Met Pasen besloot hij toch met de familie bij elkaar te komen. Achteraf heeft de 74-jarige Paul Spee het daar heel moeilijk mee. “Door mij hebben de kinderen en kleinkinderen in verplichte quarantaine gezeten.” Gelukkig raakte er verder niemand besmet. Hij verliet zelf onlangs na 17 dagen het ziekenhuis omdat hij corona had. Het Rode Kruis bracht hem thuis. Spee is officieel genezen, maar herstel van het coronavirus duurt langer dan hij dacht.
Paul duwt zichzelf omhoog uit de bank en sloft richting de keuken. Onderweg grijpt hij de stoelen die hij tegenkomt vast, om zijn evenwicht te bewaren. In de keuken heeft hij een barkrukje voor het aanrecht gezet, waar hij op kan leunen als hij iets wil klaarmaken. Terwijl de koffiemachine zijn werk doet, rust hij uit om daarna de reis terug weer te kunnen maken naar de bank.
“Ik ben nog lang niet de oude.” Hij wordt emotioneel als hij het zegt. Paul vertelt dat hij een klusser is. Samen met zijn vriendin Evelien, die in hetzelfde appartementencomplex woont, is hij altijd actief. Ze helpen hun kinderen met klusjes en passen op de kleinkinderen. Nu gaat Evelien alleen op pad.
Wel of niet naar de Intensive Care
Na dagen van slijm ophoesten besluit hij een aantal weken geleden toch even langs de huisarts te gaan. Die stuurt hem door naar het ziekenhuis waar gelijk geconstateerd wordt dat hij besmet is met het coronavirus. Zijn familie blijft weg. Ze gaan in quarantaine, uit voorzorg. Paul wordt opgenomen. Het moeilijkste moment vindt hij het als de artsen met hem komen overleggen, voor als het ‘erger’ wordt.
“Ze vroegen me of ik dan wel of niet naar de IC zou willen, aan de beademing. Je hoort om je hen dat er mensen zijn van mijn leeftijd die er niet meer vanaf komen. Dus ik schrok wel heel erg. Het voelt alsof je moet beslissen over je eigen leven en dood.” Gelukkig komt het niet zo ver en sterkt hij op de gewone verpleegafdeling aan.
Hulp om thuis te komen
Wanneer de artsen aangeven dat hij naar huis mag, heeft hij een ander probleem. “Normaal weet ik genoeg mensen op te noemen die me wel willen halen en brengen, maar niet in deze situatie natuurlijk.” Het ziekenhuispersoneel schakelt het Rode Kruis in dat met speciaal vervoer mensen die geen andere optie hebben, thuisbrengt.
“Ze namen me over van het ziekenhuispersoneel en reden me met rolstoel en al het busje in. De man die me op kwam halen was helemaal in beschermende kleding. Het vervoer naar huis ging perfect, ik kan niet anders zeggen. Dan ben je blij dat je hulp krijgt om naar huis te komen.”
Anderhalve meter
Paul is er erg emotioneel onder. “Ik heb geluk gehad.” In het ziekenhuis zag hij de reportages op tv en volgde hij het nieuws, maar besloot op een bepaald moment om maar niet meer te kijken. Hij werd er depressief en verdrietig van. “Ik heb een engeltje op mijn schouder gehad, zei ik tegen mijn vriendin Evelien.”
Zijn tijd brengt Paul nu in huis door, waar hij op zijn hometrainer wat beweging probeert te krijgen om zo zijn spieren weer te versterken. “Ik moet weer een fitte man worden,” lacht hij. Voorlopig bezoekt hij nog geen andere mensen. Dat wil hij pas over een paar weken weer doen, op anderhalve meter afstand.
Hulp nog hard nodig
Het einde van de coronacrisis is nog niet in zicht en we blijven hulp bieden zolang dat nodig is. Zo ondersteunen we gezondheidsdiensten bij het uitvoeren van de coronatesten, bieden een luisterend oor en delen voedselpakketten uit.
Daar hebben we jouw steun bij nodig. Want zonder jou is het Rode Kruis nergens.