De nieuwe overeenstemming van de coalitiepartijen om de asielplannen aan te scherpen, kunnen leiden tot onmenselijke situaties. Dit geldt voor mensen die leven in angst en op zoek zijn naar veiligheid en hoop, zoals Marianny en Taliah. Het Rode Kruis maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen van deze nieuwe plannen.
Veel mensen vluchten omdat hun thuis niet meer veilig is. Zolang er conflicten en rampen zijn, zullen mensen blijven vluchten – ook naar Nederland. We mogen niet vergeten dat deze ‘asielplannen’ niet slechts papierwerk zijn. Het gaat over echte mensen. Maar wie zijn deze mensen die leven in opvangcentra in Nederland?
De dood in de ogen gezien
Marianny (17) vluchtte samen met haar moeder en zusje uit Venezuela om veiligheid te zoeken in Nederland. “In Venezuela is het zo dat als je het niet eens bent met de regering en men weet dat van je, dan krijg je simpelweg niet betaald of nog erger, je wordt gedood”, legt Marianny uit. “Mijn vader is om zijn politieke activiteiten voor ons huis op straat doodgeschoten, voor de ogen van mijn moeder.”
Op dat moment wist haar moeder dat het in Venezuela niet veilig is voor hen. Via Colombia vluchten ze naar Nederland waar ze in een opvanglocatie in Dongen terechtkomen. Hier wacht het gezin op een visum en verblijfsstatus.
Vanuit de opvang kan Marianny naar school en durft ze weer te dromen: “Ik wil heel graag dermatoloog of schoonheidsspecialist worden”. Om tot de opleiding toegelaten te worden moet ze de Nederlandse taal nog iets beter leren en de taaltoets voor lezen, luisteren en schrijven op niveau halen. Maar dat is voor Marianny geen obstakel: “Dat gaat me ook lukken, let maar op!”, zegt ze vastberaden.
Gevlucht voor de oorlog in Soedan
Taliah uit Soedan, moeder van drie kinderen, wacht ook op haar verblijfsvergunning. Van haar gezin is zij nog de enige zonder. Haar man heeft een Nederlands paspoort, en daardoor hun kinderen ook.
Taliah werkte als juriste in Soedan toen de oorlog uitbrak in het land. “We werden gedwongen om te vluchten en het was een logische stap om naar Nederland te gaan. We hadden geen huis om naartoe te gaan, dus nu verblijven we in de opvang in Dongen.”
Haar kinderen gaan inmiddels naar school. En haar jongste dochter, Sabah, leert al wat Nederlands. Ze wil zo snel mogelijk de taal machtig zijn. “Dat gaat hier in de opvang langzaam, want er is maar één keer per week Nederlandse les. En als ik later groot ben, dan wil ik mooie dingen bouwen. Architect, dat wil ik worden”, zegt Sabah met een glimlach.
Recht op veiligheid
Voor het Rode Kruis staat altijd voorop dat iedereen het recht heeft op bescherming en een veilige plek. Bij het maken van asielplannen mogen we dan ook niet vergeten dat het om mensen gaat, zoals Marianny en Taliah. Iedereen verdient het om met respect behandeld te worden, waar je ook vandaan komt.