Na maanden van hevig geweld biedt het staakt-het-vuren-akkoord eindelijk een adempauze in Gaza. Veel Gazanen grijpen dit moment om terug te keren naar hun huizen – of wat daar nog van over is. Tussen het puin werkt de Nederlandse traumachirurg Geertje Govaert (52) in het veldhospitaal van Rafah. Hier ziet ze met eigen ogen de verwoestende impact van het geweld.
Van diepe wonden door bomscherven tot verbrijzelde botten, ernstige brandwonden en gevaarlijke infecties: Geertje behandelde in haar eerste maand in Gaza al een indrukwekkende hoeveelheid complexe letsels. Ze werkt in een veldziekenhuis van het Internationale Rode Kruis (ICRC) in Rafah, een stad in het zuiden van Gaza. Het veldziekenhuis bestaat uit meerdere tenten, die functioneren als operatiekamers, verloskamer of eerstehulpafdeling.
Het veldziekenhuis werd vorig jaar mei opgezet om het enorme aantal gewonde mensen van levensreddende hulp te voorzien. Ondanks de beperkte middelen is Geertje onder de indruk van de opzet. “Het is hier natuurlijk niet zo steriel als in Nederland. Soms moet je tussen operaties door zand en stof wegvegen. En terwijl je opereert, hoor je hoe een vrouw in de tent ernaast bevalt van haar kind. Het is improviseren, maar we redden hier levens.”
Schrijnende omstandigheden
De meeste patiënten van Geertje wonen in een tentenkamp, waar de omstandigheden dramatisch zijn. “Er is geen stromend water, er zijn nauwelijks wc’s en na de vele regen van de afgelopen weken waren veel mensen koud en ziek”, vertelt Geertje. “’s Nachts dalen de temperaturen flink, en veel kinderen krijgen daardoor luchtweginfecties.
Soms houden we patiënten, die weer aan de beterende hand zijn, langer in het ziekenhuis om ze goed te laten herstellen. Dat doen we omdat we weten dat ze moeten terugkeren naar deze omstandigheden.”
Hartverscheurende keuzes
De dagen in het ziekenhuis beginnen vroeg. Na een gezamenlijk ontbijt bespreken de artsen de situatie van de patiënten. Hoe de dag verder verloopt, is nooit te voorspellen. Geertje legt uit: “Soms begint een dag rustig, en dan ineens is er een explosie waarna heel veel gewonde mensen worden binnengebracht.” Op zulke momenten werken zij en haar team volgens het principe van triage: ‘Do the best for the most’.
Bij triage worden gewonden ingedeeld op basis van de ernst van hun verwondingen. Geel staat voor niet-levensbedreigende verwondingen, zoals open botbreuken. Rood is voor ernstige, maar behandelbare verwondingen, zoals een gescheurde milt of een kogelwond. Blauw betekent dat de overlevingskans minimaal is. “Bij blauwe patiënten zijn de verwondingen zo ernstig, dat we meestal niet meer kunnen opereren. Er is simpelweg niet genoeg tijd of er zijn te weinig zakken bloed om iedereen te helpen. Dat zijn hartverscheurende keuzes. Het betekent soms dat je mensen niet kan redden, ook al had dat met meer tijd en middelen wél gekund.”
Veerkracht van collega’s
Aan sommige patiënten denkt Geertje nog vaak terug. Zoals de jongen die met spoed werd binnengebracht, zijn lichaam vol scherven. “We stabiliseerden hem en brachten hem naar een lokaal ziekenhuis. Helaas overleed hij aan zijn verwondingen”, vertelt Geertje. “Later bleek het de broer van een verpleegkundige te zijn met wie ik de dag ervoor nog had gewerkt.”
“Na zulke dagen kom je thuis met een zwaar gevoel” zegt Geertje. “Wat helpt, is praten met collega’s of met familie thuis. Ik bel bijna elke dag met een paar mensen in Nederland die dicht bij me staan. Of ik lees een boek of kijk een serie op Netflix, als het internet het toelaat. We proberen ook af en toe te sporten met het team. Dat helpt om even af te schakelen.”
Toch is haar situatie vele malen beter dan die van haar Palestijnse collega’s, beseft Geertje zich. “Wij internationale artsen wisselen elkaar om de zes weken af, omdat één week hier qua impact gelijkstaat aan een maand ergens anders. Maar mijn Palestijnse collega’s werken hier al vijftien maanden onafgebroken en zijn zelf hard geraakt door het conflict. Na een dienst keren zij terug naar hun tenten, waar ze met het hele gezin wonen. Zonder stromend water of een wc. Ook verliezen ze vrienden en familieleden door het geweld. Toch krijgen ze het voor elkaar om verzorgd en opgewekt naar hun werk te komen. Dat vind ik bewonderenswaardig.”
Opereren in een tent met kogelgaten
Het werk in het veldziekenhuis is niet zonder gevaar. Geertje opereert in een tent met kogelgaten en voert operaties uit terwijl er in de buurt wordt geschoten. “Voordat ik hierheen kwam, heb ik goed nagedacht over de risico’s. Ook ik zag de beelden op tv. Maar nu ik hier ben, richt ik me vooral op mijn patiënten. We volgen alle veiligheidsrichtlijnen strikt. Als er wordt gezegd: ‘ga naar een veilige ruimte’, dan ga je daarheen. Ik weet wel dat mijn familie blij zal zijn als ik weer veilig thuis ben”, glimlacht ze.
Een verschil maken
Ondanks de zware omstandigheden is Geertje dankbaar dat ze hier kan zijn. “Als traumachirurg weet ik dat ik hier echt iets kan betekenen. Mensen hebben hulp nodig, en ik kan die hulp geven. Ik ben breed opgeleid en kan verschillende soorten operaties uitvoeren. Je wil gewoon helpen – daarom ben ik hier.”
En gelukkig zijn er ook hoopvolle momenten: “Patiënten die na wekenlange behandeling weer op eigen benen kunnen staan. Een dankbare glimlach, of een tekening van een kind. Ons werk wordt hier gewaardeerd en dat geeft veel voldoening.”
Het Rode Kruis in Gaza
Het conflict in het Midden-Oosten heeft een ongekende humanitaire crisis veroorzaakt. In Gaza is de gezondheidszorg ingestort en is er een tekort aan bijna alles. Honderdduizenden mensen hebben dringend hulp nodig. Onze hulpverleners zetten zich, met gevaar voor eigen leven, in om deze mensen te helpen met medische en psychosociale zorg, voedsel, water en onderdak.