Het is een doorbraak voor de allerarmste landen: op de COP27 werd eindelijk groen licht gegeven voor de oprichting van een klimaatschadefonds. Maar geeft de klimaattop écht aanleiding tot juichen of zijn de uitkomsten vooral teleurstellend? En wat zijn de volgende stappen? Zes vragen aan directeur van het Rode Kruis Klimaatcentrum Maarten van Aalst, die erbij was in Egypte.
1. Is de klimaattop mislukt?
“De klimaattop is in sommige opzichten een fiasco. Het loopt helemaal mis met de emissiereductie die er nodig is om klimaatverandering onder controle te krijgen. Er zijn nauwelijks nieuwe afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De doelen (onder de 1.5 graden opwarming blijven) zijn opnieuw bevestigd, maar de maatregelen om die te bereiken worden niet genomen en daar zijn ook geen nieuwe afspraken over gemaakt.
Dat er wél overeenstemming is tussen de bijna 200 deelnemers over het klimaatschadefonds (“loss and damage”) is niettemin een grote overwinning in de erkenning van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor rampen die nu al plaatsvinden.
Je vraagt je soms wel af of de emissies van alle vluchten om mensen daar te brengen, en van een gekoeld conferentiecentrum midden in de woestijn, opwegen tegen het (matige) resultaat dat er bereikt is… De klimaattop was opvallend groot, met tienduizenden mensen en een doolhof van tenten aan het conferentieoord vast.”
2. Er komt dus een klimaatschadefonds. Kunnen we nu juichen?
“Dit fonds is echt een doorbraak – rijke landen weigerden tot nu toe pertinent om deze schade in ontwikkelingslanden te vergoeden. En nu komt het er eindelijk. Maar hoe het fonds moet gaan werken is nog helemaal niet duidelijk en zal dus de komende jaren veel aandacht gaan vragen. Wanneer is er bijvoorbeeld sprake van klimaatschade en hoe bereken je die kosten? Als Rode Kruis dragen we uiteraard bij aan die discussies, om te zorgen dat het extra geld ook echt terecht komt waar de hardste klappen vallen en mensen de middelen het hardst nodig hebben.”
3. En wat is er op de klimaattop afgesproken over de al bestaande klimaatfondsen gericht op adaptatie en mitigatie?
“Hiervoor geldt dat de afspraken uit Parijs nog steeds niet helemaal nagekomen zijn. Rijke landen beloofden toen arme landen 100 miljard dollar klimaatsteun per jaar, maar dat bedrag wordt nog steeds niet gehaald. In aanloop naar de COP pleitte het Rode Kruis voor slimme klimaatfinanciering: meer geld dat terecht komt bij de meest kwetsbaren. Maar landen komen de afspraken dus niet na.
Specifiek voor adaptatie is er vorig jaar op de klimaattop in Glasgow afgesproken dat er binnen drie jaar een verdubbeling moest zijn van 20 naar 40 miljard per jaar, maar ook daar zit nog te weinig schot in. Wel zie je dat rijke landen zich meer bewust zijn van dit gat, en dat een aantal landen – waaronder Nederland – ook wel echt zijn best doet om het te dichten.”
4. Het klinkt alsof er nog een hoop moet gebeuren. Hoe moeten we nu verder?
“We moeten vooral niet opgeven. Het is heel belangrijk dat de landen die wél ambitie hebben volop doorpakken. Dit houdt in: de technologie voor groene energie en klimaatadaptatie verder ontwikkelen, maar ook het vertrouwen herstellen zodat we zo snel mogelijk met de hele wereld ambitieuzere afspraken kunnen maken. Daarbij moeten vooral de rijke landen het voortouw nemen, en tegelijkertijd de armere landen ondersteunen die wél ambitieus aan de slag willen. De landen moeten hun uitstoot verminderen, maar ook maatregelen nemen om zich aan te passen aan klimaatverandering om de klappen op te vangen die nu al op ze afkomen.”
5. Welke stappen hoop je dat landen nu gaan zetten?
“De stappen in de klimaataanpak moeten genomen worden op drie fronten: 1. Zo snel mogelijk de uitstoot drastisch omlaag, en zo snel mogelijk zelfs naar nul. 2. Veel meer investeren in het verminderen van de risico’s die we nu al op ons af zien komen (aanpassing aan klimaatverandering) en 3. Beter omgaan met de klappen die we nu al krijgen. Bijvoorbeeld door te investeren in betere waarschuwingssystemen die extreem weer kunnen voorspellen, maar ook door slimme financieringsmechanismes te implementeren om te voorkomen dat elke klap mensen kwetsbaarder maakt voor de volgende.”
6. Wat kan het Rode kruis hierin betekenen?
“Onze eerste rol is om hulp te bieden tijdens rampen. Als noodhulporganisatie worden wij natuurlijk elke dag geconfronteerd met stijgende risico’s op rampen. Tijdens de twee weken van de klimaattop alleen al registreerde onze Risk Watch 14 overstromingen in Afrika, 18 in Noord- en Zuid Amerika, 35 in Azië, vijf in Europa, en twee in het Midden Oosten. We zagen vier grote tropische stormen, en bosbranden verwoestten in tien landen 10,000 hectares. In Afrika en Afghanistan is er honger door een combinatie van weersomstandigheden en andere crises.
Maar naast de hulpverlening in noodsituaties, helpen wij ook om de risico’s op rampen te verkleinen. Dit doen wij door lokale gemeenschappen te helpen om zich beter voor te bereiden op klimaatverandering, door met partners te werken aan waarschuwingssystemen, en door risicoreductie, bijvoorbeeld door herbebossing om zo overstromingen en droogtes te verminderen.”
Klimaatverandering en het Rode Kruis
Het Rode Kruis helpt mensen in nood. Daarom staan we overal ter wereld klaar om mensen te helpen die slachtoffer zijn geworden van natuurrampen. Maar nog liever zorgen we dat zo’n ramp minder slachtoffers maakt. We zien door klimaatverandering de risico’s op rampen groter worden. Daarom doen we veel onderzoek naar klimaatverandering, zijn we aanwezig op de klimaattop en helpen we kwetsbare groepen om zich voor te bereiden op klimaatverandering en zich aan te passen aan de gevolgen ervan.