Honderd dagen sinds het escaleren van het conflict tussen Israël en Gaza, is de humanitaire nood enorm. Duizenden families hebben alles verloren door het geweld. De Nederlandse fysiotherapeut Guido is niet iemand die het leed in de wereld vanaf een afstandje bekijkt. Na eerdere missies voor het Rode Kruis in Jemen, Oekraïne en Syrië, helpt hij nu ook de slachtoffers van het geweld in Gaza.
In zowel Israël als in de Palestijnse gebieden werken hulpverleners van het Rode Kruis dag en nacht om slachtoffers te helpen. Dit doen zij met gevaar voor eigen leven. Eén van de plekken vanuit waar het Rode Kruis ondersteuning biedt is het European Gaza Hospital in Khan Younis, in het zuiden van Gaza. Hier werkt Guido Versloot (47) sinds vorige week als fysiotherapeut voor het Internationale Rode Kruis (ICRC). Om ziekenhuispersoneel in Gaza, dat al maandenlang dag en nacht werkt, te ondersteunen, stuurt het Internationale Rode Kruis teams van medisch specialisten zoals Guido.
Hele families getroffen
Als fysiotherapeut behandelt Guido grotendeels slachtoffers die door bombardementen zware brandwonden hebben opgelopen. In het ziekenhuis in het zuiden van Gaza komen dagelijks slachtoffers binnen: “Als ik de afdeling binnenloop ligt er niet simpelweg één patiënt, maar een hele familie. Of wat daarvan over is…”, vertelt hij met een brok in zijn keel. “Veel families zijn niet meer compleet doordat familieleden zijn overleden door het geweld. Het is dan moeilijk om je werk uit te voeren, maar ik weet dat iets doen beter is dan niets doen.”
Een groot deel van de patiënten in het ziekenhuis is nog kind. Zij hebben de grootste overlevingskans bij een bombardement. Omdat ze nog klein zijn, kunnen zij zichzelf kleinmaken en schuilen in een hoekje. “In het ziekenhuis behandelen we zwaargewonde kinderen die soms hun complete familie zijn kwijtgeraakt”, vertelt Guido. De kinderen die worden geholpen schreeuwen om hun ouders: “Als hulpverlener moet ik hen vertellen dat hun ouders er niet meer zijn. Dat is verschrikkelijk”.
Grote onzekerheid
De onzekerheid en angst over hoe lang dit geweld doorgaat is groot, ziet Guido. “Ik bekijk het echt per uur, niet eens per dag. Het ziekenhuis staat op een relatief veilige plek, maar aan alle kanten buiten het ziekenhuis wordt gevochten en zijn bominslagen te horen. We weten niet hoe lang we op deze plek kunnen blijven. Ik heb daarom altijd mijn paspoort bij me. Het kan zijn dat we ineens moeten gaan, en daarom werk ik elke dag alsof het de laatste dag is.”
Schreeuw om water en voedsel
Guido werkt al ruim twaalf jaar voor het Rode Kruis en heeft in rampgebieden over de hele wereld gewerkt. Toch heeft hij zoiets nog nooit meegemaakt: “Het is allemaal nog veel erger dan ik had gedacht. Het is echt veruit de slechtste situatie waar ik ooit in heb gewerkt.” Aan alles is een gebrek. Van voedsel tot schoon (drink)water tot medicijnen. “Mensen lopen door de gangen van het ziekenhuis met lege flesjes water, met de vraag of we water of voedsel hebben. Maar ook wij hebben dat niet. Als het zo doorgaat, stort het volledig in.”
Blijven inzetten voor slachtoffers in Gaza
Ondanks de heftige situatie, blijven onze hulpverleners zich inzetten om de mensen in Gaza te helpen. In de Palestijnse gebieden bieden hulpverleners van de Rode Halve Maan medische hulp aan gewonden, zoals Guido dat doet in Khan Younis, en bieden de psychosociale ondersteuningsteams hulp aan getraumatiseerde kinderen.
Het Rode Kruis helpt
Mensen in Israël, Gaza en de Westelijke Jordaanoever hebben dringend hulp nodig. De escalatie van het conflict brengt vele levens van onschuldige burgers in gevaar. Het Rode Kruis zal, zoals altijd, blijven helpen zonder partij te kiezen in conflictsituaties.
