Geen schoon (drink)water, amper voedsel en schaarse medische zorg: drie maanden nadat het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden escaleerde, is het leven in Gaza onmogelijk geworden. Burgers en hulpverleners krijgen regelmatig te maken met aanvallen. Onschuldige burgers worden vastgehouden als gegijzelden. Dit geweld tegen onschuldige burgers moet nu stoppen.
Inmiddels is meer dan 85 procent van de bevolking in Gaza op de vlucht voor het aanhoudende geweld. Dat zijn bijna 2 miljoen – vaak getraumatiseerde mensen – die keer op keer op zoek moeten naar een veilige plek. Zij zoeken onderdak in ziekenhuizen, scholen of leven zelfs buiten op straat. In het grensgebied met Egypte leven nu honderdduizenden mensen dicht op elkaar, met weinig kleding, spullen, eten en met amper werkende toiletten of stromend water.
Extreme tekorten
Families hebben moeite hun kinderen te voorzien van genoeg eten. Daarom slaan ouders regelmatig een maaltijd over. De vraag naar voedsel en schoon (drink)water is daarnaast enorm. Mensen hebben nauwelijks toegang tot gezondheidszorg, en de water- en sanitaire voorzieningen zijn zwaar beschadigd. Honderden mensen gebruiken nu dezelfde toiletten. Dat vergroot de kans op ziekte-uitbraken, zoals diarree en cholera. Met name kinderen, ouderen en mensen met een slechte gezondheid zijn kwetsbaar.
Carla Jonkers is hoofd Internationale Noodhulp bij het Rode Kruis en maakt zich grote zorgen over de situatie in de regio: “Het menselijk lijden is gigantisch. De behoefte aan duurzame vrede en stabiliteit is nog nooit zo groot geweest (…) Hoe langer het geweld voortduurt, hoe meer mensen sterven, ontheemd raken en levenslang getraumatiseerd zijn.”
Hulpverlening doelwit van aanvallen
Ook onze eigen hulpverleners, het lokale kantoor van de Palestijnse Rode Halve Maan en verschillende ziekenhuizen en ambulances zijn regelmatig doelwit van geweld. Bij een aanval op het kantoor en Al-Amal ziekenhuis van de Rode Halve Maan kwam een baby van slechts vijf dagen oud om het leven. Ook moesten nog eens duizenden mensen die in het ziekenhuis schuilden op zoek naar een veiligere plek. “Hulpverleners, medische faciliteiten en burgers mogen nooit een doelwit zijn”, zegt Jonkers. “Toch kwamen duizenden mensen, onder wie veel kinderen en jongeren, om het leven in de afgelopen maanden.”
In zowel Israël als in de Palestijnse gebieden zijn sinds de escalatie van het conflict meerdere hulpverleners omgekomen. Zij zetten zich, met gevaar voor eigen leven, in om slachtoffers onder het puin vandaan te krijgen en naar het ziekenhuis te brengen. In Khan Younis, een stad in het zuiden van Gaza, rukte de Palestijnse Rode Halve Maan uit om de lichamen van zeven doden te bergen. Een riskante operatie, waarbij ook ambulanceverpleegkundige Muntaha hielp. Haar broer was één van de lichamen die zij die dag zou bergen.
“We vergeten het soms, maar onze hulpverleners zijn zelf ook slachtoffer”, vertelt Jonkers. “Hun levens worden geraakt door het geweld, maar alsnog kiezen zij ervoor zich in te zetten voor anderen. De strijdende partijen moeten burgers en hulpverleners ontzien, de gegijzelde mensen onmiddellijk vrijlaten en een constante stroom hulpgoederen Gaza inlaten.”
Inzet gaat door
Ondanks deze grote gevaren, blijven we ons aan beide kanten van het conflict inzetten om mensen te helpen. In Israël bemannen hulpverleners honderden ambulances, die dagelijks uitrukken om gewonden medische hulp te bieden. In de Palestijnse gebieden bieden hulpverleners medische hulp aan gewonden en bieden de psychosociale ondersteuningsteams hulp aan getraumatiseerde kinderen.
Daarnaast hebben we in de stad Khan Younis, in het zuiden van Gaza, een vluchtelingenkamp opgezet, waardoor zeker 1.500 mensen kunnen worden opgevangen. Dit zullen we opschalen, zodat er uiteindelijk zo’n 6.000 mensen hier veiligheid kunnen vinden.
Het Rode Kruis helpt
De escalatie van het conflict brengt vele levens van onschuldige burgers in gevaar. Het Rode Kruis zal, zoals altijd, blijven helpen zonder partij te kiezen in conflictsituaties.