Dag in, dag uit leven in angst voor een bominslag of beschietingen. Wereldwijd zijn er zeker 210 miljoen mensen die dagelijks overleven in conflictgebieden, zo blijkt uit onderzoek van het Internationale Rode Kruis (ICRC). Drie van hen, Nadezhda uit Oekraïne, Sarah uit Soedan en Zakieh uit Libanon, delen hun aangrijpende verhalen.
Nadezhda (Oekraïne): “Ik dacht dat we onder het puin zouden eindigen”
Sinds februari 2022 staat het leven van miljoenen mensen, waaronder veel kinderen, in Oekraïne op z’n kop. Velen moesten vluchten voor het geweld en noodgedwongen alles achterlaten. Zo ook de 38-jarige banketbakker Nadezhda en haar dochters Angelina (12) en Vera (2) uit Lyman, een stad in het oosten van Oekraïne.
“Ik was thuis aan het koken toen de beschietingen begonnen”, vertelt Nadezhda. “Ik hoorde de kogels en bommen vliegen. Terwijl de pannen op het fornuis pruttelden, rende ik naar mijn dochters en riep dat ze op de grond moesten liggen. Het was angstaanjagend. Ik dacht dat we onder het puin begraven zouden worden.”
Hoogzwanger en doodsbang zat Nadezha, samen met haar dochters, maandenlang in een schuilkelder, totdat ze werden geëvacueerd naar Yenakiieve, een dorp verder bij het front vandaan. Met slechts een paar boodschappentassen mee wist Nadezhda niet dat ze nooit meer naar huis zou terugkeren. Haar derde dochter werd geboren in hun nieuwe woonplaats. Het gezin heeft moeite om rond te komen en is afhankelijk van humanitaire hulp. “Ik droom ervan terug te keren naar mijn huis, mijn werk, en mijn zus, die ik niet meer heb gezien sinds ik vluchtte.”
Sarah (Soedan): “We besloten opnieuw te vluchten”
Het conflict in Soedan heeft ruim 12 miljoen mensen op de vlucht gejaagd. Onder hen is Sarah James (23), moeder van twee kinderen. Zij leeft al tien jaar temidden van conflicten. Begin 2014 ontvluchtte Sarah het geweld in Zuid-Soedan en zocht ze veiligheid in buurland Soedan. Door deze traumatische ervaring, durfde Sarah niet lang te wachten toen een nieuw conflict in 2023 uitbrak.
“We waren bang dat het conflict elk moment onze deur kon bereiken, vooral nadat nabijgelegen dorpen werden gebombardeerd”, vertelt Sarah. “We besloten opnieuw te vluchten.” Na een lange en gevaarlijke reis bereikte Sarah het dorp Kaka in Zuid-Soedan, waar haar moeder woont. Het Internationale Rode kruis (ICRC) hielp hen daar met voedsel en andere levensreddende middelen. “Met de zaden en gereedschappen die ik heb ontvangen, kan ik mijn leven beetje bij beetje weer opbouwen.”
Zakieh (Libanon): “We weten niet hoe we de winter zullen doorkomen”
Het conflict in het Midden-Oosten heeft een ongekende humanitaire crisis veroorzaakt. Miljoenen burgers, waaronder veel kinderen, lijden onder het geweld of zijn op de vlucht geslagen.
Zo ook Zakieh Al-Saadi en haar familie. Na drie dagen van hevige beschietingen besloten ze Libanon te verlaten. “De angst was verlammend. Het geluid van vliegtuigen bracht ons in paniek, en de kinderen trilden van angst”, vertelt Zakieh.
De familie zoekt veiligheid in Syrië, het land dat ze jaren geleden hadden ontvlucht. Ook daar is het niet veilig, maar ze hadden geen keuze. “We laten de helft van onze familie achter, omdat zij niet konden vluchten. Nu gaan we Syrië in, maar we weten niet waar we heen gaan, hoe we de winter zullen doorkomen, of wat de toekomst ons zal brengen.”
Dit is een tijd om te helpen
In ieder conflictgebied kijken we welke hulp het hardste nodig is. We bieden onderdak, medische zorg, voedsel en helpen families te hereniging. Waar het conflict zich ook voordoet, het Rode Kruis kiest nooit partij. We staan altijd achter de slachtoffers. We helpen wie dan ook, waar dan ook, waarom dan ook.
Juist als we ons misschien niets bij de nood kunnen voorstellen, is het tijd om te helpen. Ook voor jou. Help mee met een gift voor onze hulpverlening. Doneren kan via Giro 881, IBAN: NL33INGB0000000881, of via de knop hieronder.