om het leven gekomen. En de kinderen die het wel overleefd hebben, kunnen niet meer naar school en zijn getraumatiseerd door het geweld en de angst. Keer op keer moeten de mensen in Gaza vluchten, op zoek naar een veiligere plek die er niet is. Sommige families verhuisden wel vijftien keer. Ook in het noorden van Israël hebben honderdduizend mensen hun huis moeten verlaten, en is het onduidelijk of en wanneer zij kunnen terugkeren.
Hulpverlening van het Rode Kruis
Het afgelopen jaar werkten hulpverleners van het Rode Kruis in Gaza en Israël dag en nacht om levens te redden, vaak met gevaar voor eigen leven. Ondanks de voortdurende bombardementen en verwoeste infrastructuur bleven ze medische zorg bieden en essentiële goederen zoals voedsel, water, hygiënekits en tenten uitdelen. In Gaza werden twee noodhospitalen gebouwd en 19 mobiele klinieken ingezet om de mensen in afgelegen en gevaarlijke gebieden te bereiken. Artsen voerden duizenden operaties uit, terwijl vaccinatieteams hard werkten om de bevolking tegen ziektes zoals polio te beschermen.
Zolang het geweld in Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Israël en Libanon aanhoudt, blijven mensen de hulp van het Rode Kruis hard nodig hebben. Elke dag rijden honderden ambulances naar noodsituaties in deze gebieden. Hulpverleners blijven zich inzetten om levens te redden, ondanks dat ook zij geraakt worden door het conflict.
Het geweld moet stoppen
Het Rode Kruis blijft onder zware druk hulp verlenen, maar de enige echte oplossing is dat het geweld stopt. Harm zegt hierover: “Hoe vaak moeten we het nog zeggen? Bescherm burgers en laat hulpverleners veilig hun werk doen. Laat de gegijzelde mensen direct vrij. Geef hulporganisaties duurzame toegang tot Gaza, zodat meer dan twee miljoen mensen eindelijk de hulp krijgen die ze nodig hebben. Maar uiteindelijk kan alleen een politieke oplossing dit geweld stoppen. Pas dan kunnen mensen in de hele regio terug naar hun huizen en komt er een einde aan deze nachtmerrie.”