Focus hulpverlening Rode Kruis: vijf vragen over transitie sociale hulp
Wie in Nederland direct hulp nodig heeft, kan rekenen op het Rode Kruis. Ruim 21.000 vrijwilligers staan dag en nacht paraat om slachtoffers te evacueren, medisch te ondersteunen en om kwetsbare mensen beter voor te bereiden op noodsituaties. Maar het Rode Kruis organiseert ook sociale activiteiten, zoals een soos in een verzorgingstehuis of huisbezoeken, die niet onder noodhulp – of de voorbereiding daarop – vallen. Aangezien hulp bij noodsituaties de unieke opdracht van het Rode Kruis is, wil de organisatie meer focus aanbrengen in de hulpverlening. Vijf vragen hierover aan Nico Zuurmond, Manager Hulpverlening & Vrijwilligersmanagement.
Wat gaat er veranderen?
“We gaan ons alleen nog richten op hulpverlening in noodsituaties en de preventie van nood. Dat betekent dat we stoppen met het aanbieden van activiteiten die daar los van staan. Denk aan het rolstoelfietsen of zwemmen met mensen met een handicap. Of aan recreatieve activiteiten zoals de breiclub, koffiemiddagen, voorleesgroepen en ontmoetingstochten. Voor al deze activiteiten geldt dat wij zoeken naar een andere oplossing.
Dat doen we met pijn in ons hart, want het gaat om mooie activiteiten die waardevol zijn voor kwetsbare mensen. We willen ook niet dat deze activiteiten verdwijnen, maar zoeken contact met andere partijen die deze waardevolle activiteiten kunnen overnemen. Of we proberen activiteiten zelfstandig, buiten het Rode Kruis, verder te laten gaan.”
Een moeilijke beslissing zeker?
“Absoluut. Vooral omdat deze beslissing zoveel mensen raakt. Natuurlijk de deelnemers die elke week samenkomen, maar ook de vele vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten om deze activiteiten aan te bieden. We hopen dan ook dat de activiteiten onder een andere vlag voortgezet kunnen worden.
We hebben al bij veel afdelingen gezien dat dit goed kan. Neem bijvoorbeeld de afdeling Rode Kruis Zoetermeer. De soos die zij aanboden is met het merendeel van de Rode Kruis-vrijwilligers overgegaan naar Stichting Welzijn. Die stichting zet de soos voort, zodat de gasten nog steeds de voor hen vertrouwde vrijwilligers ontmoeten.”
Hoe zie je dat voor je voor alle afdelingen in de rest van het land?
“Deze zomer kijken alle afdelingen of de activiteiten die ze aanbieden, passen in de strategie. Waar dit niet het geval is, zoeken ze naar andere organisaties om de activiteiten aan over te dragen. Alleen als dat niet anders kan, zullen die activiteiten stoppen. Op 1 januari 2020 zijn alle activiteiten die het Rode Kruis aanbiedt puur gericht op hulpverlening in noodsituaties en de voorbereiding hierop.”
Wat betekent dit voor die 21.000 vrijwilligers?
“Dat betekent dat we misschien afscheid zullen nemen van vrijwilligers, die bij bepaalde activiteiten betrokken zijn die door andere organisaties overgenomen worden. Zij kunnen dan bij de nieuwe organisatie aansluiten en hun belangrijke vrijwilligerswerk voortzetten. Maar we hopen dat de meeste vrijwilligers zich blijven inzetten voor de vele activiteiten die wij als Rode Kruis gewoon blijven doen.”
Zoals?
“Bij al onze activiteiten stellen we onszelf de volgende vragen, ook als we nieuwe activiteiten starten: is onze hulp relevant, voorkomt de activiteit de gevolgen van een (acute, fysieke) noodsituatie, is ze tijdelijk en gericht op het in eigen kracht zetten van mensen? Denk bijvoorbeeld aan activiteiten op het gebied van zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen. We helpen mensen hun eigen problemen op lossen en zich zelfstandig te redden. We geven in dat kader bijvoorbeeld de cursus ‘sterk door je netwerk’, waarin we mensen leren hun eigen netwerk te vergroten en het belang daarvan in geval van nood. Ook alle activiteiten op het gebied van EHBO blijven we natuurlijk doen.
Ik realiseer me dat deze ontwikkeling voor niet iedereen makkelijk is en veranderingen met zich meebrengt. Maar ik ben er van overtuigd dat dit de stap is die het Rode Kruis moet doen om zich te richten op de meest kwetsbare mensen in een noodsituatie die onze hulp hard nodig hebben.”