Na zes maanden is onze persvoorlichter Iris van Deinse weer op Sint-Maarten. “Vanuit het vliegtuig zie ik een strakke, azuurblauwe zee, jachten en zeilboten. Op het eerste gezicht is Sint-Maarten een toeristisch paradijs. Maar als je twee keer knippert, zie je dekzeilen op de daken, geraamtes die ooit hotels of huizen waren en hoor je constant getimmer en gedreun uit de bouw.”
“Dit is een eiland in herstel. Zes maanden geleden was ik hier ook, samen met 30 hulpverleners van het Rode Kruis s . Net na de verwoestende orkaan Irma zagen we toen een tropisch eiland met gebroken palmbomen, schepen die midden op het land waren geslingerd en een grauwe, wilde zee vol bootwrakken. Bewoners liepen verdwaasd en in shock rond. Wanhopig op zoek naar dierbaren. Water, voedsel of elektriciteit was er niet. Er was eigenlijk vrijwel niemand die géén hulp nodig had.”
Totaal weggevaagd
“Destijds sprak ik met bewoners die probeerden te overleven in de overblijfselen van hun ooit zo prettige thuis. In veel gevallen stond alleen het kleinste kamertje van het huis nog overeind: de wc. Alles wat in jaren was opgebouwd, meubels, kleding, foto’s… was in een paar uur totaal weggevaagd. Boeken, knuffels of fotolijstjes lagen kapot tussen het puin.
Zes maanden na de orkaan is een deel van het eiland weer opgebouwd, maar voor een groot deel van de bevolking is het nog iedere dag overleven. Mensen zijn hun baan in het toerisme kwijtgeraakt, slechts enkele hotels zijn weer open. Hoe zorg je voor je gezin als je huis verwoest is en je geen geld binnen krijgt? Ik kan me niet voorstellen wat voor strijd dit moet zijn.”
Geen eten in huis
“Om deze zorg weg te nemen maakt het Rode Kruis iedere schooldag ontbijt voor duizenden kinderen op 18 basisscholen. Zo ook op de Ascha Stevensschool, waar kinderen netjes in de rij wachten voor hun warme lunch. Blije gezichten, want vandaag staat er kip op het menu. “Als ik thuis ben, dan is er eigenlijk nooit eten. Mijn ouders verwachten dat ik op school eet, want zij komen pas laat thuis omdat zij nu veel geld moeten verdienen”, zegt Kalisha, terwijl ze haar rijst met tomatensaus eet.
Ook voor Gregor op de Leonard Connorschool geldt dat. “Mijn ouders zeggen dat ik goed moet eten op school”, zegt Gregor terwijl hij een flinke hap neemt van zijn rijst. “Thuis krijg ik geen ontbijt, dus ik ben heel blij dat ik dat hier krijg, het is lekker.”
Met negen man in kleine kamer
“Hulpverlener Nienke bezoekt een vrouw, die met negen mensen in een zwaar beschadigd huis woont. Een deel van het dak is een dekzeil en de voorkant is weggeblazen. In de kleine ruimte leven zij op elkaar, met hun spullen op plekken waar het nét droog blijft als het regent. Achterin het huis zijn ze bezig met reparaties, maar advies over goede herbouw en goed bouwmateriaal is nodig. “Dit is een huishouden dat in aanmerking zou kunnen komen voor ons reparatieprogramma”, concludeert Nienke wanneer ze naar buiten loopt.
De bewoner is blij dat Nienke komt kijken en omhelst haar. Deze warmte en vriendelijkheid zag ik zes maanden geleden ook, toen wij een paar dagen na de verwoestende orkaan met voedsel en water in verschillende wijken langs kwamen. Gelukkig herken ik sommige delen van het eiland niet meer terug en is er veel gebeurd. Tegelijkertijd zijn er delen die ik maar al te goed herken en waar nog bergen werk moeten worden verzet.
Naast het maaltijden- en reparatieprogramma focust het Rode Kruis ook op de voorbereiding op een eventuele nieuwe ramp. Want ook al krabbelen de mensen net pas op van Irma, een volgend orkaanseizoen staat in juni alweer voor de deur. Daarom verzorgt het Rode Kruis voorbereidingstrainingen voor eigen hulpverleners en bevolking. Belangrijk, maar ik hoop voor Sint-Maarten dat voorlopig niemand de opgedane kennis nodig zal hebben.”