Een jaar geleden begon de grond onder duizenden mensen in Marokko te trillen. Een hevige aardbeving verwoestte complete dorpen. Bijna drieduizend mensen kwamen om het leven en duizenden mensen raakten gewond. Vanaf de eerste dag zette de Marokkaanse Rode Halve Maan, zoals het Rode Kruis daar heet, zich in om de getroffen bevolking te ondersteunen. Hoewel er verschillende uitdagingen zijn voor het herstel, zetten duizenden vrijwilligers zich in om ervoor te zorgen dat mensen hun leven weer kunnen opbouwen.
Onze collega’s van de Marokkaanse Rode Halve Maan doen er – nog steeds – alles aan om mensen zo goed mogelijk te helpen. Direct na de verwoestende aardbeving stonden zij meteen klaar om hulp te verlenen. Ze wisten zich snel te organiseren en hielpen hierdoor duizenden mensen.
Direct hulp en belangrijke voorzieningen
Hulpverleners van het Rode Kruis in Marokko hielpen mee met reddingswerk, verleenden eerste hulp en hielpen mensen veilig te evacueren. Voor de velen die hun huis hadden verloren, zorgden zij voor onderkomens en deelden ze voedsel en huishoudelijke benodigdheden uit. Daarnaast hebben ze belangrijke voorzieningen hersteld of opgezet, zoals 151 toiletten, 131 douches en 167 waterpunten.
De kracht van duizenden vrijwilligers
Om de hulpverlening in Marokko verder op te schalen, heeft het Rode Kruis in het afgelopen jaar maar liefst 40.000 nieuwe vrijwilligers geworven en getraind. Deze mensen zijn van onschatbare waarde. Ze delen essentiële goederen uit, bieden psychosociale ondersteuning, en binnenkort zullen ze ook financiële hulp bieden aan hen die dat het hardst nodig hebben.
“Al snel zagen we dat hulpverlening in de Hoge Atlas geen sprint is, maar een marathon”, zegt Derk Segaar, hoofd Internationale hulp van het Rode Kruis. “Het is een uitgestrekt, onherbergzaam gebied en de winters zijn er streng en guur. Dorpen waren vaak lastig te bereiken, terwijl er nog van alles nodig is. We zien dat herstel minder vlot verloopt dan het Rode Kruis graag zou zien. Volledig herstel zal dus tijd in beslag nemen.”
Nieuwe fase van hoop en wederopbouw
Het eerste jaar na de aardbeving was zwaar, met de slecht bereikbare dorpen en de barre winter als grootste uitdagingen. Hierdoor was het vooral moeilijk om hulp op de juiste plekken te krijgen. Daarnaast moesten we wachten op vergunningen van de autoriteiten om verder te kunnen met onze hulpverlening.
Maar er is ook een hoop gebeurd in de tussentijd, benadrukt Derk. “De autoriteiten geven aan dat zij nu plannen maken om vaart achter de wederopbouw te zetten. Het Rode Kruis is daar als noodhulporganisatie niet verantwoordelijk voor, maar staat wel klaar om met humanitaire hulp te ondersteunen.”
Op weg naar zelfstandigheid
Voor de lange termijn zet het Rode Kruis in op ondersteuning van de lokale bevolking. We begeleiden mensen naar nieuw werk, bieden weerbaarheidstrainingen en we geven straks ook financiële hulp. De duizenden nieuwe vrijwilligers spelen hierin een cruciale rol. Zij gaan helpen bij het verstrekken van contant geld en boodschappenkaarten, zodat mensen zelf kunnen beslissen welke hulp ze het meest nodig hebben.
Volgens Derk is het ultieme doel om mensen weer op eigen benen te laten staan, los van noodhulp. “Een eigen inkomen is van groot belang, zeker nu veel mensen hun bron van inkomsten zijn verloren door de aardbeving. Financiële ondersteuning vormt daarbij een extra stimulans voor de lokale economie. Het werkt effectiever dan voedselpakketten. Na groen licht van de overheid zal dit project straks duizenden mensen helpen om de regie over hun leven terug te pakken.”