Word vrijwilliger Doneer

Dagboek van een hulpverlener – Hoe is het om te helpen na de aardbeving in Syrië? 

Geplaatst op 06 april 2023

Twee maanden geleden zorgde een zware aardbeving voor nóg meer ellende in Syrië. Rode Kruis-hulpverlener Daphne Mulder heeft een persoonlijke band met het land. Toen zij werd opgeroepen om te helpen na de aardbeving in Syrië, twijfelde ze dan ook geen moment. Maar wat kom je allemaal tegen als hulpverlener in een rampgebied? In haar dagboek deelt ze haar ervaringen.  

Dag 1. Spooksteden en kilometerslange verwoesting

Het is alweer bijna twee maanden geleden dat een zware aardbeving grote delen van Syrië en Turkije verwoestte. Vanwege mijn rol in het noodhulpteam van het Rode Kruis ben ik opgeroepen om te komen helpen. De aankomende weken ben ik daarom in Syrië om te kijken of onze projecten goed lopen en of we de juiste mensen bereiken.

De missie voelt erg persoonlijk, omdat ik in Gaziantep heb gewoond en veel van mijn Turkse en Syrische vrienden getroffen zijn door de aardbeving. Het is ook voor het eerst in dertien jaar dat ik weer terug ben in Syrië. Net voor het conflict uitbrak, deed ik mee aan een uitwisselingsprogramma waarbij we door heel Syrië reisden. Nu ben ik weer terug, maar dan in een totaal ander land.

De eerste twee weken van mijn missie ben ik gestationeerd in Damascus, waar het hoofdkantoor van de Syrische Rode Halve Maan is, onze lokale zusterorganisatie. Vanuit hier wordt alle noodhulp naar de getroffen provincies gecoördineerd. De context waarin we werken is lastig. Syrië wordt al dertien jaar geteisterd door conflict. Hierdoor heeft de Syrische Rode Halve Maan maar beperkte toegang tot het getroffen gebied.

Na twee weken in Damascus te hebben gezeten reis ik nu voor het eerst af naar vier van de getroffen provincies, om onze lokale collega’s te ondersteunen in hun werk. Onderweg naar Aleppo schrik ik: kilometerslang zien we alleen maar verwoesting. In alle tijd die ik in conflictgebieden heb gewerkt, heb ik nog nooit verwoesting op zo’n grote schaal gezien. Van volledige dorpen is geen enkel gebouw onbeschadigd gebleven. Geen enkel raam heeft nog glas, en overal zijn scheuren en gaten van bombardementen te zien.

aardbeving Syrië hulpverlening
In een verlaten en beschadigd gebouw geeft een waslijn met kleren eraan gehangen een teken van leven.

De meeste wijken zijn verlaten en geven de indruk van een spookstad. Een enkele keer zien we te midden van de beschadigde gebouwen de was uithangen. Blijkbaar woont daar een familie woont die geen ander huis heeft kunnen vinden.

Wanneer we de stad Aleppo naderen zien we nog meer verwoestingen. Zwartgeblakerde winkelcentra, verlaten pretparken, en dierentuinen zonder dieren. Ik word er stil van. We slapen die nacht in een hotel dat goedgekeurd is: het zou bestendig zijn tegen aardbevingen. Toch check ik nog even de nooduitgangen. Het is een gek idee dat precies twee maanden geleden de aarde hier zó tekeerging.

Dag 2. Weer even kind kunnen zijn

De volgende dag ontmoeten we onze collega’s van de Syrische Rode Halve Maan in Aleppo. Ze zien er vermoeid uit. Sinds de aardbeving hebben ze non-stop gewerkt, en veel van hen hebben zelfs wekenlang op kantoor geslapen. Samen bezoeken we een voormalige basisschool, een tijdelijke opvanglocatie voor mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt. Het is belangrijk om hen een veilige plek te kunnen bieden, waar ze kunnen uitrusten en bij elkaar kunnen zijn. 

De opvangplaats biedt onderdak aan ongeveer 50 gezinnen, die elk in een klaslokaal verblijven. Buiten het gebouw staan twee busjes met medische teams van de Rode Halve Maan. De busjes reizen rond langs verschillende opvanglocaties om medische hulp aan slachtoffers te bieden.

Op de speelplaats van de locaties bieden enthousiaste vrijwilligers van de Rode Halve Maan psychosociale ondersteuning aan jonge kinderen. Dit doen ze in de vorm van een spel, waarbij veel wordt gelachen en geschreeuwd. Even vergeten ze de ellende, weer even kunnen ze kind zijn.  

In een voormalig schoolgebouw delen hulpverleners van de Rode Halve Maan water, voedsel en andere hulpgoederen uit aan slachtoffers.

Dag 3. Voedselvergiftiging en een onherkenbare citadel

Afgelopen nacht sliep ik nauwelijks doordat ik voedselvergiftiging heb opgelopen. Al mijn buitenlandse collega’s zijn me voorgegaan. Door een gebrek aan schoon (drink)water en hygiëne is iedereen wel een paar dagen ziek geweest. Gelukkig heb ik medicatie meegenomen. In het getroffen gebied is cholera uitgebroken door het gebrek aan schoon water, maar veel mensen hebben geen toegang tot medische zorg of medicatie. 

Wanneer we Aleppo verlaten, besluiten we om even vijf minuten te stoppen bij de citadel, een van de oudste en grootste kastelen ter wereld op de UNESCO werelderfgoedlijst. Tijdens mijn eerdere bezoek in 2010 had deze citadel veel indruk gemaakt, maar vandaag herken ik hem nauwelijks meer. Het is het soms lastig om te zien welke schade door de aardbeving, en welke schade door het jarenlange conflict is veroorzaakt. Zo is de citadel bijvoorbeeld enorm beschadigd door het conflict én door de aardbeving. De ingang is geblokkeerd omdat er instortingsgevaar is. We lopen naar een oude markt waar ik dertien jaar geleden souvenirs kocht en waar nu alleen nog een geraamte van over is.   

We reizen door naar een andere getroffen stad, waar we een voormalige school bezoeken waar families worden opgevangen door de Rode Halve Maan. Er zijn wc’s en douches geïnstalleerd en er is verlichting en verwarming geregeld. Rondrennende kinderen laten ons trots de papieren hoedjes zien die ze hebben geknutseld met vrijwilligers. Ik raak in gesprek met de moeder van een van de kinderen. Ze is erg blij met de tijdelijke huisvesting voor haar gezin. “Er zijn hier elke dag activiteiten voor de kinderen. Dat is heel belangrijk.” Ze glimlacht naar me: “Als ik mijn kinderen zie lachen, dan ben ik blij”.  

aardbeving Syrië helpen
Enthousiaste vrijwilligers van de Rode Halve Maan bieden psychosociale ondersteuning aan door te spelen en te knutselen met jonge kinderen

Dag 4. Ramadan in Latakia

We reizen door naar Latakia, een provincie die nauwelijks is getroffen door het conflict. Daardoor is ons voor het eerst pas echt duidelijk hoeveel schade de aardbeving heeft veroorzaakt. We rijden door een straat waar veel hoge flatgebouwen zijn ingestort. Een aantal auto’s naast de gebouwen zijn platgedrukt. De gebouwen die nog overeind staan, moeten allemaal worden afgebroken omdat niet meer veilig zijn om in te wonen, vertellen buurtbewoners ons.  

We rijden door en worden door onze lokale collega’s meegenomen naar een voedseluitgifte bij een gebouw waarin mensen zijn opgevangen na de aardbeving. De Rode Halve Maan ondersteunt families die hun huis zijn kwijtgeraakt door het bieden van onderdak, matrassen, dekens en voedsel. Het is nu ramadan. Ik vraag een vrouw die staat te wachten op een voedselpakket hoe ze deze tijd ervaart. Normaal gesproken is dit een tijd waarin speciale gerechten worden bereid en families bij elkaar komen. Ze vertelt me dat het zwaar is, maar dat er gelukkig af en toe ook warme maaltijden worden verzorgd wanneer ‘s avonds het vasten verbroken wordt. 

Die avond eten we in een restaurant aan de zee met een ondergaande zon en een prachtig uitzicht. Het team is moe, maar er is ook even tijd voor ontspanning. Toch word ik direct weer geconfronteerd met de pijnlijke realiteit als een collega me vertelt dat ze geen handreinigingsgel meer kan gebruiken. De geur herinnert haar namelijk aan de alcohol die werd gebruikt voor het schoonmaken van de lijken, in de eerste dagen na de aardbeving.  

Ingestorte flatgebouwen en platgedrukte auto’s in Latakia laten de verwoesting van de aardbeving zien

Dag 5. Een knuffel en een glimlach

Het is alweer mijn laatste dag in Latakia voor ik weer terugkeer naar mijn standplaats. De laatste paar uur in Latakia bezoeken we nog een voedsel- en spullenuitgifte, dit keer aan 32 families die zijn opgevangen in een leegstaand hotel. Ik spreek een communicatiecollega van de Rode Halve Maan, die foto’s maakt van de activiteiten. Ze komt uit Latakia. Ik vraag haar hoe het met haar familie gaat. Ze lacht verlegen wanneer ze vertelt dat iedereen gelukkig nog leeft. Wel is hun huis zwaar beschadigd. Daarom hebben ze de afgelopen maand in een hotel geslapen.  

Ze vertelt me dat zij en haar zusje moeilijk kunnen slapen, omdat ze telkens bang zijn dat er wéér een aardbeving komt. Soms vergeet ik dat veel van onze hulpverleners en vrijwilligers zelf ook hard zijn geraakt door de aardbeving. De tranen schieten in haar ogen, maar ze glimlacht dapper. Ik zeg dat het me spijt en voel me ontzettend machteloos. Bij mijn afscheid geef ik haar een knuffel. Ik zeg haar dat ik hoop snel terug te komen, om meer te kunnen doen. 

Het Rode Kruis helpt

Het Rode Kruis helpt na de aardbeving in Syrië en Turkije. Met reddingsacties, medische hulp, tenten, dekens, voedsel en water. Én met een hele hoop hulp achter de schermen. Zie je het Rode Kruis, zie je hulp. 

Wil je meer weten over Hulp wereldwijd?