Word vrijwilliger Doneer

Voedselnood in Nederland: dit verhaal is anoniem, maar moet wel verteld worden

Geplaatst op 30 maart 2023

“Alleen als het anoniem kan.” Dat horen we vaak bij het Rode Kruis als we mensen vragen of we ze mogen interviewen over waarom ze in voedselarmoede leven. Veel mensen schamen zich voor hun situatie. We vinden het belangrijk om hun verhalen wél te vertellen, want we willen laten zien dat ook in Nederland veel mensen geen geld hebben om boodschappen te doen. Daarom is dit het verhaal van Edwin, door de ogen van onze redacteur Irene. 

De eerste ontmoeting met Edwin zal ik nooit vergeten. Het raakte me diep, hoe hij daar ineengedoken zat: een grote vent eigenlijk, maar nu zo klein en kwetsbaar. Er stond een verlichte kerstboom naast zijn bankje en het contrast kon haast niet groter. Het was alsof hij mijn gedachten kon lezen: “Als ik deze feestelijke kerstboom zo zie”, stamelde hij. Hij maakte zijn zin niet af. Dat hoefde ook niet, want de tranen in z’n ogen vertelden alles.

Reality check

Edwin heeft zijn hele leven lang hard gewerkt. De laatste jaren had hij zijn eigen schildersbedrijf. De zaken gingen goed, maar dat veranderde toen hij ruim een jaar geleden kort achter elkaar twee hartaanvallen kreeg. Gelukkig kan hij dat navertellen, maar hij hield er veel gezondheidsklachten aan over en raakte arbeidsongeschikt. Zoals zoveel zelfstandigen, was Edwin hier niet tegen verzekerd. En dan heb je dus nergens recht op. Edwins spaarbuffer verdween als sneeuw voor de zon.

Toen ik hem ontmoette, daar op dat bankje naast die vrolijk verlichte boom in een buurthuis in Amsterdam-West, vertelde hij hoe hij nu bedelend door de stad loopt en hoe hij dat een jaar geleden nooit had kunnen bedenken. Een reality check, zo voelde het. Voedselarmoede kan iedereen overkomen. Echt iedereen. 

Tussen wal en schip

Iedere week krijgt Edwin bij het buurthuis een boodschappenkaart van het Rode Kruis, ter waarde van €21. Die kaarten lossen zijn financiële problemen niet op natuurlijk, maar nu kan hij tenminste iets eten. 

Edwin is een van de vele mensen die tussen wal en schip valt en geen recht heeft op reguliere voedselhulp. Voor reguliere voedselhulp moet je bijvoorbeeld je administratie goed op orde hebben, iets wat voor veel mensen met financiële zorgen juist heel moeilijk is. 

Vermorzelde eigenwaarde 

Inmiddels staat de kerstboom allang niet meer en is het de derde keer dat ik Edwin opzoek bij het buurthuis in Amsterdam. Hij helpt met pannenkoeken bakken voor de buurtbewoners, gewoon, als afleiding. Ik kom er al snel achter dat Edwin het bakken zelf liever aan zijn pannenkoekenbuddy Gea overlaat, een excentrieke Amsterdamse met dito tongval, van ruim in de zeventig. Ik plaag hem ermee. “Ik ben maar een simpele schilder”, verzucht hij en ik weet dat hij het meent. Het is de grootste onzin natuurlijk, maar daar ben ik inmiddels wel achter: Edwin doet zichzelf steevast tekort. Dat heb ik vaker gezien bij mensen die financiële zorgen hebben. Die zorgen vermorzelen je eigenwaarde.

Steen op de maag

Ik merk aan Edwin dat hij minder gespannen is dan de vorige keren dat ik hem zag. Tussen het afwassen en uitserveren van de pannenkoeken door vertelt hij honderduit over geschiedenis, iets wat een grote interesse – zo niet een passie – van hem blijkt. Van Paaseiland tot aan de piramide van Gizeh en onze eigen hunebedden in Drenthe: we verwonderen ons samen over het ontstaan ervan. 

Ondertussen krijg ik een pannenkoek voorgeschoteld en ik vraag Edwin of hij er zelf geen één hoeft. Hij schudt van niet en vertelt dat hij alleen ’s avonds iets eet. “Door alle stress heb ik een grote steen op m’n maag”, legt hij uit. “Nou”, grapt de oudere man naast hem aan tafel, “haal ‘m eruit en maak er zo’n hunebed-dinges van!” We barsten allemaal in lachen uit. Fijn, dat deze emotie er ook gewoon mag zijn.    

Opgetogenheid en droefenis 

Ik vraag Edwin wat hij thuis zoal kookt voor zichzelf, want ik weet dat hij koken heel leuk vindt, maar ik weet natuurlijk ook dat zijn middelen heel beperkt zijn nu. Hij roostert vaak oud brood, vertelt hij, en dan mixt hij een pot tomatensaus met bruine bonen, “want dat is goedkoop en vult zo lekker.” Als ik hem vraag naar zijn lievelingseten, geeft hij aan geen flauw idee te hebben. Alsof hij dat door alle zorgen simpelweg vergeten is. Zijn lievelingseten van vroeger dan?! Zijn ogen lichten op. Hij vertelt over de groentesoep van zijn oma, met verse groenten van eigen land. Hij vraagt meteen aan een van de vrouwen van het buurthuis of hij een keer zo’n pan groentesoep voor de buurtbewoners mag maken. 

Als ik mijn pannenkoek op heb, is het tijd om huiswaarts te keren. Ik beloof om nog eens terug te komen. Edwin bedankt me voor het luisteren naar zijn verhaal. Dat zei hij de vorige keren ook al. Ik benadruk dat ik hém juist moet bedanken en ik zeg – wederom plagend – dankjewel voor de pannenkoek die hij niet zelf gebakken heeft. “Wacht maar tot je mijn groentesoep proeft!”, antwoordt hij lachend, en ik verheug me erop. Ik stap in mijn auto en voel dezelfde mix van opgetogenheid en droefenis als wel vaker na de ontmoetingen die ik heb voor mijn werk.  

Het Rode Kruis helpt mensen in voedselnood

Helaas zijn er in Nederland heel veel mensen die, net als Edwin, in voedselnood leven. Het Rode Kruis helpt mensen die geen toegang hebben tot reguliere hulp of geen reguliere hulp dúrven aan te nemen. Dat doen we onder andere door boodschappenkaarten uit te delen.  

Meest recente berichten