Word vrijwilliger Doneer

36 jaar vrijwilligerswerk en vriendschap bij het Rode Kruis

Geplaatst op 07 juni 2020

Bob en Herman begonnen 36 jaar geleden met vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis en krijgen hiervoor binnenkort een koninklijke onderscheiding. De twee houden er meer aan over dan een lintje: Bob en Herman zijn sinds hun ontmoeting bij het Rode Kruis onafscheidelijke vrienden.

“Wat in het hart zit, dat schuif je er niet uit.” Het is het motto van Bob. Zijn maat Herman denkt er precies hetzelfde over. “Iets wat je graag doet, al is het nog zo moeilijk of ingewikkeld, dat doe je gewoon. Klaar. Zo staan we er allebei in.”

Bob is bijna 82 en Herman 74. Ze ontmoetten elkaar 36 jaar geleden bij het Rode Kruis, toen ze zich aanmeldden als vrijwilliger. “Het is 35 jaar toch?” Herman kijkt Bob vragend aan. Die schudt overtuigd zijn hoofd. “Nee hoor, 36 jaar.” En zo gaat het wel vaker in het gesprek: ze vullen elkaars verhalen aan met een sterke Amsterdamse tongval. Het lijkt wel een huwelijk. Daar moeten ze hard om lachen. “Nee hoor, zo erg is het nog niet!”

Binnenkort krijgen Bob en Herman een koninklijke onderscheiding voor hun jarenlange inzet als vrijwilligers voor het Rode Kruis. Ze worden Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Er zou een ceremonie komen, maar die is door de coronacrisis uitgesteld. Ze mogen dan ook een toespraak houden over hun werk voor het Rode Kruis. En er valt genoeg te vertellen.

Veel herinneringen

Zo was Bob betrokken bij een actie voor een terminaal ziek meisje. Haar zusje vertelde hem dat ze graag nog een keer met het hele gezin naar Disneyland Parijs wilde. Bob en een collega zamelden geld in en het Rode Kruis stelde een bus ter beschikking. Vier dagen lang liep de familie rond in het pretpark en Bob reed de brancard met het patiëntje alle attracties in. Een jaar later overleed ze. Bob is blij dat hij dit voor haar en haar familie heeft kunnen doen. “Dat is voor mij een van de belangrijkste en emotionele momenten geweest.”

In de afgelopen 36 jaar waren ze vooral veel samen bij grote gebeurtenissen. Zo herinneren ze zich allebei een groot ongeluk op de A4. “De auto’s stonden op elkaar gestapeld”, vertelt Bob. “Vier hoog”, vult Herman aan. Ook waren ze erbij toen de lichamen terugkwamen na het vliegtuigongeluk in Faro in Portugal. Rode Kruis-vrijwilligers vingen op Schiphol de familieleden op.

Bijlmerramp

De Bijlmerramp heeft de grootste indruk op Herman gemaakt. “Al die sirenes, het ging maar door. Die kwamen van alle kanten.” Hij weet het nog als de dag van gisteren. “We zijn toen samen met de politie en GGD-medewerkers in de flat geweest. Tenminste, wat daar nog van over was. We moesten kijken of er nog mensen binnen waren.”

In de week na de ramp verleenden ze dag en nacht hulp in de sporthal waar slachtoffers werden opgevangen die hun huis kwijt waren. “Mensen zaten in de put en wisten met zichzelf geen raad”, vertelt Bob. “En wij eigenlijk ook niet”, zegt Herman. Het was de eerste keer dat ze zo’n grote ramp meemaakten als vrijwilliger van het Rode Kruis. Ze hielpen met het verbinden van wonden en plakten pleisters. Ook reden ze af en aan met medicijnen die ze ophaalden bij allerlei apotheken in de buurt. Overal stonden veldbedden die van Rode Kruis-afdelingen uit het hele land kwamen.

Samenwerking

De samenwerking maakte veel indruk op Bob en Herman. Ze vertellen dat ze het door die samenwerking al zo lang uithouden bij de hulporganisatie. “Het Rode Kruis is altijd goed voor ons geweest en wij andersom dus ook voor hen. Ze hoefden maar met de vingers te knippen en wij stonden er.”

Herman en Bob zijn niet alleen collega-vrijwilligers. Er is een hechte vriendschap ontstaan tussen de twee en ze komen al jaren bij elkaar over de vloer. De laatste tijd doen ze vooral klusjes in het pand van het Rode Kruis in Amsterdam en rijden ze af en toe nog op de Rode Kruis-bussen.

Wie er meer weet van het Rode Kruis? “Bob!”, Herman is er duidelijk over. Bob is amicaal en praat met iedereen. Doordat ze jarenlang betrokken waren bij grote evenementen als Sail Amsterdam en de Nijmeegse Vierdaagse, kennen ze door heel Nederland andere mensen van het Rode Kruis. Maar Herman is weer meer op de hoogte van de inhoud, legt Bob uit. “Hij doet nog alle cursussen om zijn EHBO op peil te houden. Daar heb ik gewoon de kracht niet meer voor.”

Of ze eigenlijk niet gewoon een topduo zijn samen? “Daar ben ik het helemaal mee eens”, lacht Herman. En ook nu heeft Bob er nog iets aan toe te voegen: “We vullen elkaar gewoon aan. Dus alles wat we doen, doen we eigenlijk gedachteloos samen.”

Ook vrijwilliger worden?

Dankzij vrijwilligers als Bob en Herman kan het Rode Kruis klaarstaan voor mensen die het nodig hebben. Ook je tijd en talenten inzetten voor een ander? Doe mee en word vrijwilliger bij de grootste hulpverleningsorganisatie van Nederland!

Wil je meer weten over Hulp in Nederland?