Ontvoerd worden door Boko Haram, helpen tijdens een ebola-uitbraak of geëvacueerd worden uit conflictgebieden: hulpverlener Desmond Ongara heeft meer meegemaakt dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen. Maar voor hem zijn dit niet slechts spectaculaire verhalen voor op feestjes. Het is zijn leven. Wat drijft hem om te werken op plaatsen waar anderen liever ver vandaan vluchten?
“Het is niet voor iedereen weggelegd”, zegt Desmond terwijl de hete zon op zijn gezicht brandt. “Het werk is uitdagend en niet zonder risico’s.” Als water- en sanitatie-expert bij het Rode Kruis verblijft Desmond, die zelf uit Kenia komt, in ’s werelds meest gevaarlijke landen. Sinds vorig jaar werkt hij in Zuid-Soedan, waar de temperaturen momenteel tot 45 graden oplopen. Dit land, dat in 2011 na een lang conflict met buurland Soedan onafhankelijk werd, is een land van extremen. De temperaturen kunnen enorm hoog zijn en de regenval hevig.
Een land van extremen
In 2019 overstroomde zelfs een derde van het land. Nóg meer mensen kwamen toen terecht in een cyclus van armoede, honger en geweld. “Er zijn zoveel uitdagingen hier. Alles is een struggle, maar de veerkracht van de mensen hier is ongelofelijk”, vertelt Desmond.
Het Nederlandse Rode Kruis werkt in Zuid-Soedan nauw samen met het Zuid-Soedanese Rode Kruis aan diverse projecten, waaronder gezondheidszorg, financiële hulp en water- en sanitaire voorzieningen. Desmond legt uit: “We investeren niet alleen in noodhulp, maar ook in preventieve maatregelen, zodat mensen weerbaarder zijn bij rampen. Als onderdeel van het ‘Chronisch crisisproject’ bieden we bijvoorbeeld trainingen aan en ondersteunen we mensen bij het opzetten van een eigen bedrijf, zodat ze zelfvoorzienend kunnen worden en minder afhankelijk zijn van hulp.”
Strenge veiligheidsmaatregelen
Werken in Zuid-Soedan is echter niet zonder gevaar. Het land gaat al jaren gebukt onder geweld. Voor hulpverleners is het zelfs een van de meest gevaarlijke plekken om te werken. Alleen al in 2023 werden er 34 humanitaire hulpverleners gedood. Om de risico’s te beperken, moeten Desmond en zijn collega’s onder strenge veiligheidsmaatregelen leven. Zo moeten ze voor de avondklok ingaat terug zijn bij het beveiligde appartementencomplex. “Het is niet ideaal”, vertelt Desmond. “Je leven draait hier voornamelijk om werk. Er is weinig vrije tijd of sociaal leven, dus in het weekend kijk ik series of bel ik met familie. Ik ben zelfs begonnen met een online studie.”
Wonen in een tent
Ondanks alle uitdagingen, doet Desmond dit werk al negen jaar. Hij komt oorspronkelijk uit Kenia, waar hij zijn studie Volksgezondheid afrondde. De afgelopen jaren werkte hij voor verschillende hulporganisaties in conflictgebieden over de hele wereld. Zijn carrière bij het Rode Kruis begon in 2014 tijdens de ebola-uitbraak in Liberia. “Dat was een zware tijd”, herinnert hij zich. “De gezondheidszorg was ingestort, en mensen stierven op straat. Ook de hotels waren gesloten vanwege ebola-infecties. We moesten improviseren om mensen te helpen en hebben toen een kamp opgezet in een bos. Ik woonde een jaar lang in een tent.”
Opgesloten in Soedan
Maar ook landen als Congo, Mali en Soedan staan op het lijstje van landen waar Desmond heeft gewerkt. In het laatste land was hij voor het Rode Kruis aan het werk tot vorig jaar april, toen het geweld daar losbarstte. De kogels vlogen – letterlijk – om zijn oren. “Ik herinner me het allemaal heel levendig. In die dagen vormden explosies de achtergrondmuziek, terwijl de skyline werd gedomineerd door bittere, zwarte rook. Mijn badkamer lag vol met scherven van een kogel die door de ruit was gekomen. Iedere dag was gevuld met angst en onzekerheid.”
Uit het raam zag Desmond de gevechten plaatsvinden. Hij legde het vast, maar de video’s versturen lukte niet. Er was namelijk geen enkel bereik in zijn appartement in de hoofdstad Khartoum, waar hij alleen zat, zonder contact met de buitenwereld.
Meer dan twee weken lang zaten Desmond en zijn collega’s opgesloten in hun appartement, met slechts restjes voedsel, geen stroom en geen water. “Ik had een ei in de koelkast liggen, maar ik durfde het niet op te eten omdat ik het wilde bewaren tot het allerlaatste moment. Het was één van de meest angstaanjagende ervaringen van mijn leven.” Na meer veertien dagen in doodsangst werden hij en zijn collega’s uiteindelijk veilig geëvacueerd door het Internationale Rode Kruis (ICRC), waardoor de nachtmerrie ten einde kwam.
Vervreemd van familie
Na de evacuatie uit Soedan, twijfelde Desmond even of hij door zou gaan met zijn humanitaire werk. Het werk brengt immers vele uitdagingen met zich mee en eist een zware tol. Eén van de moeilijkste dingen vond Desmond het missen van de belangrijkste momenten uit het leven van zijn zoon, zoals zijn eerste stapjes. Tegelijkertijd is teruggaan naar huis na lange perioden in het veld ook niet altijd makkelijk. “Vaak voel je je vervreemd van je eigen familie en vrienden, omdat je zoveel tijd elders doorbrengt. Het kan moeilijk zijn om een band op te bouwen met mensen die niet begrijpen wat je hebt meegemaakt. Als je dit werk doet, wordt het team waarmee je werkt je familie.”
Ondanks alles denkt Desmond er niet aan om te stoppen. Hij voelt zich dankbaar voor de kans om anderen te helpen. “Wanneer je een waterinstallatie bouwt en mensen deze voor de eerste keer gebruiken, zie je de blijdschap op hun gezicht. Dat is waar voor je het doet. Een gevoel van voldoening dat niet te vergelijken is met iets anders. Het maakt het allemaal de moeite waard.”
Help ons helpen
Niet alleen in Zuid-Soedan, maar ook in Congo, Soedan, Gaza en Oekraïne zien we momenteel een ongekende golf van geweld. Dappere hulpverleners zoals Desmond zijn overal ter wereld aanwezig om mensen in conflictgebieden te helpen met noodhulp, medische zorg of psychosociale ondersteuning. Hiervoor telt elke bijdrage. Help jij mee om onze wereldwijde hulpverlening mogelijk te maken? Doneren kan via de knop hieronder of via IBAN-nummer NL33INGB0000000881.