Wie aan geweld in het conflict in de Democratische Republiek Congo denkt, denkt waarschijnlijk aan geweren, bommen of granaten. Maar over seksueel geweld wordt vaak niet gesproken, terwijl juist in dit conflict veel mensen slachtoffer worden van seksueel misbruik. Om dit onderwerp bespreekbaar te maken én de slachtoffers bij te staan, zijn er zogenaamde ‘luisterhuizen’ opgericht. Hier bieden getrainde hulpverleners van het Rode Kruis een luisterend oor aan de slachtoffers. Hieronder lees je drie verhalen van moedige mensen die uiteindelijk hun pijnlijke ervaring durfden te delen.
Let op: dit verhaal gaat over seksueel geweld en kan als schokkend worden ervaren.
Het verhaal van Henriette
Henriette* vluchtte in november vorig jaar voor het geweld uit haar dorp. Haar man is sindsdien vermist. Om eten voor haar kinderen te kunnen betalen, verzamelt de 30-jarige vrouw hout om te verkopen. In het bos bij haar kamp raakte ze gescheiden van haar vrienden. Op dat moment wordt ze verkracht door een man die een machete – een groot kapmes – bij zich droeg.
“Ik was doodsbang en dacht aan mijn kinderen”, vertelde ze. “Hij duwde me in een gat in de grond en verkrachtte me. Toen hij klaar was, zei hij dat ik moest vertrekken en nooit meer terug mocht komen. Hij zei dat ik geluk had dat hij me niet had gedood. Toen ik terugkeerde naar het kamp, ging ik dagenlang niet naar buiten. Ik wilde mezelf in het meer verdrinken. De enige reden dat ik het niet deed, was omdat er niemand was om voor mijn kinderen te zorgen. Op een dag hoorde ik mensen van het Rode Kruis praten over ‘luisterhuizen’. Ik was bang om dichterbij te komen, bang voor wat de buren zouden denken. Maar ik luisterde van een afstand aandachtig naar wat ze zeiden en ging later naar hen toe. Ze stuurden me naar de kliniek, waar ik hoorde dat ik zwanger was.
Er gaan zoveel vragen door mijn hoofd: Wat ga ik doen? Hoe ga ik eten voor mijn kinderen betalen? Wat zal mijn man zeggen als hij terugkomt? Maar ik weet nu in ieder geval dat ik niet alleen ben. Er zijn zoveel andere vrouwen bij wie dit is overkomen. En dat biedt op een bepaalde manier toch wat troost.”
Seksueel geweld in Congo
In de Democratische Republiek Congo woedt al decennialang een gewapend conflict. We zien een duidelijk verband tussen de toename van geweld en de toename van seksueel geweld. Meer dan de helft (!) van de vrouwen in Congo heeft te maken gehad met fysiek geweld, en meer dan 27% geeft aan te maken hebben gehad met seksueel geweld tijdens het conflict.
Tussen januari en maart registreerden de Verenigde Naties meer dan 12.600 slachtoffers van seksueel geweld in Noord-Kivu, een provincie in het oosten van Congo. Hoewel de overgrote meerderheid vrouwen en meisjes zijn, behoren ook mannen tot de slachtoffers. Seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes komt vooral veel voor in vluchtelingenkampen en gebieden waar mijnactiviteiten plaatsvinden. Vooral kinderen zijn extra kwetsbaar. Zij lopen meer risico op seksueel geweld wanneer ze gescheiden zijn van hun familieleden.
Naast de fysieke en mentale gevolgen van seksueel misbruik, is er een minder bekend effect: sociale afwijzing en economische uitsluiting. Veel slachtoffers ervaren deze vorm van uitsluiting na het seksuele geweld. Meer dan 50% van de getroffen vrouwen geeft aan dat ze weigeren hulp te zoeken of het aan familieleden te vertellen. Dit percentage is zelfs nog hoger onder kinderen en mannen die dergelijk geweld hebben meegemaakt. In de ‘luisterhuizen’ kunnen slachtoffers met hulpverleners praten. Alleen al in 2023 hielpen we meer dan 3.200 slachtoffers.
Het verhaal van Françoise
Françoise*, is zeventien jaar oud en moest vluchten toen het geweld haar dorp bereikte. Na een lange reis kwam ze terecht in één van de vluchtelingenkampen in de stad Goma.
“Samen met een groep andere vrouwen ging ik naar het bos om hout te verzamelen om wat geld te verdienen”, vertelt Francoise. “Ongeveer twee weken geleden kwamen we een groep gewapende mannen in uniform tegen. We renden weg, maar ze achtervolgden ons. Twee van hen grepen me toen ik op de grond viel. Ze verkrachtten me, één voor één. Ze zeiden niets, maar ik zag dat ook zij bang waren.
Toen ik weer kon opstaan en lopen, keerde ik terug naar het kamp terwijl ik mijn gescheurde kleren verborg. Ik was bang dat ik zwanger zou worden en durfde niemand iets te vertellen. Ik voelde me nutteloos, bang en alleen. Uiteindelijk besloot ik wat oudere vrouwen in het kamp in vertrouwen te nemen, en zij vertelden me over de ‘luisterhuizen’.”
Het verhaal van Trésor
Trésor* (57) en een vriend waren hout aan het verzamelen toen zij vier gewapende mannen tegenkwamen. Ze werden gedwongen op de grond te gaan liggen en hun broek uit te trekken.
Trésor herinnert zich wat er gebeurde: “‘Ik ben geen vrouw! Wat doen jullie?’ schreeuwde ik naar hen. ‘Ga op de grond liggen en je zult zien wat er gebeurt’, schreeuwden ze terug. Ik had nog nooit gehoord dat zoiets mannen kon overkomen. Mijn vriend overleefde de aanval niet.”
Trésor keerde terug naar het kamp en vertelde zijn vrouw wat er was gebeurd. “Ze probeerde me te troosten”, zei hij. “Ze vertelde me dat het niet mijn schuld was. Dagenlang had ik verschrikkelijke pijn. Uiteindelijk besloot ik naar een ‘luisterhuis’ te gaan. Ik stond lange tijd buiten, te beschaamd om naar binnen te gaan. Ik dacht dat het alleen voor vrouwen was. Nog steeds kan ik niet slapen, maar ik ben blij dat ik ben gegaan. Ik hoop dat ik me op een dag beter zal voelen.”
*De namen van de geïnterviewde personen zijn veranderd wegens privacy.
Vergeet jij hen niet?
Het Rode Kruis helpt mensen in crises wereldwijd met voedsel, water, onderdak en medische en psychologische zorg. Ook als de ramp de voorpagina niet haalt. Help jij ons mee de nood in beeld te brengen? Dan zorgen wij dat de hulp op de goede plaats komt. Deel dit bericht of geef op giro 881 onder vermelding van ‘Vergeten crises’. Want vergeten is menselijk, maar laten we mensen niet vergeten.